Voor eerdere diensten klik hier: 
Viering van de Protestantse Gemeente Vredekerk te Soesterberg

Zondag 12 na Trinitatis 22 augustus 2010

Voorbereiding
Orgelspel
- Stilte voor persoonlijk gebed ingeluid door kerkklok. - 
Tegelijkertijd wordt in de consistoriekamer het consistoriegebed uitgesproken door de ouderling van dienst.
Binnenkomst kerkenraad en voorganger
Gemeente gaat staan.
Het drempelgebed wordt uitgesproken door de ouderling van dienst, vóór het liturgisch centrum.

Aanvangslied: Psalm 149: 1 en 2


Tijdens dit lied steekt een kind de paaskaars aan.
Votum en groet:
Voorganger:        Onze hulp is in Naam van de Heer
Gemeente :          die hemel en aarde gemaakt heeft.
Voorganger:        De Heer zal met u zijn.
Gemeente :          De Heer zal u bewaren.
Voorganger:         Genade en vrede, liefde en goedheid van God, voor U allen!
Gemeente :          Amen.

Klein Gloria:

Gemeente gaat zitten.
Ons Kyriëgebed willen we vandaag zingend bij God brengen: Gezang 463. = Lied 836


Laten we God dan nu ook loven en danken om de grote dingen die Hij voor ons allen heeft gedaan en nog zal doen. Groot Glorialied: Gezang 44 = Lied 704


Dienst van het Woord

Gebed bij de opening van de Heilige Schrift.
Lieve God,
Wij bidden U voor alle kinderen wereldwijd, dat zij Uw evangelie mogen horen. 
Nu wij Uw lof hebben gezongen,
en onze zorgen achter ons hebben gelaten,
willen wij ook zelf open staan voor Uw Woord.
Wil door Uw Geest Zelf in ons spreken,
en wil ons door Haar geven dat wij U verstaan…
Heer, U hebt woorden van eeuwig leven!
Amen.


 
Lezingen: Jesaja 30: 15-21 Naardense Bijbel
Lezingen:
De eerste lezing is uit Jesaja 30: 15-21 Naardense Bijbel
In de tijd waarin deze lezing speelt, is de politieke situatie heel onrustig. Vanuit het Noorden dreigen de groeiende grootmachten Israël te overspoelen, en ook vanuit de streek die wij nu Jordanië noemen dreigt gevaar. Tegen het advies in van de Heer, via Zijn profeet, zoekt de regering steun bij Egypte... We horen hier een aantal verschillende boodschappen van God aan het volk. Zelf denken we wel eens: als God nu tot mij zou spreken, dan zou ik weten wat ik in deze situatie moet doen, maar dan horen we nog wel eens iets dat ons helemaal niet uitkomt... Luister maar:
15  Want zo heeft gezegd mijn Heer, de ENE, de Heilige van Israël:
in bekering en berusting ligt uw behoud,
in stilheid en vertrouwen is uw kracht gelegen,–
maar ge hebt niet gewild;
16  ge zegt: nee hoor, te paard kunnen we vluchten!,
en daarom zult ge vluchten;
op een snel ros zullen we rijden!,
daarom zullen uw achtervolgers u te snel zijn.
17  Een duizendtal (van u) zal sidderen
voor het aanschijn van het schelden van één (van hen),
voor het aanschijn van het schelden van vijf zult ge vluchten, –
totdat wat er van u resteert
is als de mast op de top van een berg,
als het vaandel op de heuvel.
18 En daarom
blijft de ENE erop wachten om u genadig te zijn,
en daarom zal Hij zich verheffen om Zich over u te ontfermen;
want een God die recht doet is de ENE,
zalig allen die wachten op Hem!

(Daarbij past een volgende profetie:)
19  Want, gemeente die op Sion zetelt, in Jeruzalem,–
ween niet, blijf niet wenen:
genadig zal Hij je begenadigen
als je stem tot Hem schreeuwt;
zodra Hij die hoort zal Hij je antwoord geven.

En dan een profetie die ingaat op het probleem van de verwarring en onzekerheid, de verdrukking, de moeilijke tijden, het gebrek aan goede leiders, zowel in de politiek als in de godsdienst...
20  Geven zal mijn Heer u wel brood der benauwing en water van verdrukking,–
maar (Hij) die je onderricht zal niet nogmaals wegvliegen,
je ogen zullen blijvend je onderrichters zien,
21  en je oren zullen een woord horen van achter je, dat zegt: dít is de weg, wandelt daarop!, wanneer je naar rechts wilt en wanneer je naar links wilt.

