Voor eerdere diensten klik hier:

PROTESTANTSE GEMEENTE SOESTERBERG
Zondag 16 oktober 2011
 
PROTESTANTSE GEMEENTE SOESTERBERG
Zondag 16 oktober 2011 - Vredekerk 

Voorganger: Mw. G.A. Voerman (Utrecht) 
Organist: André Verheus Ouderling: Lieneke Epping Diaken: Cobie Smit  Koster: Izak Cinjee 
Er is crèche voor kinderen tot 4 j. Voor kinderen van 4 - 12 j. is er kinderkring.
- Abrona Om 10.30 uur is er een kerkdienst op Abrona, een instelling voor mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. De kerkenraad van onze gemeente is hierin vertegenwoordigd door Cocky Bisschop.
- Detentie-centrum Kamp van Zeist. Deze morgen vindt er ook weer een aantal kerkdiensten plaats in het detentiecentrum "Kamp van Zeist" in Soesterberg. Zoals iedere zondag, zijn daar ook vandaag weer vrijwilligers uit onze en andere gemeenten actief.

Orde van dienst zondag 16 oktober 2011
Voorbereiding
Orgelspel
Kerkklok luidt STILTE in als voorbereiding op de dienst

Binnenkomst kerkenraad en voorgangster
Gemeente gaat staan voor het 
Drempelgebed, door de ouderling van dienst 

Aanvangslied: Psalm 118: 1 en 5



(Ondertussen ontsteekt een kind het licht van de Paaskaars)

Votum en groet

Voorg. : Onze hulp is in naam van de Heer
Gem. : Die hemel en aarde gemaakt heeft
Voorg. : De Heer zal met u zijn
Gem. : De Heer zal u bewaren.

Voorg. : Genade en vrede, liefde en goedheid van God, voor u allen.
Gem. : Amen

Klein glorialied
 

Kyriegebed

Goede God, wij vertrouwen op Uw Woord,
daarom zijn wij hierheen gekomen.

Wij bidden U voor allen die daar toe niet in staat zijn.
Wij bidden U voor héél deze wereld, die van U niet weet of niet weten wil. 
Voor alle Christenen die worden vervolgd om hun geloof, èn voor allen die hen vervolgen. Zo bidden wij zingend: Heer, ontferm U. 3x
 

Lieve God, Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen wij, als wij vragen om vergeving,
als wij U vragen om alles wat ons aan zorgen en vragen, aan verdriet en onrust hindert, van ons weg te nemen,
opdat wij U in alle vrijheid als Uw kinderen kunnen aanbidden en danken. Zo bidden wij zingend: Heer, ontferm U. 3x

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden
en laat ons weer in vrede leven!
Zingend: Heer, ontferm U. 3x

Glorialied: TussenTijds 89 = Lied 306 het refrein:
   

Kinderen in het midden

De kinderen gaan naar hun eigen ruimte Onderwijl zingen we twee maal "Licht van 
Pasen, zondagslicht" = Lied 290
 


Dienst van het Woord

Gebed bij de opening van het Woord.
Laten wij bidden:
Heer, die met Mozes sprak van mond tot mond, 
die door Uw Geest sprak via de profeten,
die in Jezus Uw Levend Woord in ons midden zond,
laat nu Uw Geest ons hart openen voor Uw woord, 
voor Uw verlangen, voor Uw liefde. 
Door Jezus Christus, onze Heer. Amen. 

Eerste schriftlezing: Jesaja 5 : 1 - 7 
Het is een lied dat zingt van Gods liefde voor Israël, voor het land en voor het volk. 
Dat is het eerste couplet. De eerste stem. 
Maar als het loflied eindigt in een klacht, neemt een andere stem het lied over, en dan wordt de toon niet meer lieflijk, maar grimmig. 
Als laatste krijg je een derde stem, of is het de eerste?
Een stem die commentaar geeft, en uitleg…
Luister maar…
I
1. "Laat mij eens zingen van mijn liefste, een lied van mijn lief, en zijn wijngaard....
Een
wijngaard heeft er mijn liefste, op een helling, de vruchtbaarheid zèlve...
2. Uit groef hij die, en de stenen: hij smeet ze er uit,
en hij heeft hem
beplant met prima wijn.
Ja, hij bouwde een
wachttoren, mídden er in,
en ook hieuw hij een wijnpers daar in uit.
En hij wachtte vol
vertrouwen tot die volle druiventrossen gaf -
maar… stinkende
druiven waren het die hij gaf!"
....

