Voor eerdere diensten klik hier:

Eerste zondag van de Advent 28-11-2010 in de Lutherse Schuilkerk te Gorcum.

Organist: Peter Veen. Onder zijn gehoor:  ongeveer 23 gelovigen.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.       
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer     
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Confiteor

Wij belijden voor de Almachtige God,
dat wij gezondigd hebben,
gezondigd, in gedachten, woorden en daden…

Het is onze schuld, onze eigen grote schuld.

Daarom vragen wij God, de Almachtige,
de Barmhartige, Zich over ons te ontfermen,
ons al onze zonden te vergeven en ons te bevrijden van alles wat verkeerd is.
Amen

De Almachtige  God schenke ons Zijn genade!
Amen!

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Ons introïtuslied op deze eerste adventszondag, die naar deze psalm is genoemd: Ad te, Domine, levavi (tot U Heer heb ik opgeheven) is psalm 25: 1, 2 en 4


Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot -
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!

 

Gebed.

Heer, tot U heffen we ons hart en onze gedachten.
U aanbidden wij, en U smeken wij
om Uw Geest, en om Uw aanwezigheid
in dit uur en in heel ons leven.
door Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Lezing Oude Testament: Jesaja 2: 1 – 5
Hieraan vooraf ging de eerste profetie van God bij monde van Jesaja, over de ontrouw van Jeruzalem, van de gelovige gemeenschap. Zwaar zal de Heer hen straffen, laat Hij weten. Tenzij ze zich bekeren.
Maar dan volgt er een tweede profetie… Hoeveel later?
Alleen God weet dat. Luister…
1. Wat Jesaja, de zoon van Amoots, schouwde ten aanzien van Juda en Jeruzalem:
2. Het zal wezen aan het vastgestelde einde van de tijd:
(dan) zal de berg, die het huis van de Aanwezige is, aan het hoofd der bergen staan, ja, die zal worden ópgetild uit de dalen, en alle vreemde volkeren zullen er op af stromen.
3. Ja, vele volkeren zullen op wég gaan, en ze zullen zeggen: ‘Kom op! Laten we opklimmen naar de berg van de Aanwezige, naar het huis van de God van Jacob! Die zal ons onderwijzen in Zijn levenswegen, en we zullen Zijn paden bewandelen’.... Want vanuit Sion zal levensles (Thora) uitgaan, ja, een Godswoord vanuit Jeruzalem.
4. Dan zal Hij rechtspreken tussen de vreemde volkeren, maar voor vele volken zal Hij pleiten, en ze zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen, en hun steekwapens tot snoeischaren. Geen volk neemt het zwaard meer op tegen een ander volk, en ze zullen geen les meer geven in de krijgskunst.
5.  Huis van Jacob: Kom op! Laten we gaan (= léven) in het Licht van de Aanwezige!


Die opwekking mogen wij ons ook aantrekken. Om daarin te oefenen zingen wij uit TussenTijds nr.130


Mét de gemeente in Rome die leert te leven in het tastend besef dat Jezus leeft en in hun midden is, met alle gevolgen van dien, lezen we nu de levensles in de Epistellezing uit: Romeinen 13: 8 – 14  Groot Nieuws- bijbel
8 Zorg ervoor, bij niemand in de schuld te staan.
Het enige dat u elkaar schuldig moet zijn, is liefde. Wie zijn naaste liefheeft, heeft voldaan aan de hele wet.
9 Want de verboden: Pleeg geen echtbreuk, bega geen moord, steel niet, begeer niet wat van een ander is, deze en alle andere worden samengevat in dit ene gebod: Heb uw naaste lief als uzelf.
10 Wie haar naaste liefheeft, doet hem geen kwaad.
De wet vindt dus haar vervulling in de liefde.
11 U moet trouwens goed beseffen hoe laat het is.
Het is tijd om wakker te worden en op te staan. Onze bevrijding is nu dichterbij dan toen we begonnen te geloven.
12 De nacht is haast voorbij, de dag begint al bijna. Laten we dus de praktijken van de duisternis afleggen en de wapenrusting van het licht aandoen!
13 We moeten ons behoorlijk gedragen alsof het al helemaal dag is. Dus geen zwelgpartijen en drinkgelagen, geen ontucht en losbandigheden, geen onenigheid en afgunst.
14 Nee, we moeten ons als het ware wapenen met de Heer Jezus Christus en niet ons zondige ik koesteren dat tot allerlei begeerten aanzet.

