Zondag Gaudete, roze zondag, derde zondag van de advent 2007

Gereformeerde kerk te Heusden, Gasthuisstraat 3 5256 AS Heusden  16-12-2007 10 uur.

 

Voorbereiding                        (Paaskaars brandt al bij aanvang van de dienst)


Orgelspel


IntroIntroïtus::  
Binnenkomst dienstdoend ouderling, diaken en predikant

Mededelingen en welkom door de ouderling. Hij eindigt met:Mededelingen en welkom door de ouderling. Hij eindigt met:
Na het aansteken van de altaarkaarsen zingen wij psalm 89:1 en 18.Na het aansteken van de altaarkaarsen zingen wij psalm 89:1 en 18.

Ouderling steekt de beide kaarsen op tafel aan.Ouderling steekt de beide kaarsen op tafel aan.
Ouderling geeft voorganger een hand.   Gemeente gaat staan

IntroIntroïtuspsalm 89:1 en 18
 

Voorganger
:          Wij zijn deze zondag Gaudete, deze roze zondag, lichtpuntje in de paarse tijd van inkeer, samengekomen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Gemeente
:          Amen

Moment van Stilte

Bemoediging:
Voorganger:          Onze Hulp is in de naam van de Heer -
Gemeente
:         Die Hemel en aarde gemaakt heeft!

Groet:
Voorganger:          De Heer zal bij u zijn.
Gemeente:         De Heer zal u bewaren.

Gemeente gaat zitten

Verootmoediging
Heer, wij hebben als schapen gedwaald,
en wij zijn ieder onze eigen weg gegaan..

Wij konden of wilden de weg die de waarheid is,
en het leven, niet volgen.....

Toch smeken wij u: leid ons weer op het rechte pad;
vergeef ons en blijf ons bij,
om Jezus Christus, onze Heer.

Om Hem vragen wij u Heer:
vergeef ons al wat wij misdeden,
Gemeente
:          En laat ons weer in vrede leven.
Amen.

Zo lief had God deze wereld, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft aan het verderf ontkomt, en eeuwig leven hebben mag!

Tien
woorden Deuteronomium 5: 6 –21 nbv

God, onze Heer houdt ons ernstig voor:

 6   Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.
 7  Vereer naast Mij geen andere goden.
 8  Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat in de hemel hier boven is of van iets beneden op de aarde of in het water onder de aarde.
 9  Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet,
want Ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast Mij. Voor de schuld van de ouders laat Ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze Mij haten;
10  maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik hun Mijn liefde tot in het duizendste geslacht.
11  Misbruik de Naam van de HEER, uw God, niet, want wie Zijn Naam misbruikt laat Hij niet vrijuit gaan.
12  Neem de sabbat in acht, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden; het is een heilige dag.
13  Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten,
14  maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken.
Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw runderen, uw ezels en àl uw andere dieren, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen; want uw slaaf en slavin moeten evengoed rusten als u.
15  Bedenk dat u zelf slaaf was in Egypte totdat de HEER, uw God, u met sterke hand en opgeheven arm bevrijdde. Daarom heeft Hij u opgedragen de sabbat te houden.
16  Toon eerbied voor uw vader en uw moeder, zoals de HEER, uw God, u heeft geboden. Dan wordt u gezegend met een lang leven en met voorspoed in het land dat de HEER, uw God, u geven zal.
17  Pleeg geen moord.
18  Pleeg geen overspel.
19  Steel niet.
20  Leg over een ander geen vals getuigenis af.
21  Zet uw zinnen niet op de vrouw van een ander, en laat evenmin uw oog vallen op zijn huis, of op zijn akker, zijn slaaf, zijn slavin, zijn rund of zijn ezel, of wat hem ook maar toebehoort.’
Tot zo ver Gods levenswoorden.
Woorden die ruimte scheppen, en veiligheid.
Ruimte en veiligheid die we elkaar lang niet altijd bieden.

