Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag Misericordias Domini 26 april 2020 virtueel en helaas niet in de Lutherse kerk te  Zeist... (Er is getracht de melodieën bij de meeste liederen via aanklikken hoorbaar te maken. Een deel komt van YouTube, een deel zijn midifiles, en het blijft altijd een verrassing of dat wel of niet werkt. Proberen maar!) 

Voorbereiding:

Stilte

Klokgelui
<- Klik!

Samenkomen kunnen we niet in de kerk, wel in ons hart. Een lied tégen de negatieve ‘ban’ van de corona is: Midden in de dood (Randstadbundel 282)

Wij gedenken Gerrit Cornelis Bakker, de geliefde vader van Frances, die in 1923 is geboren  in Soerabaja Java en in Zeist is  overleden op 4 april j.l. en onze Jolina Jacoba van Nimmerdor - Langenbach, geboren in Utrecht op 1 april 1926, die in De Meern overleed op 7 april 2020. (De Heer is mijn Herder en: Huil niet omdat ik er niet meer ben, maar glimlach om wie ik was... stond op de kaart.)

 

Wij zongen lied 566 maar op de oude melodie...

 
        


Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.    
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer    
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn handen.

Gebed van toenadering
Goede God, wij vertrouwen op Uw Woord,
daarom zijn wij nu naar U toe gekomen.
Wij bidden U voor allen die daar toe niet in staat zijn.
HeerontfermU3

Lieve God, Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop vertrouwen wij, als wij vragen om vergeving,
als wij U vragen om van ons weg te nemen
alles wat ons aan zorgen en vragen, angst en opstandigheid, aan verdriet en onrust, in deze wereld die al zo lang wordt getekend door ziekte en eenzaamheid, isolatie en horrorverhalen
Neem die van ons weg, Heer, opdat wij U in alle vrijheid als Uw kinderen kunnen aanbidden. Ook nu!


Heer
, vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!


Introïtus:
De Antifoon voor deze zondag luidt: 
Halleluja. Het Erbarmen van de Heer vervult de aarde. Door het Woord van de Heer is de Hemel gemaakt. Halleluja. Ps 33: 5b-6a.

En de psalm is: ps 33: 1 en 2

Halleluja. Het Erbarmen van de Heer vervult de aarde. Door het Woord van de Heer is de Hemel gemaakt. Halleluja!

 

Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is zo groot, dat wij er vaak niet mee om kunnen gaan, dat wij het niet van ons af kunnen zetten, er in verdrinken haast! -
Maar laten wij juist nu ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!

Kyrië en Gloria  

Dienst van het Woord

Groet

Zondagsgebed:

Grote God, groter dan alle machten, gekroonde en ongekroonde, 
U
,
die Uw Knecht-bij-uitstek uit de doden hebt weggehaald, 
en ons door
Zijn woord roept om tot U te komen, wij bidden U: 
schenk ons toch de Heilige Geest, opdat wij de stem van onze Heiland herkennen en Hem volgen!
Dit bidden wij
U door Jezus Christus, onze Heer, die met U en Uw Geest leeft en regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen.


Lezing uit het Oude Testament: Jesaja 53

Vooraf gaat: De belofte van uitredding, een belofte aan Jeruzalem, dat in ruïnes ligt, en aan het Godsvolk dat in ballingschap verspreid is over heel het Babylonische rijk…
God maakt Zich klaar om Zijn macht te laten zien…
Hijzelf zal zorgen dat het volk terug kan gaan naar Jeruzalem, en daar heeft Hij, en geeft Hij Zijn mensen voor. Zijn dienaar!
Maar wie ís die dienaar? Aan de ene kant zou je zeggen: Cyrus, de koning die straks het volk naar huis zal sturen, maar aan de andere kant gaat het in de centrale verzen over degene die
wij gewend zijn te noemen: de lijdende Knecht des Heren, en in wie velen nu Jezus zien, maar anderen zien daarin wel het volk van God voor zover het Hem van harte dient. Die beschrijving past
weer niet bij Cyrus. Maar Jezus is zeker een beeld van de Lijdende Knecht van de Heer!