II
3. "Nu dan, inwoner van Jeruzalem, en man van Juda, spreek toch recht tussen Mij en Mijn wijngaard!
4. Wat valt er nog te doen aan Mijn wijngaard,
dat
Ik er nog niet aan heb gedaan?
Op wat voor grond ben Ik er van uitgegaan dat hij volle trossen zou geven, terwijl hij stínkende druiven gaf?"

'???'
………

5. "Nu dan, nu wil Ik jullie eens laten horen wat Ik met Mijn wijngaard doe:
wéghalen z’n heg, zodat hij er aan kapot gaat!
afbreken z’n muur, zodat hij onder de voet wordt gelopen!
6. Rampzalig zal Ik ‘m maken...
Er wordt niet meer gesnoeid, er wordt niet meer geharkt, zodat doren en distel ópschieten zal,
en de donkere wolken zal ik verbieden er
regen op te laten stromen....."

III
7. "Waarachtig: een
wijngaard van de Aanwezige, de Vervaarlijke, (is) het huis van Israël, en de mens uit Juda: Zijn lievelingsplantage.....
En
Hij wachtte vol vertrouwen op recht, maar zie: bloedig ónrecht, op gerechtigheid, maar zie: hulp-gekrijt!"

Ja, wij hadden liever een ander verhaal gehoord, iets over liefde, trouw en vergeving.. laten we maar gaan zingen: uit TussenTijds 7 als een gebed…
= Lied 274
 

Tweede schriftlezing  Mattheüs 21: 33 – 43
Ik begin even met een stukje (gewoonte)recht uit Jezus' tijd. Het land was toegewezen aan families, vanaf de Intocht in het land. Maar het kon gebeuren dat een familie uitstierf, dat er geen erfgenaam was. In dat geval verviel het land aan de mensen die het eventueel hadden gepacht, en er op hadden gewerkt, zodat het werk van hun handen niet ging naar een of andere projectontwikkelaar. 

De lezing:
Het is in de laatste week van Zijn leven op aarde.
Jezus wordt door de overheden aangevallen op Zijn doen en laten. Waar haalt Hij de bevoegdheid vandaan? Hij antwoordt
niet direct, maar via gelijkenissen.
Eerst vertelt Hij die van een Vader die tegen Zijn beide zoons zegt: ga vandaag in de wijngaard werken.
De éne zoon zegt ja, maar hij gaat niet. De andere zoon zegt nee, maar gaat toch. Zo doet hij de wil van zijn vader.
En daar gaat het om!

33  Luister naar een andere gelijkenis.     
Er was eens een landheer die een wijngaard aanlegde en hem omheinde. Hij groef er een kuil voor de wijnpers en bouwde een uitkijktoren. Toen verpachtte hij hem aan wijnbouwers en ging op reis.

34  Tegen de tijd van de druivenoogst stuurde hij zijn knechten naar de wijnbouwers om zijn vruchten in ontvangst te nemen. (Dat was de pachtprijs.)
35  Maar de wijnbouwers grepen de knechten,
ze mishandelden er een, doodden een ander en stenigden een derde.

36  Daarna stuurde de landheer andere knechten, een grotere groep dan eerst, maar met hen deden ze hetzelfde.
37  Ten slotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, met de gedachte: Voor mijn zoon zullen ze wel ontzag hebben.
38  Toen de wijnbouwers de zóón zagen, zeiden ze onder elkaar: “Dat is de erfgenaam! Kom op, laten we hem doden en zó zijn erfenis opstrijken, ” (recht)
39  en ze grepen hem vàst, gooiden hem de wijngaard uit en doodden hem.
40  Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?’

41  Ze antwoordden: ‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.’

42  Daarop zei Jezus tegen hen:    
‘Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen:

“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”
43  Daarom zeg ik u: het koninkrijk van God zal u worden ontnomen, en gegeven worden aan een volk dat het wel vrucht laat dragen.
Tot hiertoe de lezing.
Wij danken God om Zijn levenswoord.