De psalmist roept het uit: Halleluja! Uit Sion, de volkomen schoonheid, verschijnt God in lichtglans. Onze God komt en zal niet zwijgen!
HALLELUJA!
\

Laten wij dan zingen gezang 423


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 24: 32 – 44
In het voorafgaande deel heeft de Heer de leerlingen aangemoedigd het Evangelie te verkondigen, met grote haast, want er komen barre tijden aan, Gods toorn over ons wangedrag zal gewroken worden, zelfs de maan en de sterren worden niet gespaard, en daarna zal Hij komen in glans en heerlijkheid…
32. Van de vijgenboom moeten jullie leren hoe het zit: wanneer zijn twijg zacht wordt, en de bladeren uitlopen, dan weten jullie dat de zomer nabij is....
33. Zo (moet het) ook (met) jullie (gaan): Wanneer jullie al die dingen zien, wéét dan dat het vlak voor de deur staan!
34. Waarachtig! Ik zeg jullie dat deze generatie niet voorbijgaat, voordat al die dingen gebeuren.....
35. De hemel en de aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen absoluut niet vergaan.
36. Niemand weet iets over die dag en dat uur, de engelen in de hemel niet, en de Zoon niet, maar alleen de Vader.
37. Want zoals de dagen van Noach, zo zal de verschijning ten troon zijn van de Mensenzoon...

38. Want zo waren ze in die tijd, voor de vloed, maar aan het eten en drinken, huwen en uithuwelijken, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging.
39. En ze hadden er geen idee van, totdat de vloed kwam, en allen mee-sleurde........        
Zo zal het ook zijn met de verschijning ten troon van de Zoon der mensen.... 

40. Dan zullen er twee (man) op de akker (bezig) zijn, een wordt weggedragen, en de ander wordt achtergelaten....
41. Twee vrouwen zijn aan het malen met een maalsteen, een wordt weggedragen, en de ander wordt achtergelaten....     

42. Waakt dan, want jullie weten niet op welke dag jullie Heer komt.
43. Maar dit moeten jullie wel weten, dat als de heer des huizes wist op welk moment van de nacht de dief komt, dan zou hij de wacht wel houden, en niet toelaten dat er in zijn huis werd ingebroken.
44. Daarom moeten ook jullie klaar staan, want jullie kunnen je het moment waarop de MensenZoon komt niet voorstellen....

Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


In antwoord op Gods Woord willen wij ons geloof belijden:
Wij geloven in God, sterker dan de dood,
die het leven wil van mensen, zoals jij en ik,
die ons heeft gedroomd, voor we er waren,
die veel van ons verwacht, en ons geschapen heeft
met kracht en moed en liefde.

Wij geloven in Jezus, Zijn Zoon, die mens werd,
ons gelijk, om weer zin te geven
aan wat zinloos werd: ons leven.
Gekruisigd is Hij, om onze schulden te voldoen.
Opgestaan na drie dagen, leeft Hij voor eeuwig
bij God, waar Hij op ons wacht.

Wij geloven in de Geest van Liefde en waarheid,
Gods wezen, dat Hij met ons deelt.
Zij juicht en huilt in ons, spreekt ons weer moed in,
brengt ons terug.

In één doop geloven wij,  in één kerk
- die wereldwijd ontheven aan structuren en machten - ,
ons verenigt in één Lichaam, één geheel.
Tot in eeuwigheid.
Amen.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve mensen,

Vanaf Pasen en Pinksteren, toen de vorige paarse tijd abrupt werd doorbroken met het stralende wit van de Opstanding, zijn we een lange weg gegaan.
Toen leefden we van de liefde, belééfden we de feesten, tot en met de gouden zondag Trinitatis.
Ons geloof, ons kerkelijk leven, stond in volle bloei. En daarna rijpten de vruchten. De groene tijd.
Maar de dagen werden  korter, de nachten langer, de wereld bleef in crisis, en er gebeurden veel nare dingen in de grote wereld waarin we leefden.
Of in ons persoonlijk leven…
Soms hielden we de geloofsspanningsboog niet vol.
Soms bleken de vruchten van ons geloof niet voldoende te voeden, of wij vergaten om ze met elkaar te delen, en ze zo dubbel voedzaam te maken.
Het verslofte en verstofte wat…
Dat kan zomaar gebeuren.
En dan is het heilzaam dat het donkere groen, bijna duister geworden, verwisseld wordt voor het paars van de bezinning.
En voor de oproep: wakker worden!
Kijk waar je mee bezig bent! Versuf je leven niet!
Je dagen zijn geteld, en ze zijn kostbaar.
Ga aan het werk, en wees je bewust van het Evangelie dat met alle mensen gedeeld moet worden!!! Namelijk, dat wie volhoudt tot het einde behouden zal worden, zoals de Heer zegt in vers 13 van het hoofdstuk 24 dat we uit Mattheüs lazen.