Kyrië
: Laten we dan de Heer om ontferming smeken…


Dienst van het Woord

Ons Lied bij de opening van het woord is gezang 481:1 = Lied 838

Daar er Kindernevendienst is, vertrekken de kinderen nu naar hun eigen ruimte. Ze nemen hun kaars mee, die wordt aangestoken aan de Paaskaars.

Lezing uit het Oude Testament Amos 5:21 – 24 NB
Het volk leeft niet naar Gods gebod. Via de profeet roept Hij hen en ons op: zoek God en leef! Zoek het goede en leef! Want aan religieuze uiterlijkheden en geurige offers heeft de Heer niets, als het hart alleen zichzelf zoekt…
Daarom zegt de Heer:

21 Haten en verwerpen zal Ik uw feesten,–
uw hoogtijdagen wil ik niet meer ruiken;
22  ja, als ge tot Mij opgangsgaven laat opstijgen,
en uw broodgiften,–  Ik heb er geen behagen in;
de vredesgift, uw mestbeesten, kijk Ik niet aan;
23  doe van Mij weg het getier van je liederen,–
de muziek van je harpen wil ik niet horen!
24  Moge recht als water golven,–
gerechtigheid als een onverstoorbare beek!

Daar kunnen we het mee doen! Laten we dan psalm 67 zingen als een gebed om genade en leiding…
Psalm  67


Epistellezing:  Jacobus 5: 7 –10 NBV

Hier is sprake van de ongeduldige verwachting van de komst van de Heer, een adventstijd, waarin we nog steeds leven. Jacobus echter schrijft:


7  Heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt. Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen.
8  Wees nét zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen.

9  Klaag niet over elkaar, broeders en zusters, want daarmee roept u het oordeel over u af. Bedenk dat de rechter voor de deur staat.
10  Neem een voorbeeld aan het geduldige lijden van de profeten die in de Naam van de Heer spraken.

Tot hiertoe de lezing van de epistel.
Van de leerlingen van Jezus weten we dat ze, na de Hemelvaart van de Heer, samen wáchtten, en biddend en zingend de komst van de Heer verbeidden.
Laten ook wij zingen, en wel:

Gezang  414 Wilt heden nu treden voor God, de Here.. 

Gemeente gaat staan



Evangelielezing MattheEvangelielezing Mattheüs 11: 2 - 11
Het evangelie spreekt over de eerste tijd van Jezus’ rondgang en verkondiging. Johannes is intussen opgepakt, omdat hij de koning op diens vingers had getikt vanwege overspel met de vrouw van diens broer. Jezus gaat rond en geneest en preekt. We lezen:Het evangelie spreekt over de eerste tijd van Jezus’ rondgang en verkondiging. Johannes is intussen opgepakt, omdat hij de koning op diens vingers had getikt vanwege overspel met de vrouw van diens broer. Jezus gaat rond en geneest en preekt. We lezen:
22  Maar als Johannes in de gevangenis hoort over de werken van de Christus, laat hij door zijn leerlingen
3  tot Hem zeggen: ben jij de komende
of moeten we een ander verwachten?
4  Ten antwoord zegt Jezus tot hen:
gaat heen en verkondigt Johannes
wat ge hoort en ziet:
 5  blinden zien weer en
lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen,
doden worden opgewekt en armen wordt evangelie verkondigd;
6  en zalig is hij die niet struikelt over Mij!

77   Als zij  heengaan begint Jezus ermee tot de scharen over Johannes te spreken:
waarvoor zijt gij uitgetrokken naar de woestijn?–
om een rietstengel te aanschouwen,
heen en weer geslingerd door de wind?
8  maar waarvoor zijt gij dan uitgetrokken?–
om een mens te zien gehuld in zachte kleren?–
zie, die de zachtste kleren dragen vind je in de huizen van de koningen!
9  maar waarvoor zijt ge dan uitgetrokken?–
om een profeet te zien?–
ja, zeg Ik u, en veel méér dan een profeet;
10  hij is het over wie geschreven staat
zie, Ik zend Mijn aankondiger voor je aanschijn uit
die jouw weg bereiden zal voor jou uit’
;
11  zeker is het, zeg Ik u:
onder wie uit vrouwen zijn geboren
is niemand ontwaakt groter dan
Johannes de Doper; maar in het koninkrijk der hemelen
is de kleinste groter dan hij
;

Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!Zalig die het Woord van God horen en er gehoor aan geven!
Allen: (gezongen):

Gemeente gaat zitten


Wij zingen Gezang 286 helemaal over het komende Godsrijk, ook in het hier en nu. Geef aan de wereld vrede Heer, in deze donkere tijden! = Lied 1012
Uw Rijk komt, en het is nu...



Preek
GENADE ZIJ U EN VREDE VAN GOD ONZE VADER EN VAN JEZUS CHRISTUS, ONZE HEER,
DOOR DE HEILIGE GEEST.


Lieve gemeente, lieve zusters en broeders, lieve vrienden in de verwachting

Als een vrouw, of een echtpaar tegenwoordig zwanger is, worden er al in een vroeg stadium felicitatiekaartjes gestuurd, want het is een vreugdevol gebeuren. En je moet er vooral van genieten.
Je mág je niet eens meer moe en ongelukkig voelen, het moet allemaal gloria victoria zijn, wat de klok slaat. Heel vervelend voor de jonge moeder, want de aanpassingen van het lichaam zijn nogal ingrijpend, en de wisselingen in hormoonspiegels vragen af en toe om fikse huilbuien en mokkende stiltes.
Maar daar heeft de buitenwereld geen boodschap aan. Je bent in verwachting, en je zúlt blij zijn, of je het leuk vindt of niet.

Ook de kerk, de gemeente, is in verwachting.
In vreugdevolle verwachting, zeker, maar dan niet het soort verwachting waarbij je op de bank kunt gaan zitten wachten tot het wonder gaat gebeuren.
We wachten immers niet op de geboorte van een kind, ook niet van een goddelijk Kind, zelfs niet op de geboorte van dat Kind in ons hartje, dat is allemaal al gebeurd, als het goed is ook dat laatste.
Wij wachten op de komst van de Koning van het heelal in zichtbare glorie.
En onze voorbereiding bestaat niet uit het breien en borduren van warme kleertjes waarin wij Hem kunnen inpakken, en inlijven in ons leven, niet uit vrome liederen en mooie liturgieën, maar het is de bedoeling dat ons leven de komst van het Koninkrijk Gods laat zien. De komst van het Koninkrijk, dat in Bethlehem handen en voeten kreeg, ménselijke handen en voeten, en dat in Jezus een gezicht kreeg, en woorden voor het leven van alledag, het is de bedoeling dat ons leven dat Koninkrijk weerspiegelt.
Zichtbaar maakt voor de wereld om ons heen.
Waar maakt. Daar moet je met gepaste aandacht ernst mee maken.

Soms roepen we: kwam God nu maar eens!
Dat is dan meestal omdat we het leven beu zijn, zoals het nu is, of omdat we geen oplossingen weten, geen remedie hebben voor de ziekten van deze wereld, en omdat we het gevoel hebben dat het wel lekker makkelijk is, wanneer het hier op een nette manier voorbij is.
Dat gevoel had de gemeente waar Jacobus zijn brief aan richtte in elk geval, en dat kunnen we ons voorstellen, want het was een ernstige tijd, een tijd van vervolgingen om het geloof. Dan snak je naar bevrijding uit die situatie! Kwam de Heer nu maar!
Maar ook wijzelf kennen bij tijd en wijle dat gevoel wel. Vroeg of laat heb je dat.

Dat betekent dat we Gods koninkrijk naar ons toe roepen, omdat het ons wel uit komt.
Niet omdat we er wezenlijk naar verlangen, niet omdat we er warm voor lopen…
Niet omdat we naar Gods nabijheid snakken, naar de vervulling van Gods diepste wensen… en tja, dan kún je je voorstellen dat de Heer niet zo’n haast maakt.

