Voor eerdere diensten klik hier: 
Viering van de Protestantse Gemeente Vredekerk te Soesterberg
Zondag
9 na Trinitatis 28 juli 2013

Voorbereiding
Orgelspel
- Stilte voor persoonlijk gebed ingeluid door kerkklok. - 
Tegelijkertijd wordt in de consistoriekamer het consistoriegebed uitgesproken door de ouderling van dienst.
Binnenkomst kerkenraad en voorganger
Gemeente gaat staan.
Het drempelgebed wordt uitgesproken door de ouderling van dienst, vóór het liturgisch centrum.

Aanvangslied: Psalm 31: 1 en 19


Votum en groet:
Voorganger:        Onze hulp is in Naam van de Heer
Gemeente :          die hemel en aarde gemaakt heeft.
Voorganger:        De Heer zal met u zijn.
Gemeente :          De Heer zal u bewaren.
Voorganger:         Genade en vrede, liefde en goedheid van God, voor U allen!
Gemeente :          Amen.

Klein Gloria:

Gemeente gaat zitten.

Kyriëgebed 
Goede God, wij komen voor U met verwarde gedachten, met een hart vol zorgen,
met de beelden van het leed van deze wereld voor ogen.
Wij leggen dit alles bij U neer en zingen biddend:

Genadige God, het lukt ons niet altijd om los te laten
wat onze gedachten gevangen houdt.
Open
ons hart en onze geest voor Uw Aanwezigheid,
voor Uw Liefde, voor Uw Woord, door Uw Heilige Geest,
door Wie wij U zingend bidden:

Amen.

Ons Groot-Glorialied is uit: TussenTijds 34 = Lied 67a



Dienst van het Woord

Gebed bij de opening van de Heilige Schrift.
Laten wij bidden:
Heer, open ons hart voor Uw Geest, opdat Zij in ons de woorden leest van heil en genade, en ze ons uitlegt, om Jezus Christus, onze Heer. Amen.


 
Lezingen

De eerste lezing vinden wij in Exodus 6: 1 – 7 NBV
Mozes heeft bij het brandend braambos gesproken met de Heer, die hem naar Egypte heeft teruggestuurd, om het volk los te praten van Farao. Dat lukt niet meteen. Hun lot wordt er juist zwaarder door. Mozes komt het melden. We lezen:

1  Maar de Aanwezige antwoordde hem: ‘Nu zul je zien wat Ik de farao ga aandoen: Ik zal hem met harde hand dwingen Mijn volk te laten gaan, hij zal het zelfs met harde hand uit zijn land wegjagen.’
2  God zei tegen Mozes: ‘Ik ben de Aanwezige.
3  Ik ben aan Abraham, Izaäk en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar Mijn Naam Aanwezige heb ik niet aan hen bekendgemaakt.
4  Ik heb met hen Mijn verbond gesloten en Kanaän aan hen beloofd, het land waarin zij als vreemdeling hebben gewoond.
5  Ik heb het gejammer van de Israëlieten over de slavenarbeid die hun door de Egyptenaren is opgelegd gehoord, en dat heeft Mij aan dit verbond herinnerd.
6  Daarom moet je dit (namens Mij) tegen hen zeggen:
“Ik ben de Aanwezige. Ik zal de last die de Egypte-naren jullie opleggen van je afnemen, Ik zal jullie uit je slaven-bestaan bevrijden. Met opgeheven arm zal Ik jullie verlossen en de Egyptenaren zwaar straffen.
7  Ik zal jullie aannemen als Mijn volk, en Ik zal jullie God zijn.
En jullie zullen inzien dat Ik, de Aanwezige, jullie God ben, die jullie bevrijdt van de last die je door de Egyptenaren is opgelegd.