In alle drie de lezingen worden we opgejut, aangemoedigd, om ons bewust te zijn van de eindigheid der tijden, van Gods ongenoegen, van Zijn verwachtingen, en van onze eigen rol in het geheel.
Ook wij doen er toe. Ieder van ons.
Onze manier van leven is van levensbelang.
En onze verwachting, onze blijde verwachting, waaruit we leefden, maanden terug, mag geen werkeloos afwachten worden.
Geen: we zien wel of er nog wat van komt…

God moedigt ons aan om in actie te komen.
Om ons lot in eigen handen te nemen – mét Hem.
Leven met God.
Dat is het sleutelwoord.
Leven met God als een dagelijkse werkelijkheid, een welbewuste keuze.
Iets waar je bij nadenkt, waar je voor kiest.
Dat heet in oude kerktaal: bekering.
Terugkeren naar je basis, naar God.
Omkeren van je platgetreden paadjes, die heel snel doolhoven van besluiteloosheid kunnen worden.
Omdat het zo makkelijk is…
Maar niet kiezen is ook kiezen…
Niet kiezen voor is kiezen tegen
Tegen God en tegen jezelf.
Want zodoende dwaal je eenvoudigweg steeds verder van God af, en raak je de vreugde, de inspiratie kwijt, de bezieling
Dan weet je ook niet meer waarvoor je het eigenlijk doet, en wat zou je ook al weer doen?
Ik denk dat we dit proces allemaal wel een paar keer in ons leven hebben doorgemaakt, of zullen doormaken.

Totdat we weer worden geraakt en geprikkeld door het Woord dat Hij tot ons spreekt, in een lied, in een profetie, een lezing, in een stilte
En het is zaak om te luisteren.

God wikkelt er geen doekjes om.

Wie niet voor Hem is, blijkt uiteindelijk tegen Hem te zijn. Wie niet met Hem mee werkt, waakzaam en alert is, die mist de boot.
Die is niet geschikt voor het leven in eeuwigheid, waar alléén God is in allen en allen in God.

Er hangt voor ons geen prijskaartje aan de toegang tot dat koninkrijk van God: kort na het gesprek van de Heer dat we lazen is Hij vermoord. En opgestaan uit de dood. Dat is Gods vrije keuze. Genade.
Daarmee is onze toegang betaald.
Wij hoeven het niet te verdienen. Gods liefde is vrij.
Maar er wordt wel iets van ons verwacht, verhoopt, namelijk onze bewuste keuze.
Onze inzet.
Ons verlangen om er bij te horen, en daar iets voor te doen.
Onze bereidheid om de weg van de Aanwezige te gaan, zoals we lazen in Jesaja’s tweede visioen…
Dat tweede visioen is er een, we hoorden het, dat veel verder wijst dan het eerste…
Want al is God een Macht die Zichzelf serieus neemt, en terecht niet met Zich laat spotten, zoals blijkt uit het eerste visioen, Hij is ook en allereerst: barmhartig en genadig, Aanwezig in ons midden als een Moeder die Zich ontfermt, als een Vader die je leert hoe het verder moet gaan.
Na de toorn en de waarschuwing, die je niet in de wind moet slaan, is er ook ontferming en vergeving, maar… op de lange duur.
Niet voor de mensen die van God niet willen weten, maar wel voor hun kinderen, kindskinderen, het verre nageslacht.
Het is geen boodschap van: stil maar, wacht maar, alles komt goed, die Jesaja brengt, maar wel: ook het kwaad dat wij doen is eindig.
En als wij terugkeren tot God, dan blijkt dat Hij barmhartig is.
Aan het vastgestelde einde der tijden, zal blijken dat de dingen in Gods licht anders zijn dan ze lijken in onze ogen.
De heuvel Sion, een hobbeltje dat zich in een dal heeft vergist, als je het vergelijkt met échte bergen verderop, zal dan blijken de hoogste berg te zijn.
En de volkeren, waarvan het Joodse volk wat hoogmoedig denkt dat het buitenstaanders zijn, die maar heel in de verte een zeer verzwakte zegen van Abraham voor alle volkeren delen, blijken opeens voorop te lopen in hun ijver om Gods wegen, Gods levenslessen, Gods thora, te leren en te begrijpen.
Om te gaan leven volgens Gods wil.
Uw Wil geschiede, bidden we dagelijks…

