Voor eerdere diensten klik hier:

Zondag sexagesima 16 februari 2020 in de Lutherse kerk te Zeist 
Organist: Eddy Vliem

Stilte 

Orgelspel: Pastorale in Bes. Philip Hayes (1738-1797)

Afkondigingen en aansteken van de kaarsen.

Wij zijn hier aanwezig in de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.    
Amen

Onze Hulp is in de Naam van de Heer    
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet loslaat het werk van Zijn handen.

Gebed van toenadering
Goede God, wij vertrouwen op Uw Woord,
daarom zijn wij hierheen gekomen.
Wij bidden
U voor allen die daar toe niet in staat zijn.

Lieve God, Uw genade is groter dan ons tekortschieten.
Daarop
vertrouwen wij, als wij vragen om vergeving,
als wij
U vragen om van ons weg te nemen al wat ons aan zorgen en vragen, aan verdriet en onrust, aankleeft,
opdat wij U in alle vrijheid als Uw kinderen kunnen aanbidden.

Heer, vergeef ons al wat wij misdeden,
en laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Introďtus:
De Antifoon voor deze zondag luidt ps 44: 24,27

Gemeente: ps 44:2 
 

Nogmaals samen de Antifoon: 



Laten we de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, - die is heel groot! - en we voelen ons zo hulpeloos, 
maar laten wij dan ook Zijn Naam prijzen,
omdat er aan Zijn barmhartigheid geen einde komt!


Dienst van het Woord

Groet



Zondagsgebed
Heer van Hemel en aarde, hoor ons bidden en danken,
bevrijd ons van alles wat ons wil scheiden van Uw koningschap.
Doe dit door
Jezus Christus, onze Heer, die met U en
Uw Heilige Geest leeft en regeert, nu en tot in eeuwigheid.
Amen.

Lezing uit het Eerdere Verbond
Deuteronomium 30: 15 – 20
Helemaal aan het eind van zijn leven, als het volk staat voor de grenzen van het Beloofde Land, roept Mozes op tot een vernieuwing van het Verbond.
Hij laat nog eens alles wat er is gebeurd de
revue passeren, met alle nadruk op Gods trouw en het wankele geloof van het volk. Als ze daarover berouw hebben, dan zal het zeker goed komen. In feite is er maar één fundamenteel gebod, en dat is: God lief te hebben, te leven zoals Hij wil, en je aan Zijn voorschriften houden. Want dat is, zoals we zullen horen, ook het doel van ons leven. We lezen:


15. Kijk! Ik leg het je nu voor: het leven en het goede, of de dood en het kwaad.
16. Dat wat ik nu voorschrijf (is): De
Aanwezige, je God, liefhebben, zodat je de door Hem uitgezette weg gaat, en Zijn voorschriften en Zijn wetten, en Zijn uitspraken in ere houdt, zodat je lang zult leven en uitgroeit, zodat Hij, de Aanwezige, je God, je zegent in het land daar, dat je in bezit gaat nemen…
17. Maar als je je hart afkeert, en je luistert niet, en je laat je overhalen vreemde
goden te aanbidden en te dienen...
18. ik
bezweer jullie nu: dan zullen jullie absoluut dwalen!
Lang zal jullie tijd (dan) niet duren op de
grond die jullie betreden als je de Jordaan oversteekt, (op de grond) die je in bezit gaat nemen.
19. Ik neem ze nu tegen jullie als getuige: de
hemel én de aarde! Voor het leven en de dood heb ik jullie gesteld, de zegen en de vloek, en als je kiest voor het leven (doe je dat) zodat je (vóórt)leeft, jij en je nageslacht...
20. zodat je de
Aanwezige je God kunt liefhebben, en gehoor geven aan Zijn stem, en Hem trouw blijven, - want Hij is je leven, en Hij is het die lang maakt: de tijd dat je wonen kunt op de grond, waarvan de Aanwezige je voorvaderen, Abraham, Izaäk en Jacob, gezworen heeft dat Hij ze die geven zou.                      Tot hiertoe Mozes

Gradualelied 534
dat zingt over de Zoon van God, die onze beperkingen wegneemt, zodat wij kúnnen doen wat God van ons vraagt. 
 