Ons lied is gezang 265: 1, 9 waarin we zingen van diezelfde wijngaard, maar dan in het licht van Gods liefde.
= Lied 737


Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve gemeente,
zusters en broeders…

Broeders en zusters van elkaar, als Gods kinderen, maar ook zusters en broeders van Jezus onze Heer.

Vandaag spraken onze lezingen over de wijngaard die God heeft geplant. Van Zijn verwachtingen, en hoe het wel eens tegenvalt. Hoe het eigenlijk bijna altijd tegenvalt.
Vandaag ook is het Micha-zondag, en in veel kerken wordt nu gesproken over gerechtigheid.
Dit naar aanleiding van Micha 6:8:
Er is jou, mens, gezegd wat goed is,
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.
 ‘De profeet Micha noemt in één adem trouw zijn, recht doen én leven in gehoorzame en liefdevolle omgang met God.
Deze drie elementen horen onverbrekelijk bij elkaar. Onze Heer, Jezus Christus, heeft dat mogelijk gemaakt en ons voorgeleefd.


In dit besef, en overtuigd van de bevrijdende oproep en kracht van het Evangelie van Jezus Christus, verbinden zich wereldwijd allerlei kerken, christelijke organisaties en (groepen) christenen opnieuw aan de drie principes van Micha 6:8. (Trouw, gerechtigheid, gehoorzaamheid uit liefde.)
En dan niet als een eenmalig gebeuren, maar als een groeiende gezindheid van het hart en gerichtheid van ons handelen.

Armoede en onrecht staan centraal tijdens de samenkomsten in veel Nederlandse kerken.
Omdat kerken geloven in recht.’  Zo zeggen ze het.

In de lezingen die wij vanmorgen te horen kregen, hebben we het niet over armoede, misschien wel over geestelijke armoede, maar daar is zeker sprake van de gerechtigheid, die God van ons verwacht. Niet eenmalig, als een stunt, als een Grote Daad, (met hoofdletters) maar als een dagelijkse discipline, waarbij we het belang van God en van de ander laten voorgaan vóór ons eigen belang.
Zo te leven in een bewuste liefdevolle trouw aan God en aan de naaste, dàt maakt je nederig.
En daar is niets mis mee.
Dan leg je
uit vrije wil je eigen belang, je eigen ego, terzijde, om in dienst van God en de naaste te staan.
Nee, dat valt niet altijd mee, want je moet er telkens weer bij nadenken. Alert zijn.
Maar het is wel een waardevolle manier van leven, ook al roepen allerlei psychologen dat we vooral voor ons zelf moeten kiezen. Dat is prima, maar het hoeft niet ten koste te gaan van anderen. 
We zijn als
mens geschapen om bewust te leven, om ons verstand te gebruiken, om te kiezen
Je kunt ook voor anderen kiezen, zoals ouders vaak voor hun kinderen kiezen, en zichzelf een aantal jaren op het tweede plan zetten. Zo zijn wij God dank
vrij om er voor te kiezen Gods wil te doen…
Want daar hoopt Hij wél op.
Hij rekent er op, bij Zijn kinderen...
Hier in dit land zijn we vrij. Nu nog wel.

Maar meer en meer wordt onze vrijheid van Godsdienst bedreigd. Niet door anders gelovigen, maar door ongelovigen, die de wortels van onze samenleving aantasten door het hier en nu, het snelle geluk, het genot, het Ik, heilig te verklaren.
Stinkende druiven zijn dat in Gods ogen, ondanks het vele goede waarmee Hij ons heeft verwend.
Dat heeft Hij niet aan ons verdiend.

Als we nog eens kijken naar de lezingen, dan zien we dat Jezus aanknoopt bij het lied van de wijngaard.
Het lied waarin Iemand, ik denk: de Heilige Geest, zingt over het Scheppingswerk van de Geliefde, van God. Bezingt hoe God iets heel moois heeft gemaakt, daar moeite voor heeft gedaan…
Hij verwachtte daar terecht, zou je denken, goede vruchten van…

Als je een eerste klas wijnstok plant, dan verwàcht je toch dat die prima druiven zal geven.
Maar de oogst is waardeloos.
Er zíjn wel druiven, maar ze zijn rot, ze stinken.
Het Hebreeuws gebruikt een behoorlijk sterk woord. Je zou er je neus bij dichtknijpen.
Stínkdruiven dus.

