Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag 7 na Trinitatis 22-7-2012 in de Lutherse kerk te Zeist 

Organist:  Eddy Vliem

Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Confiteor:
Om Uw lof, die ongezongen bleef vragen wij U:
vergeef ons.
Om het gebed, dat ongebeden bleef, vragen wij U: vergeef ons.
Om de liefde, die niet gegeven werd, vragen wij U: vergeef ons.
Om de liefde, die niet ontvangen werd, vragen wij U: vergeef ons.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Onze Introďtus-psalm is psalm 33: 1, 2, 7 (hem of haar in vers 7)


Laten we de Heer aanroepen om ontferming voor de grote nood van deze wereld,
en dan Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde!



Zondagsgebed:
Heer, in deze wereld zijn velen de weg kwijt in het leven, kom met Uw Heilige Geest en leid ons zo tot U en elkaar, door Jezus Christus, onze Heer.
Amen.

Lezing Oude Testament: Jeremia 23: 1 – 6 NB

Het Hebreeuwse woord ra’a dat in deze lezing een sleutelrol speelt, heeft een dubbele betekenis.
We komen het meestal tegen als: weiden, herder zijn van een kudde, maar de grond-betekenis is: voorgaan, het pad voor de ander verkennen, de beste weg uitzoeken, en op die manier het leven mogelijk maken voor wie aan je zorg zijn toevertrouwd.
De tweede betekenis is dan ook die van prins, koning, aanvoerder, voorganger van mensen zijn.
Dat kan hier ook op de priesters slaan.
Deze tweede betekenis heeft in deze lezing de overhand, ook al spreekt de Heer over het volk in beeldspraak als over Zijn eigen kudde...

1  Wee de kwalijke herders die het wolvee dat Ik weid verloren laten lopen en verstrooien!, is de tijding van de ENE.
2  Daarom heeft de ENE, Israëls God, zó gezegd tot de kwalijke herders die Mijn gemeente kwalijk weiden: gij allen die Mijn wolvee hebt verstrooid, hen hebt weg gestoten en hen niet hebt opgezocht, zie, Ik bezoek aan u het kwaad van uw handelingen, is de tijding van de ENE;
3  Zelf zal Ik de rest van Mijn wolvee verzamelen uit al de landen waarheen Ik hen verstoten heb,–
en hen doen terugkeren naar hun oase waar ze kunnen bloeien en groeien;
4  Ik zal over hen doen opstaan herders die hen werkelijk weiden,– en zij hoeven niet meer bevreesd of gebroken te zijn en te worden opgezocht, is de tijding van de ENE.

5  Zie, er komen dagen, is de tijding van de ENE,
dat Ik aan David zal doen opstaan een spruit die rechtmatig is,–  
koninklijk zal hij koning zijn, vol inzicht, en recht en gerechtigheid doen in het land;
6  in zijn dagen zal Juda worden bevrijd, Israël zal wonen in veiligheid;  dit is zijn naam waarmee ze zullen roepen: ENE, onze gerechtigheid!
tot hier toe deze lezing.

Ons lied is uit TussenTijds nr. 167 helemaal en zingt hetzelfde nog eens met andere woorden. = Lied 605

De toekomst is al gaande... 

Epistellezing1 Cor 10: 23 – 24

Dit is een bekend stukje uit de brief aan de gemeente in Corinthe, waar de slager gekoppeld was aan de tempel van de stadsgoden. Als je daar kocht, kocht je offervlees. Sommige Christenen hadden daar geen moeite mee, ze voelden zich vrij in Christus, omdat ze niets met die offers van doen hadden, andere mensen hadden het gevoel dat zij als Christenen dat vlees juist níét konden eten.
Paulus roept de mensen op om rekening te houden met elkaars gevoeligheden, ook al is hij het er mee eens dat wij in Christus vrij zijn en boven dat soort dingen kunnen staan. We lezen zijn oproep:


23.
Alles is toegestaan, maar niet alles draagt bij (tot het goede).
Alles is toegestaan, maar niet alles is opbouwend.
24. Niemand moet uit zijn op de eigen zaken, maar (men moet uit zijn) op de zaken van de ander.

De Psalmist roept op: Halleluja: Kom, laten wij jubelen voor de HEER, juichen voor onze rots, onze redding.(ps. 95:1) Halleluja!