Wij zingen met onze broeders en zusters van het volk van God, geroepen tot Zijn dienst: psalm 42:7


 

Lezing Epistel: Colossenzen 2: 6 – 15
In het voorafgaande gedeelte beschrijft Paulus hoe blij hij is met de gemeente in Kolossos, midden in het huidige Turkije,
(bij de A) die door Epafras is gesticht, en die het geloof heeft aanvaard in Jezus als hun Heer. Kennelijk is dit een gemeente op Joodse grondslag, want Paulus heeft het hier telkens over de Christus, Grieks voor: de Gezalfde, Messias in het Hebreeuws. In elk geval speelt hier de vraag of je als nieuwe Christen ook niet besneden moet worden. Net als het Joodse volk. Gods volk.
Paulus vindt het wezenlijke, het innerlijke, veel belangrijker dan het uiterlijke, en schrijft dan ook:


6  Volg de weg van Christus Jezus, nu u Hem als uw Heer aanvaard hebt. (d.w.z.: lééf als Christus!)
7  Blijf in Hem geworteld en gegrondvest, houd vast aan het geloof dat u geleerd is en wees vervuld van dankbaarheid.
8  Wees op uw hoede en laat u niet meeslepen door holle en misleidende theorieën die op menselijke tradities zijn gebaseerd en zich richten op de machten van de wereld en niet op Christus.
9  Want in Hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig,
10  en omdat u één bent met Hem, het Hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld.
11  In Hem bent u ook besneden, niet door mensen-handen, maar met de besnijdenis van Christus, door het afleggen van het aardse lichaam.
12  Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem begraven, en met Hem bent u ook tot leven gewekt, omdat u gelooft in de kracht van God die Hem, (Christus), uit de dood heeft opgewekt.
13  U wàs dood door uw zonden en door uw onbesneden staat, maar God heeft u samen met Christus levend gemaakt toen Hij ons al onze zonden kwijtschold.
14  Hij heeft het document met voorschriften waarin wij werden aangeklaagd, uitgewist en het vernietigd door het aan het kruis te nagelen.
15  Hij heeft zich ontdaan van de machten en krachten, Hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.

TussenTijds 34 refrein:
Lied 67a refrein


Evangelielezing: Lucas 11: 1 – 13

Wij mensen willen altijd graag zeker zijn dat we de dingen goed doen, en dat wij er ook effect mee hebben. Zo was het ook met de discipelen van Jezus.

1. Het gebeurde eens dat Hij ergens op een plaats aan het bidden was…
toen Hij ophield zei iemand van Zijn leerlingen tegen Hem: Meester, leer ons toch bidden, net zoals Johannes diens leerlingen heeft geleerd.


2. Hij zei tegen ze: "Als jullie bidden, zeg dan:
Vader, Uw Naam moet als Heilig worden beschouwd,
Uw Koninkrijk moet komen….
3. Geef ons dag aan dag ons voedsel, voldoende om tot de volgende dag te leven,
4. en vergeef ons onze zondeschuld,
want wij vergeven zelf ook aan ieder die ons (iets) schuldig is;     en...
dat U ons maar niet terecht mag laten komen in ellende


5. En Hij zei tegen ze: “Wie van jullie zal het gebeuren dat hij een vriend heeft, die tegen middernacht bij hem komt, en zegt: ‘Vriend, ik heb drie broden nodig,
6. omdat mijn vriend een omweg heeft gemaakt naar mij toe, en ik niets heb om hem voor te zetten
…’
7. (Denk je) dat degene die binnen is dan zou zeggen:
Val me niet lastig! De deur is al dicht, en de kinderen liggen bij mij in bed, ik kan niet opstaan om het je te geven!
8. Ik zeg jullie: Ook als hij niet overeind zou komen om het hem te geven omdat hij zijn vriend is, dan zal hij nog opstaan om hem te geven zoveel hij nodig heeft, om zijn opdringerig gebedel.
9. “Ja, Ik zeg  jullie: vraagt en God zal jullie geven, zoekt en jullie zullen vinden, klopt aan, en jullie zal worden opengedaan.
10. Want ieder die vraagt, ontvangt, en wie zoekt vindt, en wie aanklopt wordt opengedaan..


11. Welke vader onder jullie, wiens zoon een vis vraagt, zal hem in plaats daarvan een slang geven?
12. Of als hij een ei zou vragen, zal hij hem in plaats daarvan een schorpioen geven?
13. Als jullie dan, die toch met God niet te maken willen hebben, al in staat zijn goede geschenken te geven aan jullie kinderen, hoeveel temeer zal de Vader in de Hemel een heilige geest geven aan wie Hem (er om) vragen!”

