Dienst
ter gelegenheid van het feit dat Ton Voerman 50 jaar het Woord van de Heer heeft
mogen brengen.
(Hier op de foto in de Lutherse kerk te Tiel.)
Plaats: Utrecht, Pieterskerk, Datum: 10-10-2004, Tijd{ 14.30 u - Kerk open: 14
uur.
Salutation :
Vous êtes tous les bienvenus pour ce culte de
louange et de reconnaissance à l’occasion des 50 ans de pastorat du
pasteur Ton Voerman. Nous nous réjouissons d’être ensemble pour l’entourer
lui et sa famille. Que ce moment soit béni pour chacun d’entre nous : La
grâce et la paix vous sont données de la part de Dieu notre Père, et de Jésus-Christ
notre Seigneur, qui est venu dans le monde pour nous sauver.
Groet:
U bent hier allemaal gekomen naar deze dienst van lof en dank ter gelegenheid
van Ds. Ton Voerman’s 50 jarige dienst als pastor. Het verheugt ons hier samen
te zijn rond hem en zijn familie. Moge dit moment een moment van zegen mogen
zijn voor ieder hier aanwezig: Genade en vrede worden u geschonken door God onze
Vader, en Jezus Christus onze Heer, die in de wereld is gekomen om ons te
redden.
Lieve mensen, U komt van verschillende plaatsen, en kent Ton Voerman uit verschillende situaties, kerkelijk en
niet kerkelijk. Het is heerlijk dat u er allemaal bent. Als het goed is hebt U
allemaal een stickertje op met Uw naam, maar het zou toch prettig zijn als U
even kennis wilde maken met de mensen naast u, voor en achter u, even de hand
schudden, elkaar de vrede van de Heer wensen.
Mes
cher(e)s ami(e)s, vous êtes venu de loin et de près, connaissant Ton Voerman
dans des situations différentes –religieuses ou séculières. Nous sommes
heureux de vous voir, et vous portez – si tout va bien – un autocollant avec
votre nom, mais ce serait une bonne idée de prendre un moment pour faire la
connaissance des gens auprès de vous, de les saluer, et de leur souhaiter la
paix du Seigneur.
Adoration
/ Lofprijzing:
Psalm
103 koor:eerste twee verzen, allen samen de laatste drie. La
chorale chante deux strophes, puis tous ensemble la reste.
Zegen,
mijn ziel, de grote naam des Heren, laat al wat binnen in mij is Hem eren,
vergeet niet hoe zijn liefd' u heeft geleid,
gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven, die u geneest, die uit het graf uw
leven verlost en kroont met goedertierenheid...
L’amour
de Dieu est plus grand sur la terre,
plus
élevé que le ciel de lumière.
Il fortifie qui le cherche et l’attend.
Et son pardon éloigne nos offenses,
autant qu’au ciel il y a de distance
pour le soleil du levant au couchant.
Allen/Tous:
Comme le père est ému de tendresse,
tu as pitié de l’homme en sa faiblesse.
Tu sais de quoi tu nous as façonnés :
Tu te souviens que nous sommes poussière,
pareils à l’herbe, à la fleur éphémère ;
qu’un souffle passe, elle est sitôt fanée.
Mais ta bonté, Seigneur, est éternelle,
et chaque jour ta main la renouvelle.
Sur tes élus ta justice descend ;
tout leur bonheur est dans ton alliance,
elle est la joie de leur obéissance,
tu les bénis ainsi que leurs enfants.
Hij
is een God van liefde en genade,
barmhartigheid en goedheid zijn de daden
van Hem die niet voor altijd met ons twist,
die ons niet doet naar alles wat wij deden,
ons niet naar onze ongerechtigheden
vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist
Zoals een vader liefdevol zijn armen
slaat om zijn kind, omringt ons met erbarmen
God onze Vader, want wij zijn van Hem.
Hij die ons zelf uit aarde heeft genomen,
Hij weet, dat wij, uit stof aan 't licht
gekomen,
slechts leven op de adem van zijn stem.