(Mensen reageren op de profetie:)
53: 1 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?
Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?
(En dan gaat het over de lijdende Knecht):
2  Als een loot schoot Hij op onder Gods ogen,
als een wortel die uitloopt in dorre grond.
Onopvallend was Zijn uiterlijk,
Hij miste iedere schoonheid,
Zijn aanblik kon ons niet bekoren.
3  Hij werd veracht, door mensen gemeden,
Hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,
een man die Zijn gelaat voor ons verborg,
veracht, door ons verguisd en geminacht.

4 Maar
Hij was het die onze ziekten droeg,
die ons lijden op Zich nam.
Wij echter zagen Hem als een verstoteling,
door God geslagen en vernederd.

5  Om onze zonden werd Hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.
Voor ons welzijn werd Hij getuchtigd,
Zijn striemen brachten ons genezing.

6  Wij dwaalden rond als schapen,
ieder zocht zijn eigen weg;
maar de wandaden van ons
allen
liet de HEER op Hem neerkomen.

7  Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet
en deed Zijn mond níet open.
Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid,
als een ooi die stil is bij haar scheerders,
deed Hij Zijn mond niet open.
8 Door een onrechtvaardig vonnis werd Hij weg-genomen.
Wie van Zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad?
Hij werd verbannen uit het land der levenden,
om de zonden van mijn volk werd Hij geslagen.
9  Hij kreeg een graf bij misdadigers,
Zijn laatste rustplaats was bij de rijken;
toch had Hij nooit enig onrecht begaan,
nooit bedrieglijke taal gesproken.

10 Maar de HEER wilde Hem breken,    
Hij maakte Hem ziek.
Hij offerde Zijn leven voor hun schuld,
om Zijn nageslacht te zien en lang te leven.
En door Zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.

 (En dan spreekt de Heer opnieuw:)
11  Na het lijden dat Hij moest doorstaan,
zag Hij het licht en werd met kennis verzadigd.
Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht,
Hij neemt hun wandaden op zich.

12  Daarom ken Ik
Hem een plaats toe onder velen
en zal Hij met machtigen delen in de buit,
omdat Hij Zijn leven prijsgaf aan de dood
en Zich tot de zondaars liet rekenen.
Hij droeg echter de schuld van velen
en nam het voor zondaars op.

Gradualelied
He was despised (Messiah) (
<-- klik aan)


He was despised and rejected of men;
a man of sorrows and acquainted with grief.
He gave His back to the smiters,
and His cheeks to them that plucked off the hair;
He hid not His face from shame and spitting.


(Hij werd veracht en verworpen door de mensen; 
een man van smarten, bezocht met
leed. 
Hij gaf Zijn rug aan die Hem sloegen, 
Zijn
wangen aan die Zijn haar uittrokken; 
Hij
verborg Zijn gezicht niet voor spot en
speeksel.)



Epistel: 1 Petrus 1: 17-23

Over heil en genade gaat het, waar de profeten al naar verlangden en naar zochten, maar dat nog niet voor hen was, maar wel voor de lezers van de brief  van Petrus, en voor hen (ons?) die zijn woorden hoorden en er oor voor hadden en hebben… Làstige woorden.
Ook voor ons.
Het zijn woorden die zijn geopenbaard in en door Jezus Christus. Die mogen wij dan ook horen en gehoorzamen als heiligen, als mensen die God zijn toegewijd, net zoals Jezus dat was.
Petrus gaat dan verder en schrijft ons:

17 U roept God aan als uw Vader. Hij maakt geen onderscheid en oordeelt iedereen op grond van zijn (en haar) daden. Heb dus ontzag voor Hem zolang u hier als vreemdelingen woont.
18 U weet het: uit dit zinloze bestaan, dat u van uw voorouders hebt gekregen, bent u niet vrijgekocht met iets dat vergaat, met zilver of goud,
19 maar met het kostbare bloed van Christus, het Lam zonder smet of gebrek.