Wij zien uit naar dat koninkrijk van God, en zingen: gezang 294: 1 en 6 = Lied 756


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij Marcus 6: 30-44 Het Boek.
In Marcus 6 staat het verhaal van Jezus’ ontvangst in Zijn geboortestreek. Men geloofde Hem niet, omdat ze hem toch kčnden: een gewone jongen uit de buurt... Alleen een paar zieken genazen, omdat zij Hem wel wilden geloven.
Vervolgens zendt de Heer Zijn leerlingen er 2 aan 2 op uit, om te verkondigen dat Gods tijd aanbreekt, en dat men zich bekeren moet - ook zij genezen en zalven en hebben macht gekregen over demonen.
Dat is een teken , een levende gelijkenis, dat het werk van Jezus doorgaat, ook als Hij Zelf door ongeloof of straks door dood, Opstanding en Hemelvaart niet meer
Persoonlijk onder de mensen rond kan gaan.

30 De twaalf discipelen die er door Jezus op uitgestuurd waren, kwamen terug. Zij vertelden Hem wat zij allemaal hadden gezegd en gedaan.

31 Hij zei tegen hen: "Kom, we gaan naar een stille plaats, dan kunnen we een beetje uitrusten."
Want er liepen zoveel mensen heen en weer, dat ze niet eens de kans kregen rustig te eten.

32 Zij gingen de boot in en voeren weg om ergens alleen te zijn.
33 De mensen die hen zagen wegvaren, konden wel raden waar zij naar toe gingen en liepen er ook heen.
34 Toen Jezus uit de boot stapte, zag het op de oever zwart van de mensen, die uit de dorpen en steden waren gekomen. Hij had met hen te doen, het leek net een kudde schapen zonder herder.       
Daarom vertelde Hij hun weer over God.

35 Tegen de avond zeiden Zijn discipelen: "Het is al laat. U moet de mensen maar wegsturen,
36 dan kunnen ze naar de dorpen en boerderijen gaan om eten te kopen. Hier kunnen zij niets krijgen; er woont hier niemand."

37 Maar Jezus antwoordde: "Geven jullie hun maar te eten."
"Moeten wij dan brood gaan kopen?" vroegen ze. "Het kost een kapitaal om al die mensen te eten te geven!"

38 "Hoeveel brood hebben jullie?" vroeg Hij. "Ga eens kijken."
39 "We hebben vijf broden", zeiden ze, "en ook nog twee vissen." Jezus zei tegen de mensen dat zij in groepen in het gras moesten gaan zitten.
40 Even later zaten zij op het gras in groepen van vijftig en honderd personen.

41 Hij nam de vijf broden en de twee vissen, keek op naar de hemel en dankte God voor dit eten.
Daarna brak Hij de broden in stukken.    
Zijn discipelen moesten die uitdelen onder de mensen. Ook de vissen verdeelde Hij.
42-44 Iedereen at tot hij genoeg had. Er waren heel veel mensen. Het aantal mannen alleen al bedroeg 5000
Na
de maaltijd werd het overschot opgehaald en in manden gedaan. Twaalf manden vol!

Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
: In antwoord op Gods Woord willen wij samen ons geloof belijden door samen te spreken:
Ik geloof in God,
         die wilde dat de wereld goed was,
         die mensen en dieren maakte,
         planten en bomen,
         vogels en vissen,         
en er van hield.

Ik geloof in God,
         die als een vader zorgen wil,
         die als een moeder ons omringt.

Ik geloof in Jezus -
         in wie Gods Liefde mens werd,
                 om ons lot te delen
                 ons leven, onze dood,
         die dwars door alles heen
         vast hield aan Zijn Vader -
en angst en dood overwon -
stervend aan het kruis.

Hij ging door de hel,
maar stond óp tot nieuw leven: de derde dag.

Ik geloof in de Geest
die Jezus ons zond,
         om ons dichter dan ooit
         bij God te doen zijn.
         Zij bidt en zingt en dankt in ons;
         geeft ons nieuw leven,
in eeuwigheid.