Maar 's Heren gunst zal over die Hem vrezen
in eeuwigheid altoos dezelfde wezen,
en zijn gerechtigheid de eeuwen door.
Zijn heil omsluit de komende geslachten;
zo volgen zij die zijn verbond betrachten,
van zijn barmhartigheid het lichtend spoor.
Bénissez Dieu, tressaillez d’allégresse,
vous messagers de toutes ses promesses,
vous qui servez ses projets en tous lieux.
Qu’il soit béni par tout ce qui respire,
que toute chair l’attende et le désire,
bénis, mon âme, et célèbre ton Dieu.
Laat
heel het machtig koninkrijk des Heren
zijn grote naam, zijn grote daden eren.
Komt allen tot de lof des HEREN saam.
Lof zij den HEER in hemel en op aarde,
die aan zijn volk zijn liefde openbaarde,
en zegen gij, mijn ziel, zijn grote naam.
Prière
de repentance Verootmoediging
Notre
Dieu, notre Père, nous voici devant toi, avec nos joies et nos peines, nos
espoirs et nos soucis, nos certitudes et nos doutes. Nous venons de chanter
notre confiance en ton amour qui nous reçoit tels que nous sommes ; tu
nous connais, faibles que nous sommes et tu es « ému de tendresse »à
notre égard. Devant tant d’amour nous osons te demander pardon.
Pardon pour tout ce que nous
faisons ou laissons faire, tout ce que disons ou laissons dire qui augmente le
mal et la souffrance dans ce monde.
Pardon pour nos yeux fermés à ton amour, à toutes les bonnes choses dont
nous vivons et pour lesquelles nous oublions de te dire merci.
Donne-nous d’accepter le pardon,
l’ amour, la joie et la vie que tu nous accordes au nom de Jésus-Christ ,
ton Fils.
Amen
Onze God en Vader, hier zijn we, voor U, met onze vreugden en noden, onze
hoop en onze zorg, onze zekerheden en onze twijfels. We hebben zojuist
gezongen over ons vertrouwen in Uw liefde, die ons aanneemt precies zoals we
zijn; U kent ons, ook in onze zwakte, en U slaat “liefdevol Uw armen om ons
heen”. In het zicht van zoveel liefde durven wij U om vergeving vragen.
Vergeving voor alles wat we doen of laten, alles wat we zegen of zwijgen en
dat het kwaad en het leed in deze wereld verergert. Vergeving voor onze ogen,
die we sloten voor Uw liefde, voor alle goede dingen waarvan we leven,
en voor de dingen waarvoor we U vergeten te danken.
Geef dat we Uw vergeving aannemen, de liefde, vreugde en het leven dat U ons
schenkt in de Naam van Jezus Christus, Uw Zoon. Amen.
Laat
ons de Heer aanroepen om ontferming met de nood van deze wereld, en laat ons
Zijn naam prijzen,
want aan Zijn barmhartigheid is geen einde!
Prions
le Seigneur d’avoir pitié de ce monde, et louons son Nom, parce que sa bonté
n’a pas de limite.
Prière
d’Illumination
Gebed
nous te prions de renouveler nos vies,
de les rendre claires et belles
à la lumière de ton Evangile.
Que ta Parole nous atteigne
au plus secret de nous-mêmes.
Que ta joie nous attende
au long de nos chemins semés d’obstacles,
mais aussi bordés de merveilles.
Car tu es un Dieu de vie,
Et tu prends soin de nous, tes enfants.
Amen
God, onze Vader,
Wij bidden U onze levens te vernieuwen,
ze helder en mooi te maken in het licht van Uw Evangelie. Dat Uw Woord ons mag
raken in ons diepste zelf.
Dat Uw vreugde ons mag opwachten langs onze wegen, met obstakels bezaaid, maar
ook omzoomd met wonderen.
Want U bent een God van leven, en U zorgt voor ons, Uw kinderen.
Amen.
Lezingen:
/ Lectures bibliques.
Psaume 116 (trad. Tob)
1 J’aime le Seigneur, car
il entend ma voix suppliante,
2 il a tendu vers moi l’oreille,
et toute ma vie je l’appellerai.