Een grote teleurstelling

Een teleurstelling die je door hoort klinken als de verontwaardigde stem van God laat horen: "Weet je wat Ik er mee ga doen? Kapot maken!!!
Ik wil er niets meer mee te maken hebben… Ik laat het aan de elementen over."
Aan de vernietigende krachten van de aarde waar God Zich níet mee bemoeit…


Dat klinkt heftig. Wat is er aan de hand?
Wat moeten we hiervan
denken?
En de
Geest die alles weet, die weet wat de Heilige God denkt en voelt, legt het uit aan de mensen die beter hadden moeten weten.

Het gaat om Israël, om het volk, en daarom ook om het beloofde land.
De Heer, de Aanwezige heeft Zich veel moeite gegeven om het volk uit Egypte te halen, om het in het land te brengen, waarvan Hij ooit aan Abraham, Izaäk en Jacob had beloofd dat hún nakomelingen daar zouden mogen wonen, indien zij Hem zouden dienen… Ze wonen in een land van melk en honing.
Vruchtbaar land. Een gezegend land.

En niet alleen dat: de Heer heeft ze onderweg, in de woestijn, geleid, gevoed en ook opgevoed, zodat ze als een beschaafd volk zouden kunnen samenleven. Samenleven met Hem en met elkaar, in één vloeiende beweging, in één verband.
Hij heeft ze uitgelegd hoe je op een goede manier kunt samenleven. In liefde en respect.
In
recht en gerechtigheid.
De
tien leefregels gaf Hij al aan het begin van de uittocht.
Die werden verder nog uitgelegd en neergelegd in inzettingen en voorschriften op allerlei terrein, in wetten en geboden, maar de basis is toch:
houd van je God met heel je hart en heel je verstand, en houd van je naaste als van jezelf. Houd dan ook van jezelf.
Nu, daarmee moest je toch uit de voeten kunnen, zou je denken. Maar zo werkt het niet.
Mensen zien telkens weer kans om van iets dat goed en mooi en nuttig is bedoeld ook misbruik te maken, en het zo lelijk en slecht te maken, doordat ze alleen kijken naar het nut voor henzelf, en niet naar het nut voor allemaal samen… of naar de prijs die een ander er voor betaalt...

Wij leven nu in een super-individualistische wereld, die de naam ‘samenleving’ niet meer verdient.
Er zijn mensen die roepen dat ze het recht, nota bene: het récht hebben om de ander te beledigen.
(De ander heeft natuurlijk niet het recht om daar aanstoot aan te nemen, dat begrijpt u wel.)

Maar laten we wél wezen: als je denkt dat je het recht zou hebben om een mens te beledigen, een medemens, die net als jijzelf geschapen is naar het beeld van God, naar het goede idee dat God er van had, dan denk je daarmee dus ook dat je het recht hebt om God te beledigen.
Schokkend vind ik dat! En U waarschijnlijk ook...

Velen zal dat overigens worst zijn.
Ze geloven toch al niet meer in Hem.

En het gevolg dat we niet meer samen zorgen voor de zwakken in de samenleving, voor de kwetsbare mensen, kinderen, zieken, ouderen, vluchtelingen, maar dat het gaat om het Ik, om het hier en nu
Zo krijg je niet het recht, dat de Heer mocht verwachten van een maatschappij die Hem kent, maar bloedig onrecht. Geen gerechtigheid, maar integendeel: het hulp-gekrijt, de schreeuw om hulp die opklinkt van weerloze mensen, en die niet meer gehoord lijkt te worden door iemand anders dan door God.

In de Trouw stond maanden geleden een bittere spotprent, waarin de vertegenwoordiger van onze regering zegt: Géén heilige huisjes meer…
…maar heilige villa’s!

Ons volk is er op dit moment wezenlijk net zo beroerd aan toe als Israël, op het moment dat Jesaja het lied van de wijngaard laat horen.
Het liefelijke lied lijkt op de droomwereld waarin ze leven, maar gaat over in een waarschuwing, die duidelijk maakt hoe het kan aflopen als ze zo doorgaan.
Er is niet naar geluisterd. Helaas.
En het
volk is in ballingschap gebracht door de bezetters. Het land werd al net zo hardhandig vertrapt en verwoest als het volk zelf.