Daarom durven wij geloven
in goedheid, gerechtigheid, trouw....
... in Liefde en toekomst
zelfs voorbij de dood....
... in een kerk, waar mensen zijn
         als één lichaam, dat bestuurd wordt
                 door Jezus, ons Hoofd....
... in een doop, die mensen nieuw maakt...
... in vergeving, in genade en hoop -
voor gewone mensen zoals wij.  Amen.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve gemeente,

Een volk zonder herders, en herders zonder genade. Zou je zó de impasse niet kunnen omschrijven waarin Europa verkeert?
Van veel mensen in de financiële wereld, die voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de voortdurende crisis, zou je dit helaas wel kunnen zeggen! Herders zonder genade!
En wanneer we rondkijken in Europa naar de regeringen, dan zien wij dat die óf demissionair zijn, of voorlopig, of voor een groot deel incompetent. Al lijkt het in België opeens goed te gaan. :-)
De regeringen van Spanje, Griekenland, Frankrijk en Italië zijn het verkiezingsproduct van de volkswoede vanwege de gevolgen van de financiële crisis.
Natuurlijk zijn 'wij' ook wel als vee blindelings ingetuind in de wollige praat van politici en zogenaamde financiële experts, en onze hebzucht deed het restje gezond verstand dat we hadden verstommen. Helaas.
Want ja, het klinkt zo mooi: hoge rente waar je niets voor hoeft te doen dan wachten, en intussen genieten. Te mooi om waar te zijn, nietwaar?

Ja, dat weten we dan intussen.
En aangezien geld niet aan de bomen groeit, zal er een ander voor moeten werken, wanneer wij dat zelf niet doen. En die ander wordt onderbetaald, anders krijgen wij die hoge winst niet.
Dát is een logica, waar we maar liever niet bij stil stonden.

En zo zitten we dan niet alleen als mensen, maar ook als volkeren in de problemen.
En gigantische problemen.
Ik denk aan Spanje, waar ik de situatie een beetje ken, maar ook aan Griekenland en Italië
Het gaat nu niet alleen meer om de kansarmen die er altijd al waren, maar ook mensen uit de middenklassen kunnen zomaar op straat staan, of ze verdienen nog niet genoeg voor de huur, en waarvan moet je dan eten kopen voor de kinderen? Voor je ouders, wier pensioen opeens nauwelijks meer iets waard is? Of wier loon gewoon al maanden niet is uitbetaald?

Dit zijn voor het grootste deel niet de mensen die er op los geleefd hebben ten koste van de gemeenschap, maar gewone, hardwerkende mensen, die genoten van het kleine beetje luxe dat er tot een jaar of vijf geleden nog voor ze was.
Scholen en goed eten voor de kinderen, een wasmachine, een koelkast… niets bijzonders voor ons.
Voor de meesten van ons.
Want ook in Nederland is de armoede in opmars, en zijn kinderen de dupe van ondervoeding en ziektes.
De voedselbanken krijgen minder toegeschoven, want de grote winkelketens kopen zuiniger in, ze houden dus minder over.
Het is niet vreemd dat veel mensen niet meer weten waar ze het moeten zoeken.
En daar zit dan meteen de kern van het probleem.

Zoals Israël en Juda het voor de ballingschap niet meer zochten bij de Heer hun God, zo is Nederland, zo is Europa, de weg kwijt, omdat we ons niet meer richten op God en Zijn geboden.
Waar God in de maatschappij naar de zijlijn wordt geschoven, staan mensen met lege handen wanneer de nood aan de man komt.

Aan de andere kant: wie leeft met het oog op God, hecht niet zo aan het werkwoord hebben.
Die kan geven en leven.
Omdat mensen van God het leven zien als een geschenk, een voorrecht, en niet als een recht.

Het staat zo scherp geformuleerd in de epistel:
Alles is wettelijk misschien wel toegestaan, wat er is gebeurd op het financiële vlak, maar niet alles draagt bij tot het goede. Tot het belang van de andere schepselen Gods. En ook niet alles is opbouwend. Denk maar eens aan de grappen die er worden gemaakt, aan de grove taal van cabaretiers, waarbij je je afvraagt waarom iemand daar nog om lacht… Denk aan de scheldpartijen van onze volksvertegenwoordigers, waarbij taal wordt gebruikt, waar je vroeger je mond voor moest wassen met zeep
Dat krijg je als iedereen is gericht op het eigen ik. Wanneer God niet meer centraal staat.