Als wij werkelijk doen wat Hij graag wil, waar Zij naar verlangt met heel Haar Wezen, als we het recht laten stromen als een beek, gerechtigheid als een rivier die niet te stoppen is, dan wordt het een heel andere zaak. Dan wordt het een heel andere wereld.
Een wereld waarin het goed toeven is voor mens en dier, en zelfs voor Godzelf.
Zo’n wereld had Hij voor ogen toen Hij de tien levenswoorden gaf, opdat wij vanuit de liefde en het respect voor God in liefde en respect met elkaar zouden omgaan.
En met heel de geschapen werkelijkheid.
Recht, u weet dat, is voor de ander mogelijk maken wat wij voor onszelf wensen. Gerechtigheid is daar nog een schep boven op.
Zo doet God het, zo hoopt Hij het van ons te zien. Dat vraagt offers van ons.
Geen mensen- of dierenoffers, zoals in oude tijden, maar offers van comfort, van dingen die wij begeren, maar die een ander tekort zouden doen…
offers van aandacht en tijd en respect.
Offers van werkelijk luisteren, jezelf opzij zetten.
En dat kan o! zo moeilijk zijn!
Vooral omdat het niet maar één keer is, of één keer in de zoveel tijd, maar omdat het de dagelijkse werkelijkheid betreft…
Het is, zoals in een huwelijk of een goede relatie.
Je doet en laat dingen voor elkaar. De meest waardevolle dingen zijn dan niet de grote cadeaux, maar de kleine dagelijkse daden van zelfopoffering, van de ander laten voorgaan, van rekening houden met, van vooruitlopen op… Omdat je van elkaar houdt.

God houdt zoveel van ons, van ieder van ons, dat Hij niet anders kan en wil dan hopen op onze vrije liefde voor Hem. Liefde uit vrije keus.
Hij hoopt dat we tijd voor Hem vrij maken.
Dat we geduld hebben en moed houden.
Dat we niet gaan twijfelen en vragen: bestaat U wel?
Wachten we misschien op iemand anders?
Soms bekruipt de twijfel je.
Vooral als het lang duurt.

Anderhalf jaar geleden is de broer van een vriendelijke kennis van ons in het niet verdwenen tijdens een vacantie. Hij ging iets eerder uit het water, wilde terug naar het hotel, dat vlakbij was, en is nooit aangekomen. In het begin wacht je als familie elke minuut, later elk uur op nieuws. En nog na een jaar is de hoop niet helemaal opgegeven. Maar de wanhoop en de twijfel slaan meer en meer toe. Na een jaar wordt zo iemand ‘vermoedelijk dood verklaard’.
Hoe lang wachten wij al niet op het aanbreken van de dag waarop Gods koninkrijk voor iedereen zichtbaar wordt?
En toch zegt Jezus tegen de leerlingen van Johannes: “Kijk dan! Blinden zien weer, en lammen wandelen, melaatsen worden gereinigd en doven horen, ja, doden worden opgewekt en aan armen wordt een goede boodschap verkondigd!”
Als dát gebeurt ís Gods koningschap
elke dag weer zichtbaar voor wie het zien wil.

Johannes was een boom van een profeet. Geen riet dat meebuigt met de wind, geen ja-knikker, geen mee-loper. Maar als hij in de gevangenis op zichzelf is teruggeworpen, dan is hij even nergens meer.
Dan laat hij zijn leerlingen naar Jezus gaan, om te vragen of Hij het echt wel was, op Wie zijn boodschap sloeg. Of hij zich niet heeft vergist