Tot hier toe de lezing.
GodZelf
wil ons leiden en onderwijzen. Dat belooft Hij. 
Ook wij denken soms dat we het wel zelf kunnen, dat wij beter dan Wie ook kunnen bedenken wat goed voor ons is.
Maar deze profetieën, die we zojuist hebben gehoord, leren ons dat we er verstandiger aan doen om ons heil te zoeken bij Hem die hemel en aarde, en ook ons, en onze omstandigheden, heeft gemaakt.
Hij wijst ons de rechte weg, en die is niet altijd de makkelijkste. Vaak gaan we liever linksom of rechtsom, ook als we weten dat het zo niet moet… Onze redding komt echter van Hem.

Laten we dan samen zingen: TussenTijds 150:1 = Lied 25a:1



De tweede lezing is uit het boek Handelingen 17: 22-31 NBV
Paulus is onderweg om het Evangelie te brengen naar verre oorden, maar moet in Athene wachten op zijn metgezellen voor die reis. Hij hangt een beetje de toerist uit, en dat is geen wonder, want hij is zelf ook opgevoed in een omgeving die doordrenkt was van de Griekse cultuur, en hij kent zijn klassieken! Hij gaat naar de Areopagus, een lage heuvel vlak onder het religieuze centrum van de stad, een plek waar mensen hun zegje konden doen, een soort sprekers hoek... En er waren altijd wel mensen die niets beters te doen hadden dan luisteren – volgens de vertalers van de NBV vormen ze kennelijk een soort sociëteit daar.

22  Paulus richtte zich tot de leden van de Areopagus en zei: ‘Atheners, ik heb gezien hoe buitengewoon godsdienstig u in ieder opzicht bent.
23  Want toen ik in de stad rondliep en alles wat u vereert nauwlettend in ogenschouw nam, ontdekte ik óók een altaar met het opschrift: “Aan de onbekende god”.
Wat u vereert zonder het te kennen, dàt kom ik u verkondigen...
24  De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, Hij die over hemel en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels.
25  Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat Hij nodig heeft, Hij die Zelf aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt.
26  Uit één mens heeft Hij de hele mensheid gemaakt, die Hij over de hele aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft Hij een tijdperk vastgesteld en Hij heeft de grenzen van hun woongebied bepaald.
27  Het was Gods bedoeling dat ze Hem zouden zoeken en Hem al tastend zouden kunnen vinden, aangezien Hij van niemand van ons ver weg is.
28  Want in Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.
Of, zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: “Uit Hem komen ook wij voort.”
29  Maar als wij dan uit God voortkomen, mogen we niet denken dat het goddelijke gelijk is aan een beeld van goud of zilver of steen, het werk van een ambachtsman, door mensen bedacht.
30  God slaat echter geen acht op de tijd waarin men Hem niet kende, maar roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen,
31  want Hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop Hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die Hij voor dat doel heeft aangewezen.
Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft Hij geleverd door Hem uit de dood te doen opstaan.’

Wij zingen:
TussenTijds 150:2 = Lied 25a:2


Wij lezen over die Man waar Paulus het over had, en Hij spréékt over dat oordeel. We vinden onze lezing in
Lucas 13: 22-30 NBV
De Heer Jezus is op weg naar Jeruzalem, en direct ná het stuk dat we gaan lezen, zegt Hij duidelijk dat Hij ter dood gebracht zal worden. Maar in de tussentijd doet Hij waarvoor Hij is gekomen: door onderwijs de mensen terug brengen naar God. We lezen:
22  Op weg naar Jeruzalem trok Hij verder langs steden en dorpen, terwijl Hij onderricht gaf.
23  Iemand vroeg Hem: ‘Heer, zijn er maar weinigen die worden gered?’ Hij antwoordde:
24  ‘Doe alle moeite om door de smalle deur naar binnen te gaan, want velen, zeg Ik jullie, zullen proberen naar binnen te gaan maar er niet in slagen.
25  Als de Heer des huizes eenmaal is opgestaan en de deur heeft gesloten, en jullie staan buiten op de deur te kloppen en roepen: “Heer, doe open voor ons!”, dan zal Hij antwoorden: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan?”
26  Jullie zullen zeggen: “We hebben in Uw bijzijn gegeten en gedronken en U hebt in onze straten onderricht gegeven.”
27  Maar Hij zal tegen jullie zeggen: “Ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan? Weg met jullie, rechtsverkrachters!”
28  Dan zullen jullie jammeren en knarsetanden wanneer je Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten in het koninkrijk van God ziet, maar zelf buitengesloten wordt.
29  Uit het oosten en het westen en uit het noorden en het zuiden zullen ze komen, en ze zullen aan tafel genodigd worden in het koninkrijk van God.
30  En bedenk wel: er zijn laatsten die de eersten zullen zijn, en er zijn eersten die de laatsten zullen zijn.’
 