Laten wij zingen en de Heer loven. TussenTijds 94:1
O God, onze Vader, wij spellen Uw lof, wij heffen op aarde de adem omhoog... 

 

Preek
Genade zij U en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve mensen, zusters en broeders in de Heer.

Zo mogen wij elkaar noemen, Paulus deed het al, en wij hebben een gemeenschappelijke Vader, zoals Jezus ons leerde… En u weet het: heb je samen één vader, dan ben je broers en zussen van elkaar.
Je zóú de kerk onze moeder kunnen noemen, dat is een oude Christelijke gedachte, en dan zijn we volop familie. Broers en zussen in de eerste graad.
Wij zijn hier vandaag dus voor een familie - onder-onsje in het ouderlijk huis. Dat voelt goed.
Samen zingen, samen vieren, daar word je blij van.

Maar zoals dat soms gaat bij familiebijeenkomsten, dan wordt er ook iets gezegd.
En er is al heel wat gezegd van Godswege in de lezingen die wij zojuist hebben gehoord.
Teveel om goed te onthouden.

Hebt u dat nu ook wel eens, dat je denkt: er was zoveel, ik weet de helft niet meer?
Of niet eens de helft van de helft 
Ik heb daar wel eens moeite mee, omdat je het gevoel hebt dat je allerlei kostbaars door je vingers ziet glippen.
Maar Iemand die mij dierbaar is zei laatst: ook als jij het niet meer weet, is het wél binnengekomen, en de Heilige Geest gaat er mee aan het werk, ergens in dat deel van jou, dat je je onderbewuste noemt, of misschien: je ziel.
Laten wij daar maar op vertrouwen.
Wat wij moeten en mogen weten, dat zal Zijzelf wel onder onze aandacht brengen.

Vandaag zullen we alleen maar een paar kersen van de taart pakken, en die proeven.

In de eerste lezing geeft God aan Mozes de Naam waarmee het volk Hem noemen mag.
Ik Ben.
Ik ben er. Ik ben Aanwezig. Zelfs: Ik ben er voor je.
De meeste bijbelvertalingen hebben daar: HEER, met vier hoofdletters, om aan te geven dat het eigenlijk gaat om de Godsnaam, die later zó heilig geacht werd, dat die niet kon worden uitgesproken, behalve één keer in het jaar, als de Hogepriester het Heilige der Heilige binnen ging.
Verder spreekt de moderne Jood over Ha-shem, letterlijk: de Naam, en je ziet dat Jezus het heeft over de Hemel, of over de Vader.

Maar de Naam die God aan Zijn volk geeft om te gebruiken is juist niet Heer.
Abraham, Izaäk en Jacob kenden Hem als de Ontzagwekkende God, maar voor hun nakomelingen wil Hij de Aanwezige zijn.
Daarom heb ik dat woord in de lezing ook gebruikt, overal waar de NBV heeft: HEER.
En vergis je niet, zuster, broeder, in die tijd heeft het woord voor de mensen een magisch vermogen.
Wat je zegt gebeurt. Wat je zegt heeft kracht.
Het is niet voor niets dat de leerlingen aan Jezus vragen om de juiste woorden voor het gebed!
Dan kun je God manipuleren
Maar soms mag dat. Als de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jacob deze Naam in hun gebeden zullen uitspreken, als ze tot Hem schreeuwen in hun ellende, of als ze hun dank uitspreken, is Hij Aanwezig.

Zo wil Hij hun God zijn, en zo mogen zij Zijn volk zijn. Voordat dit echt door hen zo ook wordt begrepen, heeft het heel wat voeten in de aarde, want ze moeten nog hun oude godsbeelden, opgedaan in Egypte, kwijtraken.
Maar het komt, al duurt het lang.

Ik zei al dat de leerlingen, die Jezus op een heel vertrouwelijke en wonderbaarlijke manier zien bidden tot Zijn Vader, vragen om de juiste formulering.
Ik denk dat ze iets van de glans van Gods Aanwezigheid hebben gezien aan Jezus, als Hij terugkwam van Zijn avondgebed

Wanneer een jongeman zijn geliefde aan de telefoon heeft gehad, en ze hebben over hun liefde gesproken, dan glimt hij daarna nog over zijn hele gezicht. Dat hebt u vast wel eens gezien.
Dan hoeft hij niets te zeggen, maar hij is nog vol van hun gesprek.
Ik denk dat het bij Jezus ook zo iets is geweest.