Niemand moet uit zijn op de eigen zaken, maar (men moet uit zijn) op de zaken van de ander
, lazen we.
Dat is de grondwet van dat koninkrijk Gods waar we om vragen in het Onze Vader.
Zorg voor de ander, dan zorgt God wel voor jou.
Zo zou je de boodschap van vanmorgen kunnen samenvatten.
Hetgeen niet betekent dat je dan een makkelijk en lui leventje kunt hebben. Denk maar aan moeder Teresa, en heel veel naamloze mensen die zich kapot werkten voor anderen. Die zichzelf niet zochten, en dat is het wezen van liefde. U weet het.

De tijdgenoten van onze Heer Jezus leefden ook in moeilijke en verwarrende tijden.
Het beloofde land was bezet, de bevolking werd verplicht hoge belastingen te betalen aan de bezetter, naast de tien procent die men van oudsher aan de tempel schuldig was.
U kunt u voorstellen dat de mensen onder de hoge lasten gebukt gingen, terwijl de toplaag op de een of andere manier altijd kans ziet daar onderuit te komen.
En ook Godsdienstig lag het moeilijk.
De Hellenisering, de verGrieksing, van het land en de cultuur was al een paar honderd jaar aan de gang, en het Hebreeuws waarin de bijbel was geschreven, was al niet meer gangbaar. Er werd wel het verwante Aramees gesproken onder de bevolking, maar af en toe kun je in de Evangeliën aan de citaten zien, dat men de bijbel beter kende in het Grieks.
En de chique de chique vereerde natuurlijk de Romeinse en Griekse goden… voorzover ze nog aan godsdienst deden.
Hoe moet je dan als gewone mensen weten hoe je moet leven, en wat je moet denken en geloven?

Jezus spreekt onbekommerd over het Koninkrijk van God, en wat dat inhoudt: je leven in Gods hand leggen. Zoals ze dat leerden in de Tien Levenswoorden.
Luister, Israël: je God is Een. Hij is de Ene die je uit Egypte (en uit Babylon!) heeft bevrijd.
Houd van Hem met alles wat je kunt en bent, en gehoorzaam zo aan Zijn geboden: houd van je naaste als van jezelf. Daar komt het op neer.

Wie een leerling van Jezus wil zijn, wie Hem volgen wil, en theoretisch gaat dat op voor ieder van ons, die hier zitten en staan, kan er op uit gestuurd worden met de boodschap dat men, d.w.z. de mensen om ons heen, ook de mensen die ons kennen, zich moeten bekeren, zich moeten omkeren, en weer gaan kijken naar God als het Hoofd en het Middelpunt van kerk en maatschappij. 

Dát kunnen wij al een onmogelijke opgave vinden: die boodschap vertellen aan onze omgeving, maar soms vraagt de Heer nog veel meer van ons.

"Geven jullie die mensen maar te eten", zegt Jezus tegen de leerlingen, die net enthousiast terug gekomen zijn om te vertellen hoe ze zieken hebben mogen genezen en hoe de demonen verdwenen, zodra ze de Naam van Jezus hoorden.

'Dat kost een kapitaal', sputteren ze, en dat hebben ze niet, dat weet de Heer ook wel.

De leerlingen hebben onderweg dan wel precies gedaan wat Jezus had gezegd, en met veel succes, maar ze hebben nog niet geleerd om creatief te denken.

En Jezus doet het ze voor.
Ga eens kijken wat je in huis hebt?
Ja, niets. Vijf broden en twee vissen.
Een druppel op een gloeiende plaat!
Wij denken daar niets mee te kunnen.
Maar voor Jezus is het genoeg.
Hij kijkt naar wat er is, en maakt daar het beste van. Hij begint met delen. En dan is God er bij.
Op Zijn gebed. En het wordt genoeg voor velen.

Vaak zijn wij zoals die discipelen: we laten ons verlammen door de grote taak die op ons wacht, door de gigantische nood die we om ons heen zien, en dan doen we maar niets.

Jezus leert ons: begin maar, begin maar met delen.
Dan is er genoeg voor velen.
En ze hielden zelfs 12 korven brood over, staat er.
Bijbelse beeldtaal die wil zeggen: genoeg voor heel het volk. Voor alle twaalf stammen
Een onverwachte, wonderbaarlijke ontwikkeling!

