Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag Misericordias Domini in de Lutherse kerk te Gorcum: In Abrahams schoot.

Organist: Toon de Graaf. 

Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.

Stilte.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Confiteor:
Heer, vergeef ons al wat wij misdeden.
En laat ons weer in vrede leven!

Amen.
Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn enige Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Ons introïtuslied is psalm 33: 1 en 8


Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is groot -
en dan ook Zijn Naam prijzen,
want Zijn barmhartigheid heeft geen einde!  



Zondagsgebed:
Heer, die als een Goede Herder Uw volk met ontferming wil weiden, strek Uw goede zorgen ook uit over ons, zoals wij hier bijeen zijn, én over hen die wij hier missen. Hoed ons vandaag, en alle dagen van ons leven, door Jezus Christus, onze Heer. Amen.


Lezing Oude Testament

Ezechiël 34: 11-16

In het voorafgaande deel heeft de Heer de leiders van Israël de wacht aangezegd: ze hebben zich níet als goede herders bekommerd om de kudde van Godzelf, om het volk dat aan hun zorgen is toevertrouwd, maar ze hebben zich volgegeten ten koste van de kudde.
Voor de zwakke dieren hebben ze niet gezorgd.
Hun verantwoordelijkheid zal van hen afgenomen worden, hun ambt raken ze kwijt. We lezen hoe de profeet dit aanzegt:
11. Maar zo spreekt mijn Heer, de Aanwezige: “Let op Mij!
Ik eis Mijn kudde terug en Ik zal voor ze zorgen.
12. Zoals een herder voor zijn kudde zorgt terwijl hij temidden van het her en der verspreide vee aanwezig is, zó ga Ik op zoek naar Mijn vee.
Ja, Ik zal ze redden vanuit elke plek waarheen ze uiteen gegaan zijn in tijden van laaghangende bewolking en duistere mist.
13. Ik leid ze vanuit de volken weg en neem ze op vanuit de omringende landen, en breng ze naar hun eigen grondgebied. Ik zal ze weiden op de bergen van Israël, aan de beken, en in alle bewoonbare gebieden van het land.
14. Op goed gras zal Ik ze doen weiden en op de bergen van Hoog-Israël is er dan een schaapskooi voor hen; daar zullen ze in alle rust liggen in een goede schaapskooi, en voedzaam gras grazen ze op de bergen van Israël.
15. Ikzelf weid Mijn vee, en Ikzelf geef ze gelegenheid om rustig te liggen, zo heeft mijn Heer, de Aanwezige, het Zelf gezegd.
16. Het afgedwaalde dier zoek Ik op,        
en wat verdreven is breng Ik terug,       
waar iets gebroken is verbind Ik het,  
en wat zwak is doe Ik weer op krachten komen,
maar wat weldoorvoed is en sterk zal Ik vernietigen, Ik wil in alle recht als Herder bezig zijn!

Tot hiertoe de lezing.

De Heer bestuurt het volk in gerechtigheid, niet met ijzeren wetten, maar met liefde en zorg.
Daarvan zingt ons lied uit TussenTijds 34 = Lied 67a

Epistellezing1 Johannes 1: 1 - 7
1:1 Het was van den beginne, wat wij gehoord hebben, wat wij gezien hebben met onze (eigen) ogen, wat wij aanschouwd hebben en met onze handen betast, en wel: het Levenswoord....

2. Ja, het Leven (zèlf) is duidelijk (zichtbaar) geworden, en we hebben gezien, en we getuigen en boodschappen jullie over het eeuwig leven dat is bij de Vader, en dat ons duidelijk geworden is....

3. Wat we gezien en gehoord hebben, boodschappen wij ook jullie, opdat ook jullie onze partners zijn.... En wij zijn weer partners van de Vader en van Zijn Zoon Jezus Christus.

4. En we schrijven jullie deze dingen, om onze vreugde te vervolmaken.

5. En het is deze boodschap die we van Hem gehoord hebben, en die we jullie brengen, dat God licht is, en dat er geen enkele duisternis is in Hem.

6. Wanneer wij zeggen dat wij Zijn partners zijn, en we leven in duisternis, dan liegen we, en handelen onwaar.

7. Maar wanneer we in het licht leven, zoals Hijzelf in het Licht is, zijn we elkanders partners, en het bloed van Jezus, Zijn Zoon, reinigt ons van elke zonde.