20 Al voor de schepping van de wereld had God Hem in gedachten, maar eerst nu, aan het einde van de tijd, is Hij verschenen, omwille van u.
21 En door Hem gelooft u in God, die Hem uit de dood heeft opgewekt en Hem heeft verheerlijkt.  
Dat betekent dat uw geloof in God tevens hoop is op God.
22 Door aan de waarheid gehoor te geven hebt u uw hart gereinigd en is oprechte onderlinge liefde mogelijk geworden.
Héb elkaar dan ook met hart en ziel lief,
23 als mensen die herboren zijn, niet uit vergankelijke ouders, maar uit een onvergankelijke bron, door het woord van de levende en eeuwige God. 

Lied 638


Psalmwoord:
1. Voorzang 640b
Halleluja! Loof de Heer, roep luid Zijn Naam, 
maak Zijn daden bekend onder de volkeren! Halleluja!
(Psalm 105:1)
2. Allen



Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Johannes 21: 1-14
Het is enige tijd  na de opstanding...

1 Nadien liet Jezus Zich opnieuw aan de leerlingen zien bij het meer van Tiberias;
zo liet Hij Zich zien:
 2      Simon Petrus en Thomas, die tweeling genoemd wordt, en Nathanael van Kana in Galilea, en die van Zebedeus, en twee anderen van Zijn leerlingen waren de hele tijd samen...
3      Zegt Simon Petrus tegen hen: Ik ga vissen.
Zeggen ze tegen hem: Wij gaan ook met je mee.
Ze gingen er op uit en ze gingen aan boord van het schip, en in die nacht vingen ze niets.
       Maar toen het al ochtend geworden was kwam Jezus naar het strand; echter de leerlingen hadden er geen idee van dat het Jezus was.
       Zegt Jezus tegen hen: Jongelui, hebben jullie soms een hapje eten?
Ze antwoordden Hem: Nee....
       Maar Hij zei tegen ze: Werp het net aan de rechterkant van het schip uit, en dan zul je (vis)
vinden.
Toen wierpen ze het uit, en ze konden het niet meer inhalen vanwege de grote hoeveelheid aan vissen.
       Dan zegt de leerling waar Jezus dol op was tegen Petrus: Het is de Heer! Nu, toen Simon Petrus hoorde: Het is de Heer, bond ie zijn overhemd om z’n middel, want hij was naakt, en hij wierp zich in de zee.
       Maar de andere leerlingen kwamen per boot, want ze waren niet ver van het land, maar ongeveer 200 el (een dikke honderd meter), terwijl ze het net met vissen mee-zeulden.
       Maar als ze dan aan land gaan, zien ze dat er een kolenvuurtje is aangelegd, en vis die er op ligt, en brood.
 
Dan zegt Jezus tegen ze: Breng wat van de vissen die jullie nu gevangen hebben.
       Toen ging Simon Petrus er op af, en hij trok het net vol met (wel) 153 grote vissen aan land, en hoewel het er zoveel waren scheurde het net niet.
       Dan zegt Jezus tegen ze: “Kom eten!”
Maar niemand van de leerlingen durfde Hem te vragen: Wie bent U?
Omdat ze wisten: Het is de Heer.

Jezus komt en neemt het brood en geeft het hun, en
de vissen net zo.

Dat was al de derde keer dat Jezus, opgewekt uit de doden, Zich liet zien aan de leerlingen.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Acclamatie:


Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen/zingen:

Preek

Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.


Lieve mensen van God…

In tijden als deze, helpt het om stil te staan bij mensen die het slachtoffer zijn van de situatie.

Het is bizar om te zien hoe de lezing van Jesaja 53 dicht aan-schuurt tegen de omstandigheden van zieken en artsen, verplegenden, vervoerders en al die anderen die te maken hebben met covid19 en met hen die ons gezond houden. Heel gewone, vaak onderbetaalde, mensen die grote risico’s nemen, eindeloze dagen en nachten draaien, in de hoop, in de verwachting, dat ze (enkele) zieken mogen redden.

Maar ook de zieken, en zelfs de erg zieken die het overleven, (en het ís voor sommigen echt lijden!!!) brengen voor ons allen op den duur óók mogelijk een betere samenleving tot stand. 

Dat was Gods hoop tijdens de ballingschap eveneens! Een betere samenleving. 