Dat is toch een prachtig vergezicht
Alle volkeren zullen er eens bijhoren. Wij ook.
Als we willen leren van Israël. Als we Gods woord willen horen vanuit Sion, vanuit Jeruzalem, uit de mond van Gods eigen Zoon, Jezus, onze Heer.
En de profeet zegt tegen het eigen volk:
Huis van Jacob: Kom op! Laten we gaan (= léven) in het Licht van de Aanwezige!
En dat blijkt dan te zijn: leven in vrede.
Dat is een vrede die niet komt van verdragen en besluiten tussen staten, maar die komt als wij besluiten de naaste te verdragen, en meer nog: wanneer we besluiten te leven alsof Gods dag al is gekomen. Alsof al onze daden voor God en alle mensen al zichtbaar zijn en openbaar.
Dat geeft een vrede die van binnenuit komt, omdat we er voor kiezen
En als je er voor kiest, wordt het je geschonken: die vrede die alle verstand te boven gaat.

Wie liefde geeft, wie zijn of haar vijand lief wil hebben, en dat is dus iets dat je met je verstand doet, niet allereerst met je gevoel, die ontvangt liefde.
Gods liefde.
Die mens staat in de traditie van Jezus.

Maar dan is het wel zaak van wakker zijn en waakzaam blijven.
Christen zijn is leven op het scherp van de snede. Is iedere dag opnieuw beginnen alsof gisteren niet was, en elke dag een nieuw geschenk is.
Als we ’s avonds de dag doornemen met de Heer, is er veel waar we ons over kunnen schamen. Vaak moet ik zeggen: ik ben de hele dag voor U bezig geweest, maar ik was niet mét U bezig.
En dan is het zo goed dat ons kerkelijk jaar ons weer bepaalt bij de zaak waar het om gaat. Bij de verwachting, de hoop… de mogelijkheden om daar uit en daar naartoe te leven. Naar dat rijk van Vrede.
God geeft ons telkens nieuwe mogelijkheden.
Nieuwe teksten, die we al honderd keer gehoord en gelezen hadden, maar opeens valt er een nieuw licht op. Nieuwe mensen komen op onze weg, voor wie wij misschien een stukje licht mogen zijn…
Er was ooit een mooie kaart van Loesje, helemaal zwart, met wat witte stippen, en daarop stond: het was zo donker om mij heen,  dat ik alleen maar lichtpuntjes zag. Die had ik voor u willen meenemen, maar op de site van Loesje vond ik alleen nog maar een
lichtere variant: het was zo donker dat ik overal lichtpuntjes zag
In elk geval denk ik dat het er om gaat dat wij voor mensen om ons heen die lichtpuntjes vormen, misschien wel door ze eens mee te nemen naar deze dienst, of door ze te wijzen op het Licht van de Wereld, dat we verwachten: de Zonne der gerechtigheid, de Morgenster… zomaar wat namen die de kerk in de loop der eeuwen heeft gegeven aan de Heer wiens komst wij verwachten.
Met Kerst verwachten we geen kind in de kribbe, daar danken we voor. Maar het is de opmaat voor de troonsbestijging van de Heer van deze wereld.
In ons leven allereerst, en ooit ook zichtbaar voor iedereen… aan het einde der tijden.

Zou Jezus het hebben over het einde der tijden, als Hij met Zijn leerlingen, en met ons, spreekt over de dingen die komen gaan? Over de verschrikkelijke dingen die moeten gebeuren voordat het rijk Gods met kracht aanbreekt, en we de Mensenzoon Zijn troon zien bestijgen?
We weten het niet.