Epistellezing: 1 Corinthe 2: 6 - 11
In het eerste hoofdstuk is gesproken over het woord van het kruis, de verkondiging, die een dwaasheid is voor de zogenaamde wijzen. Maar Gods dwaasheid is wijzer dan menselijke wijsheid, want die ‘dwaasheid’ redt onze zielen. Daarom wilde Paulus ook niet met verbaal geweld de gemeenten komen bekeren, maar simpel, nederig, zonder redenaarstrucjes, (en meesslepend spreken was een gewaardeerde kunst in die tijd!) Dat wilde hij om te beklemmen, dat het geloof van de gemeente niet wordt gewekt door het praten van mensen, maar door de kracht van God. Dan gaat hij verder:
6. Wij spreken wel over wijsheid onder de volmaakten, maar (dan gaat het wel) over een wijsheid die niet van deze tijd is, en niets met zinloze dingen te maken heeft.
7. Wij spreken echter over de
wijsheid van God, die verborgen is in een geheimenis, (een wijsheid) die God voortijds heeft voorbestemd tot onze verheerlijking,
8. (een wijsheid) die geen der heersers van deze tijd ooit heeft begrepen, - want als ze die begrepen hadden, hadden ze de Heer der Heerlijkheid niet gekruisigd! –
9. Maar – zoals er (al) staat geschreven:    
’Wat het oog niet gezien heeft en het oor niet gehoord heeft, en wat in geen mensenhart opkwam, dat heeft God voorbereid voor wie Hem trouw beminnen.’
10. Ons heeft God het door de Heilige Geest geopenbaard,
de Geest doorvorst immers alles, óók de diepe gedachten van God.
11. Wie onder de
mensen heeft inzicht in wat des mensen is, ŕnders dan de menselijke geest die in hem is?   En zo heeft niemand kennis van wat Godes is… behalve de Geest van God.

Lied 528: 1, 3 en 5


Allen gaan staan

Halleluja
1. Voorzang, 2. Allen

 
Ps 119:105



Het Heilig Evangelie staat geschreven bij: Mattheüs 5: 17-26

Onze lezing is een deel van de Bergrede, de Zaligsprekingen maken het eerste deel er van uit, dan spreekt de Heer Zijn volgelingen aan en zegt dat ze, als het zout der aarde, openlijk en duidelijk moeten leven in de liefde tot God en mensen.     Dŕt is ‘de wet en de profeten!’ Dat is hun roeping. Deze wet van liefde: heb God lief en heb je naaste lief, houdt niet in dat je de 10 geboden wel kunt vergeten, integendeel: de wet der liefde vraagt nog meer van de mens dan het houden van de 10 leefregels. De Heer gaat verder en spreekt in het volgende stuk o.a. over het Gehenna, het Ge’Hinnom, het Hinnomdal, net buiten Jeruzalem, waar de karkassen van dieren worden verbrand, en ook de lichamen van terechtgestelde moordenaars.
Het is dus een vreselijk oord. Het laatste stuk zegt dat we eerst verzoening moeten zoeken met onze naaste, en dŕn pas met God. Zoals in het Onze Vader ook in de grondtekst staat: vergeef ons, zoals wij vergeven hebben!   
De
Heer gebruikt stevige taal en zegt:

17. Meen niet dat Ik gekomen ben om de wet of de Profeten te ontbinden, Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.
18.
Waarachtig, want Ik zeg jullie: voordat (mogelijk) hemel en aarde vergaan, zal men aan geen punt en geen komma van de wet voorbij gaan, éér alles is gebeurd.
19. Want wie er maar een van de
onbelangrijkste van deze geboden zal ontbinden, en dat aan de mensen zal onderwijzen, die zal uitermate onbelangrijk worden genoemd in het koninkrijk der hemelen, maar wie ze wčl doet en onderwijst, die zal groot worden genoemd in het koninkrijk der hemelen.

20. Want Ik zčg u: als uw gerechtigheid niet veel overvloediger zou zijn dan die van de Farizeeërs en Schriftgeleerden, dan zou u het Koninkrijk der Hemelen helemaal niet binnengaan.