De Psalmist roept ons op: Halleluja: Loof de Heer, roep luid Zijn Naam, maak Zijn daden bekend onder de volken. (Psalm 105:1) HALLELUJA!


Gezang 291 zingt van geloof in Gods grote daden. Nooit kan 't geloof teveel verwachten! Des Heilands woorden zijn gewis. 

t' Faalt aardse vrienden vaak aan krachten, maar nooit een vriend als Jezus is!!! 
Die hoop moet al ons leed verzachten....


Het Heilig Evangelie staat geschreven bij het vervolg op het Evangelie van Lucas in: Handelingen 3: 17-26

Het is na Pinksteren. Er is een man genezen. Het volk loopt verbijsterd te hoop, en Petrus spreekt ze toe:
'De God van Abraham en Izaäk en Jacob, de God van uw voorvaderen' heeft Zijn kind Jezus met majesteit bekleed, Jezus genas, maar Hem hebben jullie overgeleverd en verloochend… Hij stond aan het begin van het leven en jullie hebben Hem gedood, Hem heeft God opgewekt uit de dood

17. En nu, broeders, ik weet dat jullie handelden uit onwetendheid, net als jullie overheid.
18. Maar God, die bij monde van alle profeten van te voren al had aangekondigd wat Zijn Christus zou (moeten) lijden, heeft het op deze manier vervuld

19. Bekeer u dan nu, en keer terug zodat jullie zonden worden weggewist.
20. opdat er van voor Gods aangezicht tijden van verkwikking mogen aanbreken, en Hij jullie de voorbestemde Messias, Jezus, moge zenden. 
21.     (Jezus) die nog wel in de hemel moet blijven tot aan het moment van al de betere tijden waarover God van oudsher heeft gesproken bij monde van Zijn heilige profeten, die (dan) weer aanbreken.

22. Mozes zei al: ‘De Here God zal een profeet doen opstaan uit jullie broeders, net als mij. Naar hem moeten jullie luisteren, naar alles wat hij maar zal zeggen’ tegen jullie.
23. ‘Iedereen die niet naar die profeet zou luisteren zal volledig worden uitgeroeid uit het volk’.
24. Ja, alle profeten vanaf Samuel hebben op hun beurt al gesproken over deze dagen en hun lof gezongen.

25. Jullie zijn de zonen der profeten en van het Verbond dat God met jullie voorouders heeft gesloten, toen Hij sprak tot Abraham: “En ook in je nageslacht zullen alle volkeren ter aarde gezegend zijn!”
26. Aan jullie heeft God als eersten Zijn Kind gezonden, nadat Hij Hem had opgewekt, Hem, die ieder van jullie zegent die zich afkeert van jullie kwade practijken.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
: In antwoord op Gods Woord willen wij samen ons geloof belijden:
Wij geloven in God - Schepper van hemel en aarde.
Heer over alle machten

Die om ons van alle macht heeft afgezien
en in Jezus de prijs heeft betaald voor onze overtredingen.

Die in eenvoud tot ons kwam,
en werd verraden en vermoord - gekruisigd...

maar Hij overwon de dood!

Na drie dagen opgestaan ten leven
verscheen Hij aan vriend en vijand;

weer in Zijn hemels rijk terug zond Hij Zijn Geest
die ieder mens bezielen wil tot leven in de Heer.

Tot  een geméénschap van heiligen,
door een doop, door vergeving van zonden,

tot leven in  der eeuwigheid.  Amen




Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Lieve gemeente,

De misericordias Domini, de liefdevolle zorg van de Heer, wat een mooie naam voor een zondag na Pasen. God leeft mee met onze misère, en die kan Hij niet aanzien
Hij wil dat niet. Hij wil niet dat Zijn volk omkomt, dat Zijn mensen leven als een kudde schapen zonder herder, zonder goede, verantwoordelijke zorg.
En in die verantwoordelijkheid zit ‘m dan ook meteen de kneep: de leiders van het volk voelden zich helemaal niet verantwoordelijk naar God toe.
Zij hadden niet het bescheiden antwoord van Koningin Juliana, koningin bij de gratie Gods, die zich afvroeg: wie ben ik dat ik dit doen mag?    