Preek

Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve Gemeente Gods, Godsvolk onderweg…

Het is wel véél wat er vandaag op ons bord terecht komt, en we kunnen het ook niet allemaal behappen voor de lunch. Ik zal dus proberen het kort te houden. 
Er zijn echter minstens twéé elementen die in alle drie de lezingen terug komen: en dat is het oordeel, en dat is het onderwijs
Het oordeel
Wie niet horen wil, moet voelen, placht mijn moeder te zeggen. En omdat ik wel hoorde, maar niet luisterde, heb ik vaak genoeg een pak op mijn achterste gehad.
Niet dat ik daar ook maar iets minder van geworden ben… het hoorde er gewoon bij, het was van mijn kant ook vaak een berekende keus: als ik iets deed wat niet mocht, stond er een pak slaag tegenover, maar daarna was het ook voorbij. Dus daar koos ik nogal eens voor.
Kinderen kunnen heel practisch zijn. Ze wegen, al dan niet bewust, de voor-  en de nadelen tegen elkaar af, en kiezen dan voor een bepaald gedrag.
Met Gods kinderen, Gods volk gaat dat al niet anders
Maar vaak is er bij mensen niet echt sprake van een vrije keuze, dan worden onze gedragingen bepaald door angst.
En als je bang bent, dan kap je daarmee een aantal mogelijkheden bij voorbaat af. Dan zie je beren en leeuwen op je weg, en daar loop je dan maar liever omheen, dan dat je luistert naar de stem van de Heer die zegt: Ik ben er, vertrouw op Mij dat Ik voor je zorg.
Ons geloof moet vaak vechten tegen ons instinct, dat ons in gevaarlijke situaties maar drie mogelijkheden biedt: er op af gaan en vechten, vluchten of je dood houden en hopen dat er niets gebeurt.
Het helpt als je je daarvan bewust bent. Het helpt nog meer als je die Stem achter je (of in je) niet alleen hoort, maar er ook naar luistert.
Dàn kun je pas echt kiezen. Dan kun je je angst overwinnen. Dan kun je ook kijken naar het voorbeeld dat je gegeven wordt. Dàt vraagt geloof... En daar zitten we niet altijd even ruim in. 
Israël heeft een lange geschiedenis van paniekvoetbal.
Dat was in Jesaja’s tijd zo, en helaas: ze luisterden niet, en werden verslagen, verjaagd, verstrooid, tot ze van elkaar gescheiden waren als een mast op de ene berg en een vlag op de andere. Het Israël van onze dagen leeft en reageert vanuit een zelfde angst, en vanuit een zelfde gebrek aan vertrouwen in de Heer. Dat is jammer.
Voor alle betrokkenen.
Ook in de lezing uit Handelingen hoorden we over een oordeel. Maar God oordeelt, zegt Hijzelf, niet over mensen die niet beter konden weten. Die Hem nog niet kenden. 
Alleen: Hij heeft een omwenteling aan de geschiedenis van de mensheid gegeven. Nu wil Hij dat iedereen Hem kent, dat iedereen Hem zoekt en Hem vindt.
Hij stuurt er betrouwbare getuigen op uit, om dit Evangelie heel de wereld door te verkondigen. Om de wereld te onderrichten in Gods wensen en wetten. Pas dàn zal Hij oordelen, en dat oordeel zal rechtvaardig zijn…
Daarom zijn het heil en het oordeel niet beperkt tot Israël, maar het gaat heel de wereld aan, ook u en mij.
Ook van ons wordt een keuze gevraagd: dat we op zoek gaan naar God, en dan zullen we Hem vinden, want Hij is niet ver weg van ieder van ons. Hij is niet in de hemel, niet aan de overkant van de zee, (Deuteronomium 30:12-13) maar Hij is als een woord in ons hart
In Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.
Paulus haalt een van de klassieke schrijvers van zijn tijd aan: Aratos van Soles (315-245 voor Chr.) die zegt in de ‘Phaenomena’: ‘Uit Hem komen wij ook voort’.
En Paulus knoopt daar bij aan met zijn onderricht, en zegt: dan kan God ook niet een maaksel van mensen zijn. Geen van de afgoden komt in aanmerking, met hun tempels en fraaie beelden. God, die hemel en aarde geschapen heeft, en ook ons, gaat daar ver boven uit.
En dan spreekt Paulus over Jezus, over Hem die gekomen is om in Gods Naam een rechtvaardig oordeel over deze wereld uit te spreken.