21. Jullie hebben gehoord dat er tot de Ouden gezegd is: ‘Je zult geen moord begaan… ja, wie een moord begaat, moet onderworpen worden aan het oordeel.’
22. Maar Ik zeg jullie, dat ieder die zich irriteert aan zijn broeder (of aan haar zuster) onderworpen moet worden aan het oordeel. Al wie tegen zijn broeder zou zeggen: ‘Waardeloze vent!’ zal onderworpen moeten worden aan (het oordeel van) de Hoge Raad (het Sanhedrin). Al wie er zou zeggen: ‘stommeling’ zal neergeworpen moeten worden in het vurige Gehenna.

23. Stel dat je je offergave opdraagt naar het altaar, en je herinnert je daar dat je broeder iets op jou tegen heeft…
24. laat je gave dan voor het altaar achter, en
ga er op af: eerst moet er verzoening komen tussen jou čn je broeder, en kom dán je gave opdragen.

25. Wees direct van goede wil ten aanzien van je tegenstander in een rechtszaak, zolang je nog met hem onderweg bent, opdat je tegenstander jou niet uitlevert aan de rechter, en de rechter je uitlevert aan de beambte van het gerecht, en je in de gevangenis geworpen zou worden.
26. Waarachtig, Ik zeg je: daar zou je dan níet uitkomen, voordat je het laatste kwartje, dat je schuldig was,
betaald had.
Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!


Credo
In antwoord op Gods woord willen wij ons geloof belijden door samen te zeggen:
Wij geloven in God - Schepper van hemel en aarde.
Heer over alle machten

Die om ons van alle macht heeft afgezien
en in Jezus de prijs heeft betaald voor onze overtredingen.

Die in eenvoud tot ons kwam,
en werd verraden en vermoord - gekruisigd...

maar Hij overwon de dood!

Na drie dagen opgestaan ten leven
verscheen Hij aan vriend en vijand,

weer in Zijn hemels rijk terug zond Hij Zijn Geest
die ieder mens bezielen wil tot leven in de Heer.

Tot een gemeenschap van heiligen,
door een doop, door vergeving van zonden,

tot leven in  der eeuwigheid.  Amen
Allen gaan zitten.

Preek
Genade zij u en vrede van God onze Vader en van Jezus Christus, onze Heer, door de Heilige Geest.

Het zijn nogal stevige teksten, die we vandaag op ons geestelijke bord krijgen. Ik heb het wel vaker gezegd: Christen zijn is niet voor watjes! We mogen van God veel hopen en verwachten, maar Hij verwacht dan ook een heleboel van ons.
Jezus is beslist niet een kerkganger van de 21ste eeuw, als Hij zegt: “Ik ben niet gekomen om het jullie makkelijk te maken, maar Ik ben gekomen om de wet te vervullen. Gods Wet.
En als je daar aan gaat sleutelen, en je leert anderen dat ook te doen, dan bega je een
doodzonde”. Nu, dat ís nogal wat!!!
Dat horen we niet graag.
Dood en verdoemenis dus vandaag?  Ja, en
nee.
Ja, als je een kind van
God wilt zijn, en toch een loopje met Hem denkt te kunnen nemen. Nee, want je hebt een vrije keuze. En in het stuk, nčt vóór het deel wat wij straks lazen, zegt Mozes tegen het volk: wat ik je nu ga opdragen is niet te moeilijk voor je, je kunt het volbrengen, in feite heb je het al op je tong liggen. Je hoeft maar zeggen: dit wil ik doen, en dan kún je het! In het Hebreeuws is woord en daad zo nauw verweven, dat er één term voor wordt gebruikt. Dabar. Als God spreekt, dan bestaat het. Gods woorden zijn scheppende woorden.
Maar op een zelfde manier zijn onze woorden ook niet
vrijblijvend. Als wij iets zeggen over iets of iemand, dan wordt daar iets werkelijk, ook al zou het maar in iemands gedachten zijn. En dat heeft gevolgen. We zien het iedere dag in de Media gebeuren.
Er wordt van alles
geroepen (bijv. op RTL4) over mensen die in de aandacht staan, er wordt getwitterd dat iets zús of zó is, en de meeste mensen nemen dan voetstoots aan, dat het dus ook wel zus of zo zal wezen. En dŕt bepaalt dan weer de manier waarop ze zelf denken of praten over die situatie, over die mensen. Heel simpel: als een kind steeds maar te horen krijgt dat hij of zij iets goed doet, dan krijgt het zelfvertrouwen, en je weet: met zelfvertrouwen gaan de dingen bijna vanzelf. Als een kind, of een volwassene, daar werkt het net zo, steeds maar te horen krijgt, dat hij of zij niet deugt, niet knap, slim, aardig genoeg is, dan verliest die persoon vaak de motivatie om door te zetten, en dan gaat die zich ook zo gedragen.
Zonder het te
merken, zonder het te bedoelen, vermoorden we iemand. Omdat we niet zoeken naar iemands mogelijkheden, en omdat we die niet stimuleren, nemen we die weg, ongewild en ongeweten. Het is niet voor niets, dat in de tien Levenswoorden staat: je mag geen leugens over iemand verkopen.
Geen vals getuigenis afleggen, staat er in de oude vertalingen.
Vaak
denken we dat we een grapje maken, maar was wij grappig vinden, vindt de ander vaak helemaal niet leuk. We zagen afgelopen week, dat Aziatisch ogende Nederlanders, vaak hier geboren en getogen, misschien al derde generatie, zich erg gekwetst voelen wanneer mensen flauwe opmerkingen maken over Chinezen, virussen en dergelijke. ‘Kom op, grapje, daar moet je tegen kunnen’, zeggen de grappenmakers dan. Vaak zijn dat zelf mensen die absoluut niet tegen op- of aanmerkingen kunnen als het over hen zčlf gaat. Laat staan tegen grappen met hen als onderwerp. En zo zijn onze lezingen weer heel actueel geworden, want nee, grappen zijn niet altijd leuk.