De leerlingen zien dat Hij op een andere manier toegang heeft tot God dan zij. Zij willen dat ook.
Heer, leer ons bidden.
Johannes heeft zijn leerlingen ook een gebed geleerd,
en U bent waarachtig niet minder.
En Jezus geeft ze een paar zinnen waar zij, en wij, iets aan kunnen hebben.
Maar… op een subtiele manier laat Hij ze ook weten dat het daar niet om gaat.

Ik heb er geen idee van of ze het direct hebben begrepen. Ze hebben het in elk geval wel opgemerkt en onthouden.
Ze konden het navertellen, toen Lucas er naar vroeg.
Als hij er al niet zelf bij was…

Jezus is even stil, en dan vertelt Hij een gelijkenis. Hij spreekt over de hoofden van zijn directe leerlingen, die Hem vroegen om dit gebed, heen.
Hij spreekt tot de massa, en tot ons.

Bidden, zegt Hij, daar moet je energie in stoppen.
En je moet het met vertrouwen doen
.

Net als die man uit het verhaal, die aanbelt bij een kennis van hem. Nu ja, ze hadden nog geen bellen in die tijd, dus hij zal wel op de deur hebben gebonsd. Of geschreeuwd, maar dan wordt heel de straat wakker, en dat is ook niet de bedoeling.
Hij heeft dus stevig op de deur geklopt.
Maar daar wordt misschien niet op gereageerd zoals hij had gehoopt. Niet meteen.
En niet met gulle hand

Dat kennen wij wel.
Soms kun je bidden tot je een ons weegt, maar je krijgt niet wat je vraagt, wat je voor jouw gevoel zo nodig hebt. En vaak vraag je het niet eens voor jezelf, maar voor een ander. Dat is toch mooi?
Maar nee. Het lijkt wel of God doof is.
Of geen zin heeft.
Jezus moedigt ons aan om door te zetten.
Om te blijven vragen. Want God is toch goed?
Ja, daar gaan we allemaal van uit.
Dan zal Hij je toch goede dingen geven?

Maar… weten wij altijd wat goed is?
Weten wij altijd wat we mogen en moeten vragen?
Jezus wel.
 
Hij zegt: als je een heilige geest voor jezelf vraagt, dus een innerlijk dat op God gericht is, dàn krijg je wat je vraagt.
Want dan is jouw bidden ook niet meer een lijstje met wensen, maar dan wordt je bidden een goed gesprek met de Aanwezige, die je zelfs Vader mag noemen. Dat geeft een innerlijke gloed, een innerlijke rijkdom, waar je écht beter van wordt.
Een beter mens.
Maar we zien aan Jezus Zelf dat het niet betekent dat het leven daar ook makkelijker van wordt.
Denk maar aan Zijn angst in de hof van Gethsemane, aan Zijn vraag of deze beker ook aan Hem voorbij mocht gaan, als dat kon.
Maar dán zie je ook waarin het verschil zit:
Hij zegt er achteraan: niet wat Ik wil, maar Uw wil moet gebeuren.
Hé, dat hadden we al gehoord in het gebed, dat Jezus ons leerde.
Dat gebed zoekt allereerst Gods eer, Gods koninkrijk, en dat betekent: dat Hij in ons leven op de troon zit. Dat er gebeurt, door ons, wat God wil. Op dezelfde manier als waarop dat in de hemel gebeurt. Laten wij het straks maar heel aandachtig zingen, en met ons hele hart op God gericht zijn.
Dan kun je ook een ander vergeven, omdat je kijkt met Gods ogen. Met een heilige geest.
Heilige Geest, die Geest die Jezus bezielde en van God komt, wil ons daar zeker mee helpen.
En dan kán het niet anders, of wij mogen daarna ook vragen of er niets tussen God en ons mag komen.
Geen kwaad dat ons afhoudt van de omgang met God. En u weet, net zo goed als ik, dat ziekte, vermoeidheid, zorgen, maar ook boos-zijn op iemand anders, of op jezelf, je zo bezig kunnen houden, dat je geen aandacht hebt voor God.
Dat moeten we niet hebben!
Beter kun je bidden in een geest van heiligheid.
Een geest die op God is gericht, die allereerst vraagt naar de Vader. Een geest die openstaat voor Liefde met een Hoofdletter.
Liefde, die ons er zelfs toe brengt mensen te vergeven waar we gloeiend het land aan hebben, maar wij kunnen dat omdat wij kijken vanuit die liefde.
En mensen, dan hebben we een polsstok waarmee we huizenhoog kunnen springen.
Dan spring je over oude gewoonten heen, en over goede gebruiken, waar je zo aan gewend was.
Omdat je mét Jezus vol van God bent.