Nee, zij waren er alleen maar op uit om zichzelf te verrijken, zoals we tegenwoordig ook veel mensen op  ‘belangrijke plaatsen’ zien doen,  en dan rustig ten koste van de arme en zwakke leden van de samenleving. De economische crisis brengt dat meer dan ooit aan het licht.
Maar in de visie van de Bijbel is alle macht door God te leen gegeven, en is alle macht in principe slechts door Hem afgestaan ten dienste van de schepping, die door mensen wordt beheerd om er iets goeds mee te doen.
Dat betekent dan ook dat er een moment komt waarop zij, en wij, verantwoording af moeten leggen van wat wij hebben gedaan met de mogelijkheden die ons gegeven zijn.
Antwoord moeten geven op Gods vragen…
Vragen als: Hoe hebben we die mogelijkheden gebruikt, deze dag?
Hoe hebben we die gebruikt in ons leven?
Hebben we zorg gehad voor de zwakke, de gewonde, de verdwaalde zielen die op ons pad komen?

Het zijn vragen waarop we niet hoeven te wachten tot ze worden gesteld, want we kennen ze, en wij kunnen die onszelf op zijn minst elke dag stellen.
Het kost wel vaak moed om ze te beantwoorden, en we zullen wel elke avond moeten vragen: Heer, vergeef alstublieft wat mis ging, waar we in gebreke bleven, voordat we kunnen vragen om zegen over wat we verder nog hebben gedaan.

En ook dat laatste is zinnig. We kunnen het niet alleen, en wij hoeven het niet alleen te doen.

Jezus is uit de dood opgestaan om ons allemaal te zegenen, lazen we zojuist.
Door ons bij te staan met Zijn Geest.
Door ons te zegenen als we nee willen zeggen tegen het kwaad, dat zo makkelijk uit onze handen komt en dat zo ongemerkt uit onze mond floept.

Elke morgen mogen we het weer opnieuw met Hem proberen, door de Heilige Geest die hier het zegenrijke werk afmaakt dat Jezus in Zijn dood en opstanding heeft volbracht.
De Geest geeft ons namelijk de kracht om de puntjes op de i te zetten, om Jezus na te volgen.
‘…en net als Jezus worden, die ’t ons heeft voorgedaan’, zoals Willem Barnard in gezang 172 dichtte.

Dat navolgen vraagt van ons dat wij in het Licht leven, en ons met duistere zaken niet ophouden.
Leven als Christen kun je niet half doen.
Dat deed Jezus ook niet.
Maar zo leven kun je wel leren

Is het u ook opgevallen dat Petrus voor zijn doen nogal mild uit de hoek komt? Geen bliksem van de hemel om het ze eens in te peperen, dat ze de bron van alle leven de dood in hebben gejaagd, maar hij heeft kennelijk begrepen wat Jezus bewoog toen Deze bad: ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen’
Petrus heeft zélf zijn Heer verloochend, voordat de Israëlieten riepen om de kruisiging
Hoewel hij zich vergeven weet, zal hij dat niet vergeten. En zo kan hij met een zekere mildheid zeggen: jullie waren ook niet wijzer!
En ondanks jullie verraad (en ondanks het mijne) zijn jullie en wij de eersten naar wie de Opgestane terug is gekeerd om te vergeven wie zich bekeert.
Het is niet te laat.

Het is denk ik nooit te laat om bij God neer te knielen en te zeggen: 'Heer, ik heb het helemaal verkeerd gedaan.
Ik heb niet uitgekeken, ik heb niet opgelet, ik was moe en had geen zin om mij te bekommeren om een vreemde of een vriend die op mijn pad kwam, ik had de energie niet om te bidden voor al die mensen, of misschien: ik was jaloers, ik wilde eigenlijk iets hebben waar ik geen recht op had…'
Nu ja, ieder heeft zo zijn of haar eigen lijstje met zonden, gebreken en fouten.  
Dat is niet zo erg, als je maar bij God komt, om ze te laten uitwissen in het bloed van Jezus, zoals Johannes ons voorhoudt.
En als we dan maar weer fris en vrolijk vanuit die genade – zoals broeder Maarten zou zeggen – gaan leven in het licht.
God is louter licht, en in Hem is geen duisternis.
Dat is goed nieuws, dat is Evangelie...
Een regel om bij stil te staan.
Het is het zwaartepunt van de verkondiging in dit stukje tekst, en een bron van vreugde, die Johannes met ons wil delen.