Als je iemand een negatief gevoel geeft over hem of haar zelf, dan neem je ze levensvreugde af, dan neem je ze een stukje leven af, en dat is moord. Dan moet je je verantwoorden voor Gods rechtbank, zegt Jezus, want de Aanwezige wil het leven voor de mensen, wil zegen voor de mensen, voor alle mensen. Voor u en jou en voor mij en voor de mensen die hier nu vandaag niet zijn, maar ook voor mensen, waar we even niets mee hebben.
Of voor mensen die niet eens bij ons in beeld zijn.
We zeggen naar aanleiding van de verhalen die we horen, lezen of zien makkelijk: ‘waar rook is, is
vuur.’ Of: ‘er is geen koe zo bont, of er is wel een vlekje aan’.    
Maar zo moeten wij niet met
Gods kinderen omgaan. Hij trekt Zich dat persoonlijk aan! Voor Hem zijn wij allen van belang. Net zoals wij Hem belangrijk zouden moeten vinden, als wij Zijn volk, Zijn kinderen zijn.

Het is een zaak van leven en dood, van zegen en vloek, zegt Mozes. Waar kiezen we voor? Wij hebben de keus!
Het gaat om kwaliteit van
leven, voor ons zelf en voor anderen, voor onze kinderen en voor de kinderen van onze naaste.
En dan gaat het niet alleen om wat we
zeggen, maar vooral ook om wat we doen. Elke dag. Want Gods diepste verlangen is, dat wij samen-leven, als volk, als gemeente, als Staat.
Daar zijn al die wetten en voorschriften en inzettingen en hoe je het verder ook wilt noemen, voor bedoeld. Om het leven, het goede leven, voor iedereen mogelijk te maken. Wat dat betreft zijn wij de weg wel behoorlijk kwijt geraakt in onze Nederlandse maatschappij. Ikke… ikke… ikke… en de rest kunt U wel aanvullen.

Jezus is niet gekomen om die Leefregels te versoepelen, maar om ze Zelf te vervullen. Om te laten zien dat het kan!
Daarom is
Hij in onze plaats mčt de moordenaars vermoord.
Gekruisigd ŕls een moordenaar. Zijn dood heeft ons de genade gebracht. Zijn opstanding heeft voor ons allen, ook al zijn we misschien geen geloofshelden, ook al zijn we mensen met beperkingen, de weg naar Gods toekomst met ons opengelegd.
Ook voor ons hier.