Die ballingschap was niet uit de lucht komen vallen. Er waren profeten geweest, die eindeloos hadden gewaarschuwd, dat de manier van leven van het volk niet gezond was, niet de bedoeling.

Ze leefden met het oog op hun directe gewin, en niet met het oog op God. Dat kon niet goed aflopen, zeiden de profeten. Maar toen, net als nu, ging het de meeste mensen om brood en spelen, om het aangename leven voor het individu, niet voor het geheel, niet voor het volk. Niet voor de gemeenschap.
En het gíng niet goed. Toen niet, en nu niet.

Wij staan op een keerpunt van de tijd.

Wat gaan wij straks doen met onze ‘vrije’ keuzes, met onze vrije wil? 

Zijn wij bereid om een stap terug te doen, en ruimte te bieden aan de ander? Blijvend? (Als we al een keuze hebben, tenminste…)

Zijn onze kinderen bereid om dat te doen?

Aan de ene kant waren er al veel kinderen in actie gekomen voor het milieu, tegen de verwoesting van de natuur, van het klimaat door onze schuld, en nu zien we zelf hoe heel anders de lucht is, hoe veel makkelijker we ademhalen, nu er minder verkeer is op de weg en in de lucht. Ze hadden dus gelijk... 

(Maar gaan we dit volhouden? Wat willen we opgeven op de lange duur?)

Aan de andere kant zijn er jongeren die nog steeds het gevoel hebben dat hun  door ‘boze volwassenen’ ontnomen wordt waar zij recht op menen te hebben. Hun overkomt het toch (bijna) niet, al die ‘shit’??? 

Dus waarom worden zij dan beperkt?

Ik stond deze week een avond om 2 uur een tijdje te praten met een jongen die niet slapen kon, en maar was gaan fietsen… Hij dacht toch echt dat dit virus was geconstrueerd door mensen die de zwakken in de samenleving wilden elimineren. Wilden vernietigen. (Als bioloog geloof ik daar niets van, we zagen al eerder uitbraken van Mersch en Ebola, het was te verwachten.)

En ach, die zwakken… Jesaja 53 geeft er een mooie beschrijving van. Je loopt er het liefst met een boog omheen! En toch… en toch…

Toch was ook Jezus een vluchtelingenkind, kwamen Zijn ouders met Hem naar Egypte om vrede en veiligheid voor hun kind te zoeken, een beter leven.
Maar de kinderen in de kampen van Idlib en Lesbos  kijken we liever niet aan: vies, slordig, blote voeten, en wellicht dragers van besmettelijke ziekten.  

Veracht en verworpen door de mensen’… L

Maar het is heel goed mogelijk dat een van hen, misschien wel meerdere van hen, straks het antwoord vormen op onze noden. Dat zij wellicht ooit een antigif tegen deze of andere ziekten, of een fantastische batterij uitvinden. 

Als wij hen laten leven, laten leren, als wij ook hèn liefhebben

Voor de verschoppelingen van de aarde lijkt onze God een grote voorkeur te hebben. J J J Hij doet het ons voor!

Jezus raakte de ‘onaanraakbaren’ met hun besmettelijke ziekten aan, en zo genas Hij hen. Hij gaf Zijn leven voor hen en voor ons…

Wij hebben net het Paasfeest gevierd, en toen moesten wij, als beginnelingen in het geloof, als pasgeboren kinderen, opnieuw starten met geloven in nieuwe, moeilijke omstandigheden.

Dat is niet erg, er zullen altijd weer moeilijke omstandigheden zijn in het leven. Dat houdt niet op. Daar groeien we van.

Maar… er is ook altijd de misericordias Domini!

Het Zich Ontfermen van de Heer over ons! 

Dat vieren we vandaag. Daaruit leven wij!

Johannes vertelt hoe de leerlingen in Galilea een beetje rondhangen in beperking, want ze kunnen eigenlijk geen kant op.

Ze moeten wachten tot ze richtlijnen krijgen van Jezus. Hoe en wat? Geen idee!

Petrus krijgt er de kriebels van. Hij moet iets doen.

Iets gewoons. Nu, dat kennen we nu allemaal wel.
Hij roept uitdagend: Ík ga vissen!
En de anderen gaan mee.