Dezelfde Jezus werd in het deel van we vandaag lezen geconfronteerd met iemand die benauwd vroeg: Is het waar dat er maar weinig mensen worden gered bij het eindoordeel?
Dat verhaal circuleerde. Want ja, mensen kletsen wat af, en ze weten het zo goed! Dat is in alle eeuwen hetzelfde.
We benemen mensen om ons heen vaak de moed om op zoek te gaan naar God.
God bestaat niet, of Hij is superstreng, of ook: alles komt uiteindelijk wel goed hoor, maak je maar geen zorgen
Jezus zegt niets van dat alles.
Hij geeft ook geen antwoord op die benauwde vraag.
Hij zegt alleen: weet je wat jìj moet doen?
Je moet je richten op God, en op de smalle weg naar Hem toe. Als je naar links en naar rechts blijft kijken, en als je je laat regeren door angst, dan kom je nergens. Dan sta je nog buiten op de deur te kloppen, als het feest allang begonnen is.
Maar we kennen U wel, hoor, zeggen we dan. Ik ging naar de kerk, en ik nam deel aan het avondmaal, echt, ik hoor ook bij U. Maar dat helpt niet
In het antwoord, dat de Heer van het feest geeft,  vinden we in één enkel woord de reden van het harde oordeel: jullie zijn rechtsverkrachters.

Ai! Dat komt hard aan. Slaat dat ook op ons? 

De boodschap van Jezus is: wie zich richt op God is een mens die leeft als God: iemand die rechtvaardig wil leven. En dan niet in de zin van de wet houden en de regeltjes uit je hoofd kennen en opleggen aan iedereen om je heen, maar in de zin van: royaal en grootmoedig aan iedereen geven waar de ander recht op heeft, en nog een beetje meer ook. Leven in liefde, zoals 1 Corinthe 13 ons dat leert: een leven dat niet zichzelf zoekt, maar het heil van de ander. Jezus is daarin ons directe voorbeeld.
Dus niet: ikke, ikke, ikke, of: eigen volk eerst, maar: Heer, wat wilt U dat ik vandaag voor U doe?
Daarbij past de oproep die niet alleen voor Israël geldt, maar ook voor ons: in bekering en berusting ligt uw behoud, in stilheid en vertrouwen is uw kracht gelegen…
Bekering wil zeggen: omkeren naar God, bij Hem je heil zoeken. Je afvragen wat Hij van je vraagt.
Dan kan het gebeuren dat je soms moet berusten in je eigen omstandigheden
(Niet altijd, soms moet je wel eens vechten, maar dan onder Gods leiding.) 
Toch is vaak in stilheid en vertrouwen onze kracht gelegen.
De knecht des Heren schreeuwt niet op straat, maar houdt zich stil en aanvaardt.
Zoals Jezus het kruis op Zich neemt. Een keuze.
Door die vrijwillige keuze overwint Hij de dood, en maakt Hij Gods beloften waar.  
Hij oordeelt de dood.
Hij veroordeelt alles wat dood en verderf brengt.
Dat is allereerst onze angst en ons gebrek aan vertrouwen.
Maar als we het uitschreeuwen naar God, dan IS Hij er.
Dan is Hij genadig.
Hij staat al met wijd open armen op ons te wachten, op ons allemaal.
Die genade is de derde verbindende schakel vandaag.

God is genadig, Hij houdt van ons, van iedereen hier, van iedereen die dit hoort of leest, en die genade is niet goedkoop.
Het heeft Hem in Jezus Zijn hartebloed gekost.
Het rechtvaardige oordeel van Jezus over onze wereld houdt immers in dat Hij Zichzelf heeft veroordeeld voor onze zonden, voor onze tekortkomingen.
       Dat is om stil van te worden.

Daarom mag God ook iets, ja veel, van ons verwachten.
Wij zijn van Zijn geslacht, lazen we.
Door Zijn Geest zijn wij één met Hem. Zo is Hij in ons.
In Hem leven wij, bewegen wij, en bestaan wij.