3 Les liens de la mort m’ont enserré, les entraves des enfers m’ont saisi;
j’étais saisi par la détresse et la douleur,
4 et j’appelais le Seigneur par son nom: "De grâce! Seigneur,
libère-moi!"
5 Le Seigneur est bienveillant et juste; notre Dieu fait miséricorde.
6 Le Seigneur garde les gens simples: j’étais faible, et il m’a sauvé.
7 Retrouve le repos, mon âme, car
le Seigneur t’a fait du bien.
8 Tu m’as délivré de la mort, tu as préservé mes yeux des larmes et mes
pieds de la chute,
9 pour que je marche devant le Seigneur, au pays des vivants.
Alléluia, vive le
Seigneur!
Psalm
116 1 –9 Groot Nieuwsvertaling. De HEER heb ik lief:
Hij heeft mij gehoord toen ik om hulp smeekte, 2 Hij heeft
geluisterd toen ik Hem riep! 3 De dood had mij in zijn greep, in zijn
ketenen was ik gevangen. Ik zag geen uitweg meer, ik was wanhopig. 4
Toen heb ik geroepen: ‘Heer, red mij toch!’ 5 Mild is de Heer en
rechtvaardig, onze God is vol medelijden, 6 Hij waakt over de
hulpeloze mens. Hoe zwak was ik niet, maar Hij heeft mij gered. 7
Waarom zou ik onrustig zijn? De Heer is goed voor mij geweest. 8 Hij
heeft mij aan de dood ontrukt, mijn tranen gedroogd, mij voor vallen behoed. 9
Ik mag weer verder leven in de nabijheid van de Heer… Halleluja,
leve de Heer!
Psalm
134
Een pelgrimslied.
1 Zegen de HEER, u allen die de dienst van de Heer verricht
en in het huis van de Heer staat, nacht aan nacht.
2 Hef uw handen op naar het heiligdom en zegen de Heer.
3 Moge uit Sion de Heer u zegenen, die hemel en aarde gemaakt heeft.
Psaume
134
Trad. Français Courant Chant des pèlerinages.
1. Eh bien, remerciez le Seigneur, vous tous qui êtes à son service, qui vous
tenez dans sa maison pendant les heures de la nuit! 2 Élevez vos mains vers le lieu saint en remerciant le
Seigneur! 3 Depuis le temple de
Sion, que le Seigneur vous bénisse, lui qui a fait le ciel et la terre!
Psalm 118 / psaume 118 (allen / tous)
Ik
werd benauwd van alle zijden
en riep den HEER ootmoedig aan.
De HEER verhoorde en bevrijdde,
Hij deed mij in de ruimte staan.
De HEER is met mij, 'k zal niet vrezen.
Geen sterveling verschrikt mij meer.
De HEER wil mij tot helper wezen:
ik zie op al mijn haters neer.
Dit is de dag, die God deed rijzen,
juicht nu met ons en weest verblijd.
O God, geef thans uw gunstbewijzen,
geef thans het heil door ons verbeid.
Gezegend zij de grote koning
die tot ons komt in 's HEREN naam.
Wij zeegnen u uit 's HEREN woning,
wij zegenen u al tezaam
Je l’ai prié dans ma détresse
et le Seigneur m’a exaucé.
Mettant
sa force en ma faiblesse,
sa paix dans mon cœur angoissé.
A mes côtés le Seigneur veille :
comment de l’homme aurais – je peur ?
Jamais le Seigneur ne sommeille :
j’avancerai d’un pas vainqueur.
La voici l’heureuse journée
qui répond à son grand désir.
Louons Dieu qui nous l’a donnée
et qu’elle soit notre plaisir.
Béni soit celui qui s’avance
au nom du Seigneur en ce jour,
il vient pour notre délivrance,
car éternel
est son amour.