Zo kan het ook ons vergaan, wanneer wij de moed  hebben om te luisteren naar Jezus, die beter dan wijzelf ziet wat wij in huis hebben, die ons ként!
Er gebeuren wonderen wanneer wij de moed hebben om Hem Heer te laten zijn in ons leven, en gewoon maar de dingen te doen die Hij van ons vraagt. Dan kan er een ommekeer plaats vinden in de maatschappij, en zien we het koninkrijk Gods hier en nu.
Dan is God er Zelf bij, die recht en gerechtigheid laat geschieden. Zoals Hij heeft beloofd.
En heel de wereld zal het dan erkennen: Hij is de Ene, onze gerechtigheid.
Laat het hier beginnen. Vandaag. Nu. Het kan.
Amen

Orgelmuziek

Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij mogen daarin delen door te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld…
Nu kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!

Na het gebed over de gaven zingen wij:  gezang 403

Collecte voor de Kerk in actie en zending.

Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, is allemaal uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde en aandacht.
Neem ons en onze gaven aan.
Wijs ons in dit alles de weg. Om Jezus’ wil… Amen.

Gezang 403 = Lied 899



Voorbeden
:
Laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U voor Uw grote liefde voor mensen, voor alle mensen.
Dat vergeten wij nog wel eens.
Wij danken U dat U zoveel vertrouwen in ons hebt dat U ons op pad stuurt, zoals Jezus het destijds met Zijn leerlingen deed, om te doen wat Hij had gedaan: U, God, in het midden stellen, mensen oproepen om zich te concentreren op U als grond en doel van hun leven. Wij weten wel dat U ons de woorden en de juiste gebaren zult geven, wanneer we op pad gaan, maar we zijn toch allemaal een beetje verlegen, en bang om af te gaan.
Kom met de veelkleurige gaven van Uw Heilige Geest in ons midden, dan zal het goed gaan.
Wij vertrouwen op Uw beloften en op Uw hulp.
Geef ons telkens weer dat duwtje in de rug dat we nodig hebben, en open onze ogen voor de mogelijkheden die het leven biedt, ook óns leven.

Heer God, wij danken U voor de vrede en de vrijheid waarin wij leven, en wij bidden U voor al Uw kinderen die om het geloof worden vervolgd, in landen als Noord-Korea, China, India, Iran en Irak.
Wil hun geloof doen groeien, hun moed sterken, hun liefde behoeden, en hun leven beschermen.

Ook voor onze eigen gemeente vragen wij U om Uw bescherming, wij denken aan hen die hier niet zijn doordat ze met vacantie zijn, anderen, z
oals de familie Damen, verhuizen naar elders, we zullen ze zo missen! Heer, wil hen daar zegenen in het nieuwe huis en de nieuwe omstandigheden. Help hen alstUblieft met de dingen die niet zo goed geregeld bleken. 
Ook denken we aan de ouderen, die zo makkelijk niet meer naar de kerk komen, omdat ze slecht ter been zijn, of omdat ze zich niet meer kunnen concentreren op de dienst. Ook voor onze zieken bidden wij, en wij denken in het bijzonder aan mevrouw Liew-on die veel pijn heeft, en die nog tot september moet wachten tot ze een nieuwe schouder(kom) krijgt. Help haar door deze tijd heen, bekort het wachten door Uw tegenwoordigheid, en leg Uw hand op haar schouder. Zegen haar en haar artsen, haar man en haar gezin, zodat er weer een moment kan komen van dank en lofprijzing. Dit alle bidden wij U ook voor de andere zieken: allereerst voor mevrouw en mijnheer Kaatman, hij ligt nog in het ziekenhuis, voor mijnheer Evelein, sterk zijn voet, voor mijnheer Lijftogt, voor Betty en voor alle zieken in onze persoonlijke kring…

In de stilte van dit moment leggen wij ons hart open voor U…

Samen bidden wij het gebed dat Jezus ons leerde:
Onze Vader, die in de hemelen zijt,
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!


Ons slotlied is  
uit TussenTijds nr. 211:1 = Lied 418 
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ vers 2
Nu: God, schenk ons de kracht...

Zegen:
God moge zijn in uw hoofd en in uw begrijpen
God moge zijn in uw ogen en in uw kijken
God moge zijn in uw mond en in uw spreken
God moge zijn in uw hart en in uw denken
God moge zijn in uw komen en uw vertrekken.  
Ga dan als gezegende mensen in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. 
 
Vers 2
En toen was er koffie!