Het is die genade, waarover Paulus spreekt, als hij het heeft over een mysterie, een geheim dat voor de buitenwereld niet zichtbaar is.
Gods
Heilige Geest, die is gekomen om ons te leiden en te troosten, om nóg dichter bij ons te zijn dan Jezus Zelf, Zij heeft dit geheim geopenbaard. Zij is het liefdevolle hart van God, dat voor ons klopt. Want Liefde is het antwoord van God op het kwaad in de wereld.      
Laat het ook óns antwoord zijn!    


We hebben vrijdag Valentijn gevierd.


De legende zegt dat een jong paar bij bisschop Valentijn kwam met het verzoek hen te trouwen. De man was een heidense soldaat, de vrouw een christen. Valentijn vond de liefde zwaarder wegen dan de wetten van de keizer die zo’n huwelijk verboden, en hij huwde het stel. Al gauw kwamen meer paren met hetzelfde verzoek. Valentijn werd aangegeven en gearresteerd.
Toen hij voor de keizer moest verschijnen, probeerde hij die te bekeren. Claudius voelde zich beledigd en liet Valentijn martelen en onthoofden. Dat gebeurde op 14 februari.
Een dag die we vieren, want het was de dag waarop hij nieuw geboren werd ten hemel. En dat is feest!
J
Natuurlijk gebeurden er wonderen in zijn naam, anders was hij nooit heilig verklaard. Wie hij precies was, en wanneer hij leefde, dat is
onduidelijk, maar het geeft niet. Het gaat er om dat we net als hij gaan op de weg die God voor ons heeft uitgestippeld, ook als ons dat duur kan komen te staan. Ook als de wereld, de mensen om ons heen ons uitlachen. Hoe pijnlijk we dat ook vinden.
Want met
Gods genade kunnen wij het volbrengen om Jezus te volgen, die ons heeft voorgedaan hoe God in eenvoudige mensen en dingen door ons gediend wil worden. Het gaat om de kleine keuzes van iedere dag. In ons gewone leven.
Keuzes, waardoor het
leven van anderen, waardoor deze wereld, het milieu, een beetje beter worden.
Een beetje minder voor onszelf is vaak véél meer voor anderen!  
‘Je kúnt het’, zegt Mozes.     
Je kúnt het”, zegt de
Geest die in ons hart spreekt.
Door
Gods genade kun je groter groeien dan je zelf bent, zegt een populair lied. Hij tilt je op Zijn schouder tot ongekende hoogten. (Til more than I can be.)  
En zo is het.
Yes, we can!
Amen

Muziek Largo uit Triosonate
nr.2 in c-klein J.S. Bach. (1685-1750).    BWV 526  

Dienst van gaven en gebeden

Alles wat wij hebben, hebben wij van God gekregen,
om  door  te geven, om te delen met velen,
     en er zo dubbel van te genieten.

Ook nu en hier kunnen we gestalte geven aan dat delen: in de collecte. Na het gebed over de gaven zingen we:
Zingt Jubilate voor de Heer.
 
Collecte   1. Voor het werk in de eigen gemeente
              2. Voor Timon
 
Timon helpt bij problemen met opvoeden en opgroeien. Kinderen, jongeren en hun gezin komen dichterbij hoop, herstel en perspectief.

Muziek: Flute Piece.  Thomas Thorley (1780-1835)
 
Gebed over de gaven
Heer God, wat wij hebben verdiend, wat wij hebben gekregen, het is alles uit Uw genade. Daarom kunt U er over beschikken, zoals U kunt beschikken over onze tijd, liefde en aandacht.
Wij
geven die met liefde aan U en anderen. Wijs ons in dit alles de juiste weg en zegen onze gaven. Om Jezus’ wil. 
Amen
.