Waarom?
Omdat God dus geen duistere kanten heeft.
Geen geheime agenda, waardoor allerlei kwaad ons van Zijn kant overkomt om ons van alles te leren
Dat hoor je tegenwoordig nogal eens.
Nee, God is Licht, Hij is oprecht, is zuiver in Zijn bedoelingen. En Hij wil dat het ons goed gaat.

Niet voor niets spreekt Hij over mals en voedzaam gras voor Zijn kudde, over een schaapskooi die hoog gelegen is, en dus veilig. Over Zijn zorg voor gewonde en gemankeerde dieren…

Dus ook als we zwak, ziek en misselijk zijn is er plaats voor ons. We mogen er bij horen.
Maar.. dan wil Hij wél iets aan ons doen.
Hij wil onze wonden verbinden, ons terugbrengen van dwaalwegen, ons doen leven in Zijn licht.
Zoals Jezus leefde: in alles met het oog op God.
En dat vraagt van ons wel een keuze.
Een keuze voor God.
Dat betekent dan niet alleen dat we een aantal dingen zullen moeten laten die er niet mee door kunnen, maar dat we wellicht ook een aantal gevoelens tegen het licht moeten houden.

Het is veel gemakkelijker om je voor te nemen nooit meer teveel te snoepen, of om tevreden te zijn met wat je in huis hebt, en niet stiekem te begeren wat je buurman heeft: zijn mooie telefoon, zijn opgewekte karakter, zijn auto, zijn geloof, noem maar op, dan om gevoelens van wrok los te laten, van tekort gedaan zijn, of van tekort geschoten zijn, dingen waar je onder gebukt kunt gaan, zonder daar verder iets mee te doen.

Want, o mensen, wat kun je daar ongelukkig van worden. Wat een etterende zweer kan dat wezen.

Ik heb veel mensen gekend die diep ongelukkig waren omdat anderen niet aan hun verwachtingen hebben voldaan. Verwachtingen die ze overigens nooit zelf hadden uitgesproken, want ‘die spraken vanzelf’… Ongelukkige mensen, die van hun broers of zussen de erkenning hadden willen horen, dat zij er ook bij hoorden, dat ze er mochten zijn.
Of erkenning dat hun onrecht was aangedaan.
En dan blijf je slachtoffer. Dan kom je niet verder.

Kijk dan naar Jezus. Hij was slachtoffer eerste klas.
Al onze duistere daden en gedachten, al onze misdaden zijn op Zijn onschuldig hoofd neergekomen.
Hij heeft gebeden: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen”.

Als wij het Onze Vader bidden, vragen wij om vergeving met als argument: wij vergeven immers ook wie ons iets schuldig was! In sommige oude teksten staat zelfs: wij hebben vergeven…

Iedereen die het Onze Vader met aandacht bidt struikelt, denk ik, wel eens over die tekst.
Ik moet zelf geregeld even nadenken of er niet weer ergens een stukje wrok bijgekomen is, dezer dagen, of dat er diepweg nog iets zit, dat nog niet aan het licht gekomen was… Want pas als je het kunt benoemen, en het tegen het licht van Gods genade kunt houden, waar we zelf ook op hopen, pas dàn kun je verder komen.

Misschien zeg je wel: dit of dat was té erg.
Dat kan ik niet vergeven. Dat kan ik niet loslaten.
En in elk geval wíl ik dat niet…!
Maar dan keten jij jezelf aan die ander.
Aan die situatie.
En God wil dat wij vrij zijn, om van het leven te genieten. Om Zijn partners te zijn in het lieve licht.
Kοινωνια
staat er in het Grieks. Gemeenschap.

Dat je samen werkt en samen deelt met God.
Dat is toch onvoorstelbaar, dat de Schepper van hemel en aarde zoveel met ons opheeft, met U, met jou, met mij, dat Hij ons een partnerschap aanbiedt. Hij wil niet alleen onze partner zijn in ons leven, ons leven delen, maar wij mogen ook Zijn partner zijn…
Wij mogen leven in het licht, werken en bidden in het licht, en aan Gods hand van deze wereld een paradijs maken.
Zou je voor zo’n aanbod niet al het andere laten liggen?