Wie kan moge opstaan - debout
11 Jésus, se rendant à Jérusalem, passait entre la Samarie et la Galilée.
12 Comme il entrait dans un village, dix lépreux vinrent à sa rencontre. Se
tenant à distance,
13 ils élevèrent la voix, et dirent: Jésus, maître, aie pitié de nous!
14 Dès qu’il les eut vus, il
leur dit: Allez vous montrer aux prêtres. Et, pendant qu’ils y
allaient, il arriva qu’ils furent guéris.
15 L’un d’eux, se voyant guéri,
revint sur ses pas, glorifiant Dieu à haute voix.
16 Il tomba sur sa face aux pieds
de Jésus, et lui rendit grâces. C’était un Samaritain.
17 Jésus, prenant la parole,
dit: Les dix n’ont-ils pas été guéris? Et les neuf autres, où
sont-ils?
18 Ne s’est-il trouvé que
cet étranger pour revenir et donner gloire à Dieu?
19 Puis il lui dit: Lève-toi,
va; ta foi t’a sauvé.
Trad.
Segond
Lucas 17: 11 – 19. NBV
11 Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en
Galilea. 12 Toen Hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen Hem tien
mensen tegemoet die aan melaatsheid (huidvraat) leden; ze bleven op een
afstand staan. 13 Ze verhieven hun stem en riepen:
(allen) ‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’
psalm
130: 1
Du
fond de ma détresse, dans l’abîme ou je suis,
à toi seul je m’adresse et les jours et les nuits ;
mon Dieu, prête l’oreille au cri de ma douleur
et que ma plainte éveille ta pitié, Dieu sauveur.
14 Toen Hij hen zag, zei Hij tegen hen: ‘Ga je aan de priesters
laten zien.’ Terwijl ze gingen werden ze gereinigd.
15 Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God
met luide stem.
Psalm 136:1
Louez
Dieu car il est bon, louez le pour tous ses dons.
Sa bonté dure à toujours, éternel est son amour.
16 Hij
viel neer aan Jezus’ voeten om hem te danken. Het was een Samaritaan. 17 Toen
zei Jezus: “Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? 18 Wilde
niemand anders terug-komen om God eer te bewijzen dan alleen deze
vreemdeling?”
19 Hij zei tegen de Samaritaan: “Sta op en ga. Je geloof heeft je
gered.”
Credo: (staande – debout. Pas de traduction en Français)
Overdenking
/ Méditation
Beste vrienden,
Op een dag als deze staan de gedachten even stil bij wat weliswaar
verleden tijd schijnt te zijn, maar desalniettemin doorwerkt in het heden en
zelfs weer deel zal uitmaken van de toekomst.
Met dankbaarheid gedenk ik mijn beide ouders, die mij een onbezorgde jeugd
gegeven hebben. Toen ik volwassen geworden was bekommerden zich op mij, met
veel liefde, mijn beide echtgenotes met al hun aanhang, schoonouders, zwagers
en schoonzusters, enz. Al voor mijn huwelijk kwamen er kinderen in mijn leven,
kinderen wier toekijkend voogd ik mocht zijn (de term is van henzelf). Daarna
mijn eigen dochters en zoon, ook allemaal met hun aanhang (waardoor het aantal
zoons en dochters verdubbelde). Ieder op hun eigen wijze veraangenamen zij
mij, en óók Gea het leven. Vóór de volwassenheid was er de schooltijd
waaraan ik met plezier terugdenk. Het Utrechts Stedelijk Gymnasium was aan mij
welbesteed. Behoudens veel parate kennis en de wens om de wetenschappelijke
ontwikkeling op allerlei terrein later ook bij te houden, hield ik er een
levenslange vriend aan over, aan wiens familie ik als enig kind niet minder
dan aan hemzelf voor mijn menswording veel verschuldigd ben. Ik denk hier
speciaal aan hem, omdat hij in deze zelfde kerk, waarin wij ons nu bevinden,
de oratie heeft gehouden, de toespraak waarmee de beste leerling van de
eindexamenklas afscheid mocht nemen van de school.