Lied 652



Voorbeden
Laten wij samen danken en bidden:

God van hemel en aarde, Schepper van al wat is en bestaat, hoe dan ook, wij danken U om de glorie van het Heelal, om de stralende sterren, de zonnen en manen, om alles waar we maar een heel klein beetje van weten, ondanks onze techniek, ondanks onze wetenschap.  Wij aanbidden U om de luister van Uw heerlijkheid, die wij alleen maar kunnen vermoeden. En toch kent U ieder van ons bij name. Toch hebt U ons onvoorstelbaar lief. Wij danken U voor de genade dat wij dat mogen weten. Wil ons dan leiden door Uw Geest en Haar gaven, zodat wij U en anderen geen pijn meer doen. Heer, vergeef ons, waar we dat zonder te willen en te weten wel hebben gedaan.
Help ons om bewust door het leven te gaan, na te denken bij wat we doen en laten, wat we zeggen en zwijgen. Leid ons daarin elke dag weer
Heer, ontferm U
.


Liefdevolle God, dank U voor Uw Woord.
Dank voor de Heilige Schrift, maar ook voor Jezus, Uw levende Woord, voor ons het Levenswoord.
Wij bidden U voor allen die niet over U hebben gehoord, en ook voor allen die Uw Naam ‘losjes’ gebruiken, maar U niet kennen, die van Uw liefdevolle genade niet weten. Ontferm
U over hen.


Goede God, wij danken U dat wij U hier in vrede en vrijheid mogen aanbidden, dat wij veilig over U mogen en kunnen spreken en zingen, dat wij hier en in Utrecht gemeente mogen zijn. Wij bidden U voor Sanne Damen die we hier volgende keer hopen te dopen, en voor het gezin waarin ze mag opgroeien.
Dat U hen in alles zegent naar lichaam en geest.
Wij bidden U voor allen die kinderen mogen opvoeden, thuis of op school, en voor allen die niet in staat zijn om dat te doen, door ziekte, door oorlog of andere situaties.
Wij bidden U ook voor allen die worden vervolgd om het geloof. Dat U hun leven herschept naar Uw beeld en gelijkenis, dat ze dagelijks Uw liefde en trouw mogen ervaren, zoals past bij U en bij hen, en mét Jezus, die op het kruis bad voor wie Hem vervolgden, bidden wij voor allen die het anderen moeilijk maken, en voor onszelf, als wij dat ook doen.
Heer, ontferm U.

Machtige God, wij weten dat U groter bent dan storm en ziekte, dan geweld in de natuur en in ons leven. Wij bidden U voor allen die op zee of op de weg in nood zijn, voor allen die ziek zijn, en voor hun leven vrezen. Maar ook voor de zieken van de gemeente, we danken U dat Teun en Lenie hier zijn, Joop en Lien, en we bidden voor Wil Koks, en al die anderen.
Wij danken en bidden voor allen die hen willen helpen.
Sta hen bij om Jezus’ wil.
Heer, ontferm U.


Met de woorden van Jezus, die het ons heeft voorgezegd bidden wij samen:

A: Onze Vader, die in de hemel zijt,
Uw Naam worde geheiligd
Uw Rijk kome
Uw Wil geschiede, zoals in de hemel zo ook op aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden,
zoals wij vergeven onze schuldenaren
en leid ons niet in verzoeking
maar verlos ons van het kwade!
 

Slotlied lied 978: 2, 3, 4

Laten we samen voor elkaar om de zegen bidden:
A: Wij bidden dat de vrede van Christus met je meegaat, waar Hij je ook naartoe zal zenden,
dat Hij je Gids zal zijn door de wildernis,
dat Hij je beschermt in de storm,
dat Hij je vreugdevol thuis zal brengen,
blij over de wonderen die Hij je toonde,
dat Hij je in vreugde veilig hier thuis terug zal brengen,
en hier bij ons. Amen

Zegen:
Gods zegen draagt ons door dood en doop heen naar het leven in eeuwigheid.
Gods Geest geeft ons de woorden van eeuwig leven in de mond, en de moed in ons hart om die te spreken.
Gods geliefde Zoon gaat aan onze zij, wanneer we hier vandaan gaan.

† Zo zijn we dan gezegende mensen,
in de
Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.
Amen



Lied 978:1

Orgelspel: Menuet Gothique uit Suite Gothique opus 25 deel 2.   Leon Boellmann ( 1863-1897)

Daarna genoten we van de koffie en koek die de dames van de Servische gemeente, die de kapel met ons delen, ons serveerden.
Bless them!
(Благослови их! )