Paulus schrijft daar in de epistellezing over op een manier waar je echt voor moet gaan zitten. Lees het thuis nog maar eens…
Dat komt zó dichtbij, en het is tegelijkertijd zo nieuw en zo anders, dat je je niet kunt voorstellen dat je het allemaal al eens had gehoord.
Tenminste, zo verging het mij, toen ik dit stuk ging vertalen voor deze dienst. Dan kruip je over de woorden heen, en dan proef je ze.
Stuk voor stuk.
Dat zijn kersen van een prima oogst.
Zoet!
En stevig. Je hebt er iets aan.
De meesten van U hier - en ik hoop natuurlijk: iedereen - zullen wel ooit Jezus Christus als hun Heer hebben aanvaard. Bij uw belijdenis
Paulus zegt droogjes: Leef daar dan ook naar.
Blijf in Hem geworteld en gegrondvest.
Houd vast aan het geloof dat u is geleerd, en wees vervuld van dankbaarheid.

Dat betekent dat je heel bewust met Jezus bezig bent. Dat je je afvraagt hoe Hij hier of daar op zou reageren. Hoe Hij zou spreken of handelen.
Als je even stilstaat, als is het veertig keer op een dag, bij die vraag, dan handel je niet uit je emoties, niet uit drift of gekwetstheid, dan laat je je niet meeslepen door mooie reclames, of de door de mooie dames in die reclames, dan wil je niet belangrijk wezen in deze wereld, maar dan wil je steeds meer groeien in de Heer.
Dat is de manier waarop je burger wordt van dat koninkrijk van God.
Dat is de manier waarop je Gods wil gaat doen, telkens meer.
Zo deed Jezus het immers ook?

En zo moeilijk hoeft het niet te zijn, zegt Paulus, want Jezus was als mens, gewoon met dít lichaam, vol van God. En omdat wij, door onze doop, één zijn met Jezus, zijn wij dat natuurlijk ook.

Nu gaat u misschien steigeren, want wij zijn maar gewone mensen. Wij zijn niets bijzonders, toch?
Dat is ons ingeprent.

Vergis u niet.
Degenen die dat zeggen denken zoals de wereld denkt.
Maar dat zijn gedachten van krachten en machten waardoor wij ons niet moeten laten leiden.
God heeft de regels van die wereld aan het Kruis genageld.
Ze gelden niet meer.
Jezus is Zijn geheime wapen.
Jezus, die helemaal op God gericht heeft geleefd.
Jezus, die vol van God was.
Die heeft overwonnen, door nu net níet te doen wat de wereldmachten van je verwachten.
Hij sloeg niet terug, Hij kwam niet voor Zichzelf op.
Maar wél voor God.
Hij wilde geen andere zekerheden voor Zichzelf en voor ons dan die van Gods liefde.
Vader. Zijn Vader. Onze Vader.

Als wij één zijn met Jezus horen wij er helemaal bij.
Dan horen ook wij bij het volk van God, dat Hem bij de Naam mag noemen, en Hem mag roepen.
Zoals een kind dat bang is om Papa roept.
Dan komt Hij. Dan is Hij aanwezig.
In onze vreugde en in onze nood.

Nadat Hij in Christus heeft overwonnen heeft God ook nog Zijn eigen, Zijn heilige Geest uitgestort.
Zij is beschikbaar voor iedereen die daarom vraagt.
Voor iedereen die wil zeggen en zingen: onze Vader in de Hemel, wees hier aanwezig.
En waarachtig. God is hier. Bij u, bij jou en mij.
Nu en altijd.
Vraag, en verslap niet.
Hij wil niets liever dan onze God zijn.
Amen.