Mensen twijfelen soms met minder aanleiding.
En dan is er maar één remedie: gewoon aan het werk gaan. Zorgen dat onrecht geen recht wordt, dat we tenminste protesteren, voorzover we het niet zelf kunnen veranderen. Druk uitoefenen op de klimaattop op Bali, en zelf het licht uitdoen, wanneer je een kamer verlaat. Werken aan recht en gerechtigheid.
God zit er niet op te wachten dat we met elkaar uitmaken of Hij bestaat of niet. En waaruit dat Bestaan dan mag bestaan…
Wie de bijbel leest mag weten dat God bij het brandende braambos heeft gezegd: Ik besta. Ik ben.
En daarvoor heeft Hij een gewoon Hebreeuws woord gebruikt, dat mensen ook kunnen gebruiken.
Ik ben Degene waarvan je met recht en reden kunt zeggen dat Ik ben, zegt Hij. Zo ís Hij.
Natuurlijk kunnen we vroom theeketelen dat Gods bestaan van een heel andere orde is dan het onze.
Dan had Hij een ander werkwoord kunnen gebruiken.
Natuurlijk is Gods bestaan groter en meer dan het onze. We kunnen er het grootste deel zelfs niet van vermoeden. Maar er zijn wél raakvlakken.
Met Zijn grote liefde is Hij ons bestaan binnen gekomen. Als een weerloos Kind heeft Hij Zijn toekomst in onze handen gelegd. Dat mogen we geloven, dat mogen we vieren, straks met het kerstfeest. Maar dan moeten we dat vertrouwen ook niet beschamen. Dan moeten we aan het werk, om de wereld een veilige plek te maken voor kinderen, wáár ze ook geboren worden. Zij zijn misschien de kleinsten in onze wereld en de grootsten in het koninkrijk der hemelen.
Het is aan ons om te zorgen dat ze er niet aan gaan twijfelen.
Moge God ons in Zijn wijsheid bijstaan, met de Geest en Haar gaven, met Zijn Zoon en diens voorbeeld.
Dan zal ons hart eeuwig zingen, tot Gods lof, en tot Zijn genoegen. Amen.

Orgelspel

Antwoordlied gezang  424
Looft overal, looft al wat adem heeft,  looft God die leeft.  = Lied 862



Tijdens het naspel van het antwoordlied komen de kinderen terug uit de kindernevendienst.

Dienst van Gebeden en GavenDienst van Gebeden en Gaven

Het Kinderlied is vandaag
gezang 488B:1 uit het Liedboek. Het past bij de naam van deze zondag: Verheugt U, Gaudete, 'wees blij' in gewoon Nederlands. 
= Lied 981. 
En je kunt er op dansen en op springen. Van mij hoef je niet stil te staan onder het zingen. Het is een lied dat kinderen ook snappen. Speel het maar gezang 488B:1 uit het Liedboek. Het past bij de naam van deze zondag: Verheugt U, Gaudete, wees blij in gewoon Nederlands. En je kunt er op dansen en op springen. Van mij hoef je niet stil te staan onder het zingen. Het is een lied dat kinderen ook snappen. Speel het maar één keer voor, dan weten we allemaal hoe het gaat.

Vanuit die dankbaarheid gaan we nu uitkomen voor wat we geloven. Wat we allemaal sámen geloven. De één gelooft dit een beetje meer, en de ander dat, maar het geloof van de hele gemeente samen draagt onze stukjes en beetjes geloof. Dus als je denkt: nou… geloof ik dat nu wel, zing dan maar gewoon mee, want we vullen elkaars geloof aan. En samen maken we het waar als we zingen: Ik geloof in God de Vader die een bron van vreugde is. Een lied van Jaap Zijlstra dat bedoeld is als Belijdenislied

Geloofsbelijdenis
(melodie gezang 293))

1.              Ik geloof in God de Vader
                  die een bron van vreugde is,
                  louter goedheid en genade,
                  licht in onze duisternis.
                  Hij, de koning van de kosmos
                  - het gesternte zingt zijn eer -
                  heeft uit liefde mij geschapen
                  en tot liefde keer ik weer.

         2.      Ik geloof in Jezus Christus
                  die voor ons ter wereld kwam,
                  Zoon van God en Zoon des Mensen,
                  goede herder, offerlam.
                  Door te lijden en te sterven
                  - groot is het geheimenis -
                  schenkt Hij mij het eeuwig leven,
                  dat uit God en tot God is.