Niet alleen via het Gymnasium had ik contacten met de Pieterskerk, ook
persoonlijk had ik er een band mee; ik volgde er de bezielende catechisatie
van Ds. Frank le Cornu, en toen ik in 1972 na vele omzwervingen eindelijk weer
– en nu voorgoed – in Utrecht kwam wonen, ben ik lid van deze kerk hier
geworden en gebleven. (Het gezin werd niets gevraagd, dat kwam gewoon mee!)
Tussen toen en nu ligt de pelgrimstocht, waarvan mijn vrouw de beelden op de
omslag van de liturgie heeft gecomponeerd. Wat een massa kerken! Ik sta er
verbaasd bij te kijken.
Bij het pausbezoek van een aantal jaren geleden, hier in de Utrechtse St.
Pieter, hield de Lutherse synodevoorzitter ds.
Burghoorn, die bij die gelegenheid het woord voerde, de aanwezigen
voor, dat de christelijke wereldkerk gelijkt op een fraai glas-in-loodraam,
dat helaas door een storm in stukken is geslagen. Aan ons allen de taak om aan
de recompositie (het herstel) te werken. Eerste vereiste is dan de wederzijdse
kennismaking.
Die gedachte was al heel lang tevoren bij me opgekomen, al kende ik toen het
treffende beeld van Ds. Burghoorn nog niet. Mijn geniale leermeester professor
Van Ruler droeg mij voor het doctoraal examen theologie een stevige
hoeveelheid dogmatiek ter bestudering op. De Calvinistische, de Lutherse en de
Anglicaanse leerstellingen mocht ik gaan vergelijken met de Rooms-Katholieke
en ook nog met de Oosters-Orthodoxe. Ik heb er veel van geleerd, maar de
finesses zijn mij in de loop van de jaren wat ontgaan. Mijn slotsom is, dat
het heldere zonlicht van Gods geopenbaarde waarheid door het glas-in-loodraam
van de kerken allerlei verrukkelijke kleurschakeringen aan de gelovigen
voortovert. En dat de rijkdom daarvan ons eerder moet verheugen dan bedroeven.
De echte kennis gewordt ons evenwel niet uit de boeken, maar via de
persoonlijke omgang met gelovige mensen. Onder alle richtingen die ik opnoemde
heb ik contacten gezocht en gevonden. De weerslag daarvan vindt U in de
liturgie van vandaag, al heb ik natuurlijk niet gestreefd naar volledigheid.
Voor U zijn het naar ik hoop herkenningspunten, die bij U even een herinnering
aan uw eigen geestelijk thuis oproepen, voor mij zijn het pleisterplaatsen op
mijn pelgrimstocht geweest.
Niet alleen de kerken zijn een bont gewemel. Ook in de Koninklijke Luchtmacht
en later in het Militaire Hospitaal deed ik interessante ervaringen op, die
mij een onverwachte kijk op het leven gaven. Door de klinische pastorale
training leerde ik scherper op mijzelf te letten. Ik bemerkte dat een
predikant zowel door zijn leven als door zijn manier van verkondigen het
Evangelie in de weg kan staan. God vergeve het me als ik u niet heb opgebouwd.
In totaal mocht ik 20 jaar in het militaire milieu vertoeven. Ik denk er
ondanks een paar forse aanvaringen met genegenheid aan terug, en draag daarom
vanmiddag de luchtmachtstola over de Lutherse toga. Het kruis op mijn borst is
mij gegeven door mijn kinderen toen ik 40 jaar dominee was.
Het verleden laat ik nu verder rusten, ik ga over naar het heden!
Vandaag na 50 jaar, is het evangelie, Gods blijde boodschap, nog altijd het
middelpunt van mijn leven. In het oecumenisch lezingenrooster is voor deze
zondag de laatste pelgrimstocht van Jezus naar Jeruzalem aan de orde. Daar zal
Hij gekruisigd worden. Ook onderweg werpt de dood zijn schaduwen vooruit.
Jezus heeft Galilea zojuist in zuidelijke richting verlaten en buigt nu, om
het vijandige land der Samaritanen te vermijden, naar het Oosten af, naar de
Jordaan. Wie als Jood de kortste route naar Jeruzalem wilde nemen, recht naar
het Zuiden door Samaria heen, zette zijn leven op het spel.