Wie naar God niet luisteren wil, die moet maar voelen. Of, zoals mijn moeder placht te zeggen:
wie zijn achterste brandt moet op de blaren zitten.

Geen blijde boodschap dus.
Behalve… dat het een waarschuwing is.
Het is niet: zo zál het gaan, maar het verhaal vertelt ons hoe het kán gaan, als wij niet anders gaan denken. Niet omkeren op onze levensweg.

Er is altijd ruimte om opnieuw te beginnen.
Ook in Nederland.

God wacht op ons.
En als je kijkt naar de dingen die deze gemeente doet, naar de handen die U uitsteekt naar Abrona, naar het Kamp van Zeist, dan is het te zien, waar God serieus wordt genomen... Laat het zo blijven!
Laten er nog meer mensen komen die zich er voor inzetten! Meld u aan... U steunt al door Uw dagelijks gebed!


Terug naar het Evangelie, en naar Jezus de Heer.
Jezus die, laten we dat niet uit het oog verliezen, binnen een paar dagen zal worden gekruisigd, haalt het lied van de wijngaard aan.
Zijn luisteraars zijn niet alleen het
volk, maar ook de leiders van het volk.
Zij kunnen en moeten weten waar het citaat uit Jesaja op slaat.
Op henzelf.
Maar natuurlijk ook op het
volk dat geen kritische vragen stelt. Dat maar goed vindt, wat de leiders bedenken...
En Jezus vraagt ze: wat zou er in zo’n situatie nu moeten gebeuren? Wat vinden jullie?
De mensen van Jeruzalem, de mannen van Juda, ze staan niet met de mond vol tanden, zoals in Jesaja. Soms lijkt het alsof we de dingen zelf naar ons toe halen. Want als kippen zonder kop roepen ze zonder nadenken: onteigenen, weg met die lui.
Dertig jaar later, een mensenleven, is dat dan ook wat er gebeurt met Jeruzalem. In 66.
Alsof ze het zelf hebben besteld bij de Heer.
Hun bloed kwam over henzelf en over hun kinderen.
Wat is dat hard, wat is dat bitter.

Moest dat nu zo?

Nee, dat was niet de bedoeling.
Dat was nooit Gods bedoeling.
God heeft alle voorwaarden voor een meer dan menswaardig leven aangeboden. Hij heeft àl het mogelijke gedaan om het ons naar de zin te maken.
Maar als mensen leven vanuit hun onderbuik, en weigeren hun hart en hun hersens te gebruiken, gaan er dingen grondig mis.
Dat geldt voor Israël, dat geldt ook voor ons.

Als we niet letten op God, als we niet om ons heen kijken en de ander niet achten, dan gaan de dingen mis.
Jezus zegt tegen Zijn toehoorders:
‘Hebt u dit nooit in de Schriften gelezen:
“De steen die de bouwers afkeurden
is de hoeksteen geworden.
Dankzij de Heer is dit gebeurd,
wonderbaarlijk is het om te zien.”
Hij citeert daarmee psalm 118.
Ik lees u een paar verzen van deze psalm, om het beter te begrijpen. Een pelgrimslied dat gezongen wordt door mensen op weg naar de tempel.
19 Open voor mij de poorten van de gerechtigheid,
ik wil binnengaan om de Heer te loven. ...
20 Dit is de poort die leidt naar de HEER, 
hier gaan de rechtvaardigen binnen. 
21 Ik wil u loven omdat u antwoordde 
en mij de overwinning gaf. 
22 De steen die de bouwers afkeurden
is een hoeksteen geworden.
23 Dit is het werk van de Heer,
een wonder in onze ogen.