Zelfs Natanaël, die helemaal geen visser was.

En dan is er dat wonderbaarlijke verhaal, met de bekende onbekende en al die vissen153 zijn het er.

Dat is niet zomaar een getal, het staat voor de Grote Naam van GodZelf!

(U weet wel hoe de Hebreeuwse letters ook een getalsfunctie hadden. <7+5+1 levert mijn naam op.> Zo werkt dat.)

Deze derde ontmoeting tussen Jezus en de leerlingen staat dus in het teken van de Vis.

Pèsach draait om het Paaslam, Jezus is op Goede Vrijdag ons offerlam, maar nu gaat het om vis.

Door God gegeven.

Aan de ene kant is vis hier heel gewoon, het is de basis van de handel en wandel in visrijk Galilea, maar God legt er nu Zijn Heilige Naam op, in dat gewone bestaan, Hij is aanwezig in die overvloedige rijkdom aan vissen.

Hier wordt de roeping van de leerlingen als vissers-van-mensen in Gods Naam, die hier gehoord werd aan het begin van hun avontuur met Jezus, die toen nog onbekende man, voltooid en bevestigd.

Dat was toen nog maar het begin geweest van hun tijd met Jezus.

Nu komt het er op aan. Ze moeten verder! 

Niet meer met Jezus in hun midden, als vriend, als naaste, als leraar, maar op weg gezonden met de Heilige Geest van God

Ondanks verloochening en lafheid, ondanks domheid en gebrek aan geloof, heeft God een opdracht voor hen. En voor ons.

Die opdracht wordt bevestigd, met wat we mogen zien als een communiemaaltijd.

Ik moet even teruggrijpen op het Grieks, waarin dit verhaal geschreven is. Vis is in het Grieks: Ichthus. I X Θ Υ Σ 

Dat zijn de beginletters van de Griekse belijdeniszin: Jezus Christus, Gods Zoon, Redder.

Het is een diepe gedachte van Johannes, dat Jezus hier, in deze maaltijd, Zichzelf nog eenmaal deelt met Zijn leerlingen. Een nieuw Avondmaal.

Een Morgenmaal in de nieuwe tijd!


Zo gesterkt gaan ze moedig de toekomst tegemoet, omdat ze weten dat ze nooit meer alleen zullen zijn.

Zij zijn gekocht met het kostbare bloed van Christus, het Lam zonder smet of gebrek.

En door Hem geloven zij en wij in God, die Jezus uit de dood heeft opgewekt en Hem heeft verheerlijkt.       

Dat betekent dat ons geloof in God tevens hoop is op God.

Door aan deze waarheid gehoor te geven is oprechte onderlinge liefde mogelijk geworden, schrijft Petrus.  

Héb elkaar dan ook met hart en ziel lief, als mensen die herboren zijn uit een onvergankelijke bron, door het woord van de levende en eeuwige God.

Dat geldt voor de lezers van Petrus' brief, dat geldt net zo goed voor ons

Zo kunnen we met Gods hulp, en in Gods Geest stand houden, ook als de muren op ons afkomen, als de beperkingen ons benauwen

Want de Enige die een kroon draagt in ons leven is Godzelf.

Hem dienen wij in alle vrijheid.

Ik eindig met een plaatje uit Spanje.

Links staat: Met de Covid-19 heb ik uw kerken dicht gekregen
Rechts: Integendeel, Ik heb er een in ieder huis geopend!
(Die driehoek slaat op de Drie-eenheid!)


Nu wij elkaar even niet ontmoeten in de kerk, ontmoeten we elkaar in ons hart, in gebed, in kaartjes, in telefoongesprekken, kortom: in aandacht en liefde.


Daarin kan ons eigen huis een huis van God zijn, een huis waar liefde woont; 
want daar gebiedt de Heer Zijn zegen, daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen, en leven tot in eeuwigheid. (psalm 133)

Amen

Muziek

Dienst van gaven en gebeden


Gods liefde is groot en strekt zich uit tot alle mensen, wij kunnen daarin delen:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht, geld en geduld…
Nu kunnen we er gestalte aan geven, als een goed begin,  in de collecte

U kunt bijdragen voor kerk en diaconie via het nummer van de gemeente  
NL 50 INGB 0000 3833 37 – Kerkrentmeester Ev. Luth. Gem. Zeist
   

of voor het Evangelie in Spanje!