Ja, als wij dat erkennen en zo beleven mogen, als we daaruit leven, dàn zul je dat ook zien aan onze manier van leven.
Aan de manier waarop wij in het leven staan.
Aan de manier waarop wij God vóór laten gaan bij onze beslissingen. Aan de manier waarop wij dagelijks waar maken wat wij bidden: Uw koninkrijk kome…
Dan zijn wij rechtsbetrachters, en welkom op het feest.
Laten wij het waar maken, en niet verhinderen.
We kunnen het.
Want daartoe helpt ons God, Vader, Zoon en Heilige Geest.
Amen.

Orgelspel

Dienst van de Gaven
 
In verbondenheid met wie ons zijn voorgegaan belijden we samen ons geloof: 

Geloofsbelijdenis
Wij belijden ons geloof samen met de eerste getuigen van Jezus Christus:
Met Johannes de Doper: Zie hier het lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt...
Met Andreas: We hebben de Messias gevonden...
Met Nathanael:  Meester, U bent de Zoon van God, de koning van Israël...
Met de Samaritanen: Wij weten dat Hij werkelijk de redder der wereld is...
Met Petrus: U bent de Christus, de Zoon van de levende God...
Met Martha: U bent de Christus, de Zoon van God, die in de wereld komt...
Met Thomas: Mijn Heer en Mijn God....
Amen.

Voorbeden
Heer, wij danken U dat we in vrijheid mogen belijden wat we tastend of zeker geloven. Dat we in alle openheid voor U kunnen en mogen kiezen.
Help ons dan door Uw Geest iedere dag weer ons daarvan bewust te zijn, en in heel ons leven telkens weer te vragen om Uw, om Haar leiding.
Wij hebben het voorbeeld van Jezus voor ogen, die ons leert hoe wij mens moeten zijn naar Uw beeld, het boek waarin U ons onderwijst is voor ons allen beschikbaar.
Als we echt luisteren horen we hoe Uw stem ons waarschuwt, wanneer we een verkeerde weg in willen slaan. Help ons dan om open te blijven staan voor die stem,
om scherp te blijven in onze beslissingen, om U, en Uw belangen voor te laten gaan in ons dagelijks leven.
Ook, en juist als we het eng vinden…
Schenk ons het vertrouwen dat in onze zwakheid juist Uw kracht openbaar wordt.

Wij willen U ook bidden voor al die gelovigen die níet voor hun geloof uit kunnen komen. Zusters en broeders, in het Midden-Oosten, in China en in de rest van Azië…
Geheime gelovigen, noemt de Stichting Open Doors ze, die hun verhalen bij ons brengt.
Wil hun levens beschermen, wil hun geloof en hun liefde sterken, laat ons aan hen denken, zodat ze zich minder alleen voelen…

Heer, wij bidden U voor de mensen om ons heen: dat wij hen niet verhinderen om tot U te komen, maar dat ze zich door ons uitgenodigd voelen om U te leren kennen.

Voor onze regeerders in kerk en staat bidden wij, niet alleen hier, maar wereldwijd, en met name ook in Israël, dat zij zich niet door angst laten leiden in hun beslissingen, maar door liefde, die verder gaat dan het eigen ik. Wees hun en onze wijsheid, Heer, wij schreeuwen het naar U uit: red onze wereld, red onze kinderen, red onze zielen.  
Wij bidden U voor de zieken…            stervenden

Heel in het bijzonder denken wij aan nu hen die li
jden onder de gevolgen van regen en aardverschuivingen, van droogte en vlammen, van oorlogen en geweld
Wij zouden zograag een groots gebaar maken, iets doen dat er toe dóét…
En U zegt: doe jij nu maar wat Ik van je vraag.
Leid ons dan, Heer, elk uur, elk ogenblik.
In de stilte van dit moment leggen we voor U neer wat we niet zo makkelijk met elkaar kunnen delen…

- Stilte voor persoonlijk gebed –
En we zingen het gebed dat onze Heer ons heeft geleerd: (zoals men hier gewend is)




Afkondigingen door de ouderling van dienst

Collecten: 1 – Kerk in Actie – Zending
2 – locale werk van kerk en pastoraat.
Tijdens de collecte is er orgelspel en de kinderen uit de crèche komen in de kerkzaal.

Ons slotlied is een gebed:  Gezang 437   
= Lied 834               (staande)
Laten we het dan ook zo zingen.


Zegen
De gemeenschap met God,
met alle heiligen en elkaar
vervulle Uw harten en gedachten,
Uw doen en laten,
Uw bidden en danken.
Van nu aan tot in alle eeuwigheid


En toen was er koffie en ontmoeting.