Kom, laten we leven in het licht. In Gods Licht.
De Heilige Geest zal ons bijstaan. Beloofd!
Jezus deed het voor.
GodZelf wacht op ons. Op U, op jou, op mij.

Amen.

(Stilte)

Muziek

Gods goedheid is groot en strekt zich uit tot alle mensen,
   wij mogen daarin delen door te doen zoals Hij:
dag aan dag met vriendelijkheid en aandacht,
genade en geduld…
Nu kunnen we er, als een goed begin, gestalte aan geven in de collecte!

Na het gebed over de gaven zingen wij: gezang 20: 1 en 3
Maar nu eerst de collecte!

Gebed over de gaven
Grote God, vol eerbied komen wij tot U met onze gaven. 
Wil ze zegenen en aanvaarden, wil ook ons aanvaarden. 
Door Jezus Christus, onze Heer. 

Amen

Wij zingen: gezang 20: 1 en 3 = Lied 146a


Voorbeden: laten we danken en bidden:
Lieve God, wij danken U voor Uw geduld en Uw liefde, die ons telkens weer rechtop zet.
Wij danken U, dat U ons zoekt, wanneer wij afdwalen, en dat U ons wilt helen en genezen, wanneer wij lijden aan etterende wonden in ons leven of aan ons lichaam.
Wij bidden U om geloof en liefde, om geduld en genade, zodat wij anderen kunnen bevrijden van onze verwachtingen, en onze boosheid omdat die niet werden vervuld, en zodat wij onze wrok kunnen loslaten, en zelf als bevrijde mensen in en vanuit de genade verder kunnen leven.
Laten wij de Heer bidden :
G : Heer ontferm U

God van medeleven en liefdevolle zorg, wij danken U dat wij van U mogen weten.
Dat wij de vrijheid hebben om van U te spreken en om te bidden, om ons tot U te bekeren, telkens weer. Wij bidden voor Uw kinderen die, in vele landen. die vrijheid moeten missen. Bewaar hun leven alstublieft...
Sterk hun geloof en hun moed om te getuigen, om te bidden en in de bijbel te lezen, als dat kan.
Wil de regeringen en de machthebbers daar bewerken met Uw Heilige Geest, zodat Uw Naam ook daar geheiligd kan worden en Uw Koninkrijk ook daar kome. Dat Uw kudde rust mag krijgen.
Laten wij de Heer bidden :
G : Heer ontferm U

Lieve God, wij zijn dankbaar voor de vele goede dingen waardoor wij zijn omringd, dankbaar voor vrijheid en comfort, voor onderdak, schoon water, kleding en een arm om onze schouder, wanneer wij hier bij elkaar zijn.
Wij bidden U voor allen die dat moeten missen, en wij denken in het bijzonder aan hen die hier nu niet zijn door vacantie of door ziekte en ouderdom…
In het bijzonder bidden wij voor allen die gewond geraakt zijn bij het treinongeluk gisteravond. Wees bij hen en bij de mensen die om hen in zorg zijn. Sterk de mensen die voor hen allen zorgen... 

Ook willen wij bidden voor ons koningshuis en voor alle leden van de regering, opdat zij in wijsheid en nederigheid hun beslissingen nemen… Sta hen bij.
Laten wij de Heer bidden :
G : Heer ontferm U

Goede God, God van compassie,
neem ons in genade aan,
red en behoud ons,
want alleen U, de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,
komt toe: prijs en lof en aanbidding te allen tijde en van eeuwigheid tot eeuwigheid.
G : Amen.

Laten we dan mét Jezus en in Zijn Geest samen bidden:
Onze vader, die in de hemelen zijt,
Uw naam worde geheiligd. Uw rijk kome,
Uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren… 
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van het kwade.



Ons slotlied is uit TussenTijds 204: 1 en 8 = Lied 851
Na de zegen, zingen we, in plaats van het ‘Amen’ vers 9 en 10
 


Zegen:
De Heer dezer wereld moge Koning zijn in onze harten.
Gods welbehagen in mensen moge ook aan ons zijn af te lezen.
Het licht van God moge ons leven doorstralen.
Daartoe zegenen ons de Vader, de Zoon en de Heilige Geest! 
Amen.

Vers 9 en 10