NL 08 FVLB 0226 110 753 tnv Stichting Het Evangelie in Spanje. J

(Daar is het ook heel erg hard nodig!!!) 


Gebed over de gaven

Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, het is alles uit Uw genade.
Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde en aandacht.
Wij geven die met liefde aan U en anderen.
Wijs ons in dit alles de juiste weg.
Om Jezus’ wil. 
Amen
.

Lied 624

Voorbeden

Laten wij samen danken en bidden:
Goede God, wij danken U dat U ons in Uw vrijheid stelt, ook als het leven ons beperkt. Wij danken U voor 75 jaar vrijheid in Nederland, en voor een koning die leeft en werkt in geloof en in gehoorzaamheid aan U. Wij danken U voor de velen die hun leven gaven voor onze vrijheid, en voor hun naasten. 

Wij bidden U: 
Heer, ontferm U over hen.


Zorgzame God, wij danken U voor onze gezondheid, en voor de mogelijkheden om toch contact met elkaar te hebben. Al is het virtueel. 

Wij bidden u voor allen die beslissingen moeten nemen in deze situatie. Wij bidden voor onze eigen regering, maar ook voor die van andere landen. Wij hebben allemaal met elkaar te maken. 
Wij bidden voor artsen en verplegenden, voor mensen die zieken vervoeren, verzorgen, opvangen. Voor mensen in verpleeghuizen, voor de bewoners, die zo onthand en ontwricht zijn, maar ook voor de verzorgenden, die vaak niet eens goed beschermd waren, en zelf ziek werden. 
Wij bidden U: 
Heer, ontferm U over hen.

Barmhartige God, die ons kent, beter dan wijzelf ons kennen, dank U wel dat U zoveel geduld met ons hebt. 
Vergeef ons, waar wij tekort schieten in liefde en aandacht, naar U toe en naar de naasten. Vergeef ons als wij ons meer druk maken over ons eigen dagelijks brood dan over Uw Maaltijd in eeuwigheid. En waar wij geen oog hebben voor de vluchtelingen, de armen, de kwetsbare mensen in onze wereld. 
Wij bidden U: 
Heer, ontferm U over hen.

Heer van Hemel en aarde, van dood en Leven, wij aanbidden U om Uw grote scheppingskracht, die door Uw Liefde sterker is dan de dood...
Wij bidden U voor de mensen die we missen, die we verloren aan de dood of aan het leven, U weet dat wij daar soms zoveel moeite mee hebben. 
Zeker zij die geen afscheid konden nemen. 
Wil ons daarin genezen, en dat bidden we ook v
oor de familie van Jolien van Nimmerdor, die is overleden op  7 april, en voor alle gezinsleden van Gerrit Bakker, de vader van Frances, want hij  is ook overleden, op 4 april. 

We bidden voor de zieken in onze gemeente, en in onze familie- en vriendenkring. We denken aan Teun die het naar omstandigheden aardig goed maakt, hij kon in her ziekenhuis terecht voor zijn wondverzorging en hij
blijft positief. Dank u wel. We bidden voor broer Rob van Marijke, ook hij moet heel voorzichtig zijn...
Wij leggen op dit moment ook alle andere mensen bij U neer die ons ter harte gaan... 
Wij bidden U: 
Heer, ontferm U over hen.



Om Jezus, die ons leerde bidden zeggen wij:
A: Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
 

Slotlied 634:2 (melodie: U zij de Glorie.)


Zegen:

   De gemeenschap met God,   
   met alle Heiligen en met elkaar,
   nabij of ver,

   wil uw harten en gedachten vullen,
   uw doen en laten, uw bidden en danken.
Zijn liefde krone uw bestaan met Zijn aanwezigheid,
   van nu aan tot in alle eeuwigheid.
   Amen

Amenlied: 708:6 Mijn schild ende betrouwen...


Maar omdat we ons niet klein laten krijgen zingen we ook nog lied 634:1
U zij de glorie!