Orgelspel

Dienst van de Gaven
 

Voorbeden
Voorbeden
Goede God, lieve Vader in de Hemel,
God, hier Aanwezig,
wij aanbidden U en wij danken U voor zoveel liefde.
Wij begrijpen niet dat U zoveel van ons kunt houden, maar wij zijn er blij mee.
Wil iedere dag de grond zijn waarop wij leven, het fundament van ons bestaan, dat wij in U geworteld zijn, en dat U het doel bent van ons leven.
Leer ons die liefde te aanvaarden, deel van ons leven te maken, er in te geloven. Leer ons ook zo naar anderen en naar onszelf te kijken: als mensen waarvan je kunt houden. Als U dat kunt, en Jezus… dan kunnen wij dat ook. Help ons er alstublieft bij.

Liefdevolle God, Vader almachtig,
U kunt meer dan wij ons kunnen voorstellen.
U bent meer dan wij kunnen bedenken.
Vergeef ons als wij te klein van U denken.
Als wij U willen gebruiken voor ons eigen nut.
We zijn maar mensen, zeggen we dan vaak.
Til ons op, door Uw liefde, door Uw Geest, veel hoger dan wij denken te kunnen komen.
Daar wilt U ons ontmoeten in de stilte van het gebed, in de aanbidding en de schoonheid van Uw wezen.
O God, dat onze liefde voor U iedere dag mag groeien!

Goede Vader, wij danken U voor de vrijheid van deze gemeenschap, van dit land. Dat wij U mogen loven en zingen, verheerlijken en aanbidden.
Wij bidden U voor allen die daarin niet vrij zijn.
Wij denken aan hen die door wetten en straffen worden verhinderd U te dienen als wij, maar ook aan hen die worden gehinderd op de weg naar U en elkaar door fanatieke lieden, die precies hebben uitgestippeld wat wel en wat niet mag. Hoe je moet geloven, wie wat wel en wie wat niet mag leren.
Wij danken U voor mensen die opkomen voor anderen, en daarin Jezus volgen. Voor meisjes als Malala, voor wijze ouderen als Mandela, en voor al die anderen die geen naam en geen gezicht hebben gekregen in onze wereld. U kent ze allemaal.
Wees bij hen die om ras, geaardheid of godsdienst worden vervolgd. En wees bij de regeringen en machthebbers waar mensen onder lijden. Hier net zo goed als elders in de wereld.

Lieve Heer, Aanwezige, ga met ons mee als wij op pad gaan, ga met ons op vacantie, blijf met ons thuis.
Zegen de zieken in deze gemeente en in onze familie- en vriendenkring…
Er is veel verdriet om allerlei ongelukken en rampen.
Wij bidden U voor de slachtoffers en de nabestaanden, en wij denken nu in het bijzonder aan de ontspoorde trein in Noord-Spanje…
Wees ook bij hen die hulp verlenen bij rampen.

En luister naar de gebeden in ons hart, die wij nu voor U neerleggen in de stilte van dit moment…

– Stilte voor persoonlijk gebed –
Amen.  Laten wij zingen Onze Vader…




Afkondigingen door de ouderling van dienst

Collecten: 1 – voor Kerk en Pastoraat, 
2 - Diaconie voor de Stichting naar School in Haïti, waar een jaar geleden een cycloon voor een ramp zorgde en waar door regen en modderstromen dieren omkwamen en huizen werden weggevaagd. Door het vieze water is het gevaar voor cholera nog steeds zeer aanwezig. U kunt via de kerk of de website altijd nog wat meer geven!)

Tijdens de collecte is er orgelspel.


Slotzang:  Tussentijds 211 (staande) + Lied 418


Zegen
De Heer van dood en leven,
de Moeder vol barmhartigheid,
schenkt ons allen overvloedig genade en liefde,
om Christus’ sterven en opstanding.
In Zijn dood sterft onze dood,
in Zijn Geest mogen wij verder leven,
nu en altijd.

Zo zijn wij gezegend in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.



En toen was er koffie en menig goed gesprek.