24 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, 
laten wij juichen en ons verheugen. 
25
Heer, geef ons de overwinning, 
HEER, geef ons voorspoed. 
26 Gezegend wie komt met de naam van de
Heer
Wij zegenen u vanuit het huis van de
Heer
(Met deze woorden werd
Jezus, de Heer, begroet bij Zijn intocht met palmpasen!!!!)
27 De
Heer is God, hij heeft ons licht gebracht. 
Vier feest en ga met
groene twijgen (!)
tot aan de horens van het altaar. 
28 U bent mijn God, u zal ik loven, 
hoog zal ik u prijzen, mijn God. 
29 Loof de
Heer, want hij is goed, 
eeuwig duurt zijn trouw. Halleluja!

Jezus is Zelf de hoeksteen, die door mensen, die beter hadden moeten weten, werd afgekeurd, maar tot God tot belangrijkste steen van het gebouw gemaakt is. De steen die de ingang bij elkaar houdt.

Die hoeksteen is niet uit de lucht komen vallen, want die komt uit een profetie in Jesaja 28: 14 Daarom, hoor de woorden van de Heer, jullie spotters, leiders van het volk van Jeruzalem.
Jullie zeiden:
‘Wij hebben een verbond gesloten met de dood,
met het dodenrijk zijn we een verdrag aangegaan.
...16 Maar dit zegt God, de Heer:
Ik leg in Sion een fundament met een uitgelezen grondsteen, een kostbare hoeksteen.
Wie zijn vertrouwen daarop grondvest,
hoeft geen andere toevlucht te zoeken.

Jezus zegt: Ik bén die hoeksteen.
Maar omdat jullie Mij niet geloven willen zal ook de rest van die profetie uit Jesaja 28 in vervulling gaan, en zal jullie dit land ontnomen worden, anderen zullen het in bezit nemen...


Dat klinkt allemaal heel triest.
Maar zoals ik net al zei: het is een
waarschuwing, daar hoeft het niet bij te blijven. Zo hoeft het niet te gaan, want God heeft Zijn Zoon gegeven, als hoeksteen, die de poorten der gerechtigheid voor ons open houdt, en als kostbare grondsteen, waarop wij ons bestaan kunnen opbouwen.
Dubbel kostbaar, omdat die steen is gewijd met het bloed van onze Heer aan het kruis. Heilige grond!

Inderdaad, ze hebben de Zoon niet ontzien!
Ze hebben Hem vermoord, en de wijngaard uitgegooid. Dachten ze. Maar de erfenis ontgaat hen.
God heeft andere plannen met het erfdeel.
In Jezus is Hij de overwinnaar op het dodenrijk, waar de leiders van Israël een verbond mee hadden gesloten. In Jezus opent Hij de toegang tot de eeuwigheid als we op Hem vertrouwen..

Laten wij dan bewust leven, met dat kruis dat ons genade en vrijheid heeft gebracht in het achterhoofd.
Laten wij dankbaar zijn voor die genade en die vrijheid, en daarop voortbouwen, heel ons leven.
Jezus zegt Zelf (in Johannes 15: 1)Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer... en: 4 Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. ... 5 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in Mij blijft en Ik in haar of hem, zal die veel vrucht dragen. ... 
Hij eindigt met:  Dit draag Ik jullie op: heb elkaar lief.
De ware erfgenamen van Gods koninkrijk, van het Hemels Jeruzalem, zijn zij die Gods wil doen.
Heb elkaar lief.
Amen!

Orgelspel

Wij willen God vragen om Jezus, om de Heilige Geest in ons leven met het zingen van het volgende lied.  TussenTijds 163 We zingen het 2x
Als alles duister is. = Lied 598

Dienst van de gaven

Voorbeden
Goede God, machtige God, lieve Vader in de hemel,
wij danken U om Uw genade.
Wij danken U, omdat U niet zegt: eigen schuld, draag de gevolgen maar, wanneer wij een puinhoop van het leven hebben gemaakt, maar dat U ruimte voor ons schept, de toegang tot U en tot anderen in Jezus open wilt houden...

Wij bidden voor heel deze wereld, voor alle mensen met macht en verantwoordelijkheid, van regeerders tot deelnemers aan het verkeer, en opvoeders van de jeugd, om Uw Heilige Geest.
Dat Zij ons wil inspireren met opbouwende gedachten, met aandacht en liefde voor de kwetsbare medemens, met liefde voor wie wij zèlf mogen zijn in Uw ogen: Uw geliefde kinderen.
Help toch ons daar steeds weer van bewust te zijn.