3.              Ik geloof de Heil'ge Geest, die
                  God als gids gegeven heeft
                  en een kerk die in alle tijden
                  enkel op zijn adem leeft;
                  Ik geloof de schuldvergeving
                  en ook de herrijzenis.
                  Ik geloof een eeuwig leven,
                  dat in God geborgen is.

Inzameling van de Gaven
De wereld is wijd en Gods goedheid is groot.
Vanuit ons aandeel mogen wij helpen en delen,
nu in de collecte, straks weer anders…
Kerk in Actie: Missionair werk – dat is dankbaar werk.
Geef ze waar ze recht op hebben. Geef ze meer dan dat, en laat uw gerechtigheid stromen als een rivier.

Dankgebed en smeking over de gaven
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bij elkaar hebben gebracht,
  zodat het is tot eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.

Laat het een offer zijn,
dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer.  Amen

Voorbeden Iedere voorbede wordt afgesloten met:
Lieve God, wij danken U voor de blijde verwachting waarin wij mogen leven: het weten dat U er voor ons bent, en dat wij dat éénmaal met eigen ogen mogen zien. Geef dat ook ons hart dat nu al ziet. Dat wij niet verscheurd worden door twijfels, en door angstige gedachten.
Wij bidden U – vanuit onze vrijheid – voor allen die om welke reden ook in de gevangenis terecht gekomen zijn, en gek worden van angst en eenzaamheid, die bitter worden, die twijfelen aan God en mensen.
Zo bidden wij:

Heer, om Uw liefde die zo groot is, dat U ons leven wilde delen, willen wij U danken. Help ons ook zelf een bron van liefde en leven voor anderen te zijn.
We kunnen dat zo moeilijk alleen. Zo bidden wij:


Lieve God, wij danken U, dat we van U mogen weten, dat het leven geen grote vergissing is, maar dat U het hebt bedoeld en gewild. Dat het goed kan zijn, ook als wij kwaad doen, uit onwil of onwetendheid.
Help ons dan het leven van anderen te behoeden en te omgeven met zorg en liefde, zoals U dat met het onze doet. Wij bidden U:

Heilige God, doe over ons komen Uw koninkrijk van recht en gerechtigheid. Neem ons bij de hand, open ons de ogen, en leid ons in dat land waar verhalen werkelijkheid zijn, waar bloed en water in wijn veranderen, en waar Drie toch Een kunnen zijn. Waar toekomst heden is, en waar alles mogelijk is wat U ons belooft.
Zegen allen die U verwachten.
Zegen allen die een kindje mogen verwachten.
Maar zegen ook haar aan wie een kind door verkrachting werd opgedrongen. Droog de tranen van hen die in leed zijn, van hen die pijn en ziekte verwachten, van hen die chemo- en andere bedreigende therapieën moeten ondergaan, en van hen die de dood onder ogen zien.
Voor hen allen en voor ons en onze kinderen, onze gemeente, onze woonplaats bidden we tenslotte:



Stil gebed
In de stilte  van deze ruimte die U met ons delen wilt, openen wij ons hart voor U, opdat Uw Geest daarin lezen mag, en ons gebed voor U verwoorden mag, zoals alleen Zij maar kan.

Onze Vader (NBV-versie):
Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen en uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving, maar red ons uit de greep van het kwaad.
Amen.

Gemeente staat op

Slotlied gezang 122:1 Kom tot ons, de wereld wacht = Lied 433


Uitzending en Zegen
Ga dan, in vreugde en verwachting naar de plek waar God jou en u nodig heeft. …
Dat onze tong woorden van liefde zal spreken,
dat onze handen daden van warmte uitstralen,
dat onze ogen schitteren van licht,
dat onze oren gespitst zijn op signalen van gerechtigheid
dat onze voeten zullen gaan op de weg van de vrede.
Daartoe zegene ons de God van Mozes, Elia en Jezus:

De Heer zegene u en Hij behoede u,
De Heer doe Zijn Aangezicht over u lichten en zij u genadig,
De Heer verheffe Zijn Aangezicht over u en geve u vrede.
Amen