Theologen zijn met veel verschillende verklaringen gekomen, je ziet ze bijna op hun handen lopen om maar uit te leggen hoe het kan dat Jezus zegt: deze generatie zal niet voorbij gaan voordat al die dingen gebeuren…  zonder dat ‘men’ het zag…
“De hemel en de aarde zullen vergaan, maar Mijn woorden zullen absoluut niet vergaan”, zegt Hij dan ook nog, maar kun je die woorden dan wel vertrouwen? Dat is voor velen de vraag.
Mensen zijn teleurgesteld, want zij hebben de mensenzoon niet zien komen, ondanks de vreselijke dingen die gebeurd zijn.
Jezus zei echter ook: “Niemand weet iets over die dag en dat uur, de engelen in de hemel niet, en de Zoon niet, maar alleen de Vader.”
Hijzelf wist dus op dat moment ook niet het hoe en wanneer. Hij is daar duidelijk over.
Hij wist alleen maar dat Zijn lijden dichtbij was, en er nauw mee verbonden was.
Dat Zijn dood het offer was voor het Nieuwe Verbond met héél de mensheid.

Misschien zoeken we ook wel te ver.
Misschien hoeven we niet te wachten op een kernoorlog om zon en maan in bloed te zien veranderen. Ik denk, zoekend en tastend, aan de dag van de kruisiging. Astronomen nemen nu aan dat de duisternis van dat moment werd veroorzaakt door een zonsverduistering, waarbij de maan voor de zon schuift… het licht bij een volledige zonsverduistering kan roodachtig worden, en wat je dan nog ziet van zon en maan heeft een bloedrode uitstraling. Dat past bij de woorden van Jezus.
In de bijbel wordt gesproken van graven die open gaan, van doden die verschijnen aan verschillende mensen… Het voorhangsel dat scheurt.
Is het niet zo dat op het moment dat de Heer overwint op het kruis, en verslagen lijkt te zijn, het rijk Gods op aarde gevestigd ís?
Het nieuwe Verbond is gesloten.
De volkeren komen en luisteren naar het Woord dat vanuit Jeruzalem klinkt: de Heer is waarlijk opgestaan!
We moeten wel heel attent en waakzaam zijn om het op te merken.
Het is nog niet zo dat iedereen het ziet.
Gods Grote Dag is nog niet aangebroken.
Niet iedereen erként Gods macht.
En om de een of andere duistere reden heeft de verslagen duivel nog steeds enige zeggingskracht.

Ja, maar dat heeft ook met onze keuzes te maken.
Wij kunnen en mogen leven alsof het al dag is.
En laten we ons niets wijsmaken: hier ís het dag.
Wij hebben de taak te zorgen dat het hier niet donker wordt.
Regelmatig luister ik op 1008 AM naar Grootnieuws-radio, een zender waar veel goed nieuws wordt gebracht, bekende en nieuwe christelijke muziek, af en toe knetterende christelijke rock, voor de generaties onder de mijne, overdenkingen, bijbelstudies, en ook regelmatig verhalen over, en getuigenissen van Christenen in Moslimlanden.
Daar is het donker, en daar is het heel zwaar om voor je geloof uit te komen, en zelfs als je er niet voor uitkomt, dan kun je nog gedood of mishandeld worden, omdat men het vermoedt
Wij hebben het zó goed, hier!
Tenminste: zolang wij levende getuigen zijn en blijven van Jezus Christus!
Zolang wij leven met het oog op Hem.
Want als je hier leeft en je concentreert op de dingen van de wereld om ons heen, dan is het zoals Jezus zegt van Zijn eigen tijdgenoten: het is als in de tijd van Noach, ze deden maar, ze genoten het goede leven, en luisterden naar God noch gebod.
Ze stonden er niet voor open!
Als je er niet op gespitst bent, dan hoor je Gods stem vaak niet. En je weet niet wanneer die klinkt.
Als je weet wanneer een dief je huis probeert binnen te komen, dan ben je wel alert.
De duivel is de dief die probeert bij ons in te breken, en ons in slaap te sussen…
Ons ver van God te houden… de verwachting te doen verbleken
Maar wij mogen weten van Kruis en Opstanding.
Wij mogen weten dat wie volhoudt behouden wordt, wat er ook gebeurt in ons leven.
Dit is het moment om te kiezen.
Dit is het moment om toe te leven naar het licht van Christus. Naar Kerst en Epifanie: de troonsbestijging van de Heer.
En hoe doe je dat? Romeinen 13:8 zegt:
Wie zijn naaste liefheeft, heeft voldaan aan de hele wet.
Liefhebben… lastig, denk je.
Je naaste hoogachten, begin daar dan maar mee.
Als je in hem, in haar, iemand wilt zien waar de Heer voor gestorven is, uit pure liefde, net zoals voor u, voor jou, dan is onze adventstijd een periode waarin het Licht steeds dichterbij komt.
Dichterbij ons – en dichter bij deze wereld.
Blijf waakzaamGod staat ons bij.
Amen.