Wij danken U voor het mooie weer, deze fijne gemeente, de vele vrijwilligers, onze gezondheid die goed genoeg was om toch weer te komen in de kring om U heen...
Wij bidden voor de zieken,
voor de ouderen, voor hen die níet vrij zijn om te gaan en te komen zoals ze zouden willen, voor mensen op de vlucht, waar ook ter wereld, voor allen die om hun geloof worden vervolgd, en het zijn er zo velen, Heer!
Ook zij worden vaak met de dood bedreigd, net als Uw Zoon. Ontferm U en geef hen allen moed en geloof.

Dat bidden wij ook voor Israël, Uw oudste kind.
De leiders daar leven in angst voor de buren, en drijven op emoties, ze leven niet in vertrouwen op U, en ze gebruiken daardoor vaak niet hun verstand.

Wees ook daar heel in het bijzonder met Uw Heilige Geest, opdat Jeruzalem ooit weer een stad van vrede mag zijn.
Voor alle mensen, groepen, kerken en gemeenschappen waar men bezig is met de tekst uit Micha, met Uw verlangen naar gerechtigheid, zoals we vandaag ook hoorden uit de lezingen hier, willen wij bidden om kracht en liefde, geduld en genade.

Voor onszelf bidden wij: Heer, als alles duister is in ons leven, ontsteek dan een laaiend vuur dat nooit meer dooft.
Houd Uw liefde in ons bewustzijn brandend, zodat we U, zodat we Jezus, zodat we Uw Geest nooit meer vergeten, nooit meer opzij zetten om even iets te gaan doen dat niet bij U past.

Dat alles en nog meer brengen we bij U in de stilte van ons hart, in de stilte van deze plek...

Stilte

Gezongen Onze Vader

Nu kunnen we beginnen met handen en voeten te geven aan het Koninkrijk van God in de collecte...

Eventuele afkondigingen
door ouderling van dienst.
Collectes
          1e:      Werelddiaconaat
Gehandicapten en niet gehandicapten samen naar school. Oekraine Veel gehandicapte kinderen in de Oekraine gaan niet naar school, omdat er dicht bij huis geen scholen voor hen zijn. In Lviv richtten ouders van lichamelijk en verstandelijk gehandicapte kinderen daarom het Dzherelo Centrum op, een dagcentrum waar deze kinderen gezamelijk les krijgen. Het dagcentrum werkt volgens de Montessorimethode en ook ouders worden uitgenodig om deze stimuleren aanpak thuis toe te passen. Deze methode is vastgelegd in een handboek, waarmee leerkrachten van reguliere scholen kunnen worden bijgeschoold. Op termijn zullen gehandicapte kinderen daardoor ook op die scholen terecht kunnen. Kerk in Actie ondersteunt de inrichting van klaslokalen en aanschaf van speciaal lesmateriaal.
          2e:      Kerk en pastoraat

Kinderen terug in de kerk

Ons slotlied is gezang 257 (het wordt staande gezongen.) Halleluja, eeuwig dank en ere, lof, aanbidding, wijsheid kracht...


Uitzending

Het is tijd om even samen te zijn, om naar elkaar om te zien, en daarna de wereld in te gaan, met de zegen van de Heer over ons leven.

Zegen

Gods zegen draagt ons door dood en doop heen naar het leven in eeuwigheid.
Gods Geest geeft ons de woorden van eeuwig leven in de mond, en de moed in ons hart om die te delen.
Gods geliefde Zoon gaat aan onze zij, wanneer we hier vandaan gaan.

Zo zijn we dan gezegende mensen,
in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.  Amen

De zegenbede wordt door de gemeente
beaamd
een gezongenAmen.


Orgelspel na de dienst


Na de dienst
is men gewendom in de hal nog even na te praten over de dienst of om nader kennis te maken met onze gemeente, uiteraard onder het genot van een kopje koffie.
Wilt u meer weten over de Vredekerk?
Kijk eens op de website: www.pknsoesterberg.nl

Johannes 15
1 ‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. 2 Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. 3 Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb. 4 Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. 5 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. 6 Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. 7 Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. 8 De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn. 9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: 10 je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. 11 Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. 12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. 13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. 14 Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. 15 Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. 16 Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. 17 Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.