Muziek
Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen,
om  door  te geven, om met velen te delen
     en er zo dubbel van te genieten.
Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen:   in de collecte          Na het gebed over de gaven zingen wij uit TussenTijds 036 = lied 91a

Collecte voor: kerk en diaconie.

Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend,
wat wij hebben gekregen, is uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde en aandacht.
Wijs ons in dit alles de weg.
Om Jezus’ wil…
Amen.

Ons lied is TussenTijds 036 = GvL 489. = Lied91a. U mag hem of haar zingen, wat bij u past.
         

Laten we danken en bidden:
Lieve God,  wij danken U voor Uw geduld
met onze kleine en onze grote schuld.
Wij danken U, dat we telkens weer om mogen keren naar U toe.
Dat U ons steeds weer wakker roept.
Open ons de oren, open ons hart, opdat wij de moed hebben Uw stem te horen en te verstaan.
Maak ons waakzaam en sterk, juist als we ons moe en zwak voelen. Help ons om lichtpuntjes te worden in een duistere wereld. Door gewoon te beginnen bij wat voor de hand ligt. Open ook onze ogen voor de noden van de mensen waar we iets aan kunnen doen. De mensen die U op ons pad brengt.
Wij danken U dat wij vrij zijn om hier naar de kerk te gaan, om ons geloof te belijden, er voor uit te komen en er uit te leven.
Wij bidden U voor al die christenen die worden vervolgd, wereldwijd. Minstens zoveel als in de tijd van de eerste christenen.
Wij bidden U ook voor hen die door onze onverschilligheid niet worden gewezen op U.
Wij zijn geen christelijke natie meer, en daar schamen we ons voor.
Geef dat wij ons niet schamen voor U.
Dat U Zich niet voor ons hoeft te schamen.
Heer, wij danken U voor het werk van Open Doors, dat opkomt voor Christenen in de knel.
Zegen deze mensen, en het vele dat ze doen.
De Verenigde Naties stemmen op 1 december over een resolutie, waarbij het beledigen van een godsdienst strafbaar wordt gesteld, maar als die wordt aangenomen betekent het dat Uw kinderen in moslimlanden officieel berecht kunnen worden omdat ze U belijden als hun Heer, want dat wordt daar als een belediging gezien. Heer, help toch voorkomen dat deze resolutie wordt aangenomen, het ziet er zo slecht uit, maar U bent machtig om die plannen te doorkruisen. Wil dat dan ook doen, Heer God.
Wij smeken het U.

Wij danken U voor deze gemeente, waarin wij ons veilig en thuis bij elkaar en bij U mogen weten.
Voor Bob en Annemarie willen we U dankend bidden, dat ze aan de 17  jaar van hun huwelijk nog vele jaren in gezondheid en geluk mogen toevoegen door Uw goedheid.
en wij bidden U voor onze zieken: met name voor Reinie Temme. Geef dat de behandelingen die ze heeft ondergaan ook mogen aanslaan, en een goed effect hebben… wees haar kracht en bijstand in alles. Dat bidden wij ook voor de mensen in onze eigen omgeving die Uw hulp en bijstand, Uw genezing en genade nodig hebben. Wij noemen voor U hun namen in de stilte van dit moment…

En samen zeggen wij, zoals onze Heer ons leerde:
Onze Vader in de hemel,
laat Uw naam geheiligd worden,
laat Uw koninkrijk komen
en Uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.


Ons slotlied is gezang 117:6 Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ gezang 117:7
Nu zingen we vers 6, als bemoediging voor onszelf, maar ook met al die anderen in gedachten.

Zegen:
Moge God de Vader de Ruimte zijn waarin je leeft,
Moge God de Zoon de Weg zijn die je gaat,
Moge de Geest het Licht zijn dat je naar de waarheid voert.

Allen: Amen

117:7 Nog eens zal Hij verschijnen ...