Het grensland waar de evangelielezing voor vanmiddag over spreekt heeft een
symbolische betekenis. De dood waart er rond. We zijn hier merkwaardig genoeg
ook in de buurt van de tegenwoordige Israëlische muur (of het hek) met de
mijnenvelden, en Arafats hoofdkwartier is dichtbij. Zo erg was het vroeger
niet, maar in Jezus’ tijd was dit grensland een uitwijkplaats voor de
mensen, die om hun besmettelijk geachte huidziekte alvast bij leven als doden
beschouwd en behandeld werden. Het was hun strict verboden in de buurt van
gezonde mensen te komen.
Luid roepend ‘onrein, onrein’, moesten ze hun aanwezigheid van verre al
kenbaar maken.
Om hulp smeken mocht wel. En dat deden de negen Joden en de ene Samaritaan die
Hij op Zijn weg naar de dood tegenkwam dan ook eensgezind. Ze hadden hun alles
overheersende ellende gemeen, en riepen daarom unisono (als uit één keel):
‘Jezus, meester, heb medelijden met ons!’
In de kerk klinkt dat hulpgeroep nog elke zondag, al hebben we het een mooie
liturgische vorm gegeven. Kyrie eleison. Dat is het Grieks van Jezus’ tijd.
Vandaag zongen we het in het Nederlands. Het Here God ontferm U klinkt
beschaafd vroom en de melodie ligt prettig in het gehoor. Maar vergis U niet:
het is een kreet van pijn en menselijke onmacht, die ik vaak gehoord heb, als
de arts zijn laatste bezoek had gedaan en de deur achter hem in het slot viel.
Jezus, van wie wij geloven, dat Hij het leven zelf is, hoort het hulpgeroep
van de melaatsen. Hij raakt hen niet aan, maar draagt hun op zich naar de
priester te begeven. En ze gehoorzamen Hem door op weg te gaan. Onderweg
worden ze genezen. Zeg dus niet: eerst zien en dan geloven! Als de melaatsen níét
op weg gegaan waren, zou hun ziekte niet genezen zijn. Van alle tien kan dus
gezegd worden, dat hun geloof hen gered heeft. Zij waren alle tien genezen van
hun ziekte en rein geworden. Ze hebben de voorgeschreven offers vast wel met
vreugde gebracht. En hadden zich daarmee voor God van hun plicht gekweten. Wat
nu opvalt is echter, dat toch maar één van hen terugkeert en dan van Jezus
te horen krijgt dat zijn geloof hem gered heeft. Alle tien kregen een nieuw
leven, een nieuwe toekomst. Ze waren al helemaal afgeschreven, maar toen ze
Jezus ontmoetten, deed zich opeens een nieuw perspectief open, dat realiteit
werd toen zij het aandurfden en er op in gingen. En negen van hen dachten: Dat
is mooi meegenomen!
Wat hen betrof bleef het daarbij.
Maar de tiende, de Samaritaan die dankbaar was en die blijkens zijn knieval
voor Jezus méér in Hem zag dan een rondreizende rabbijn, ontving van Hem het
eeuwige leven, waar de dood geen vat op heeft. De redding, waar Jezus van
spreekt, omvat immers veel meer dan genezing van een aardse kwaal, hoe ernstig
die ook moge zijn. Jezus’ macht reikt verder, tot over de dood heen. Die
boodschap heb ik mogen brengen in de ziekenkamers, waar de arts niet meer op
bezoek kwam, na de mededeling: Ik kan helaas niets meer voor u doen.
De boodschap van het eeuwige leven heb ik tot nu toe mogen brengen op elke
kansel waar ik gestaan heb.
Als U naar Jezus wilt luisteren hebt U uitzicht op een mooie toekomst zowel
hier beneden als daarboven.
Heb ik dan nog een toekomst op mijn 83ste? Tien jaar geleden dacht
ik ook al: zolang zal het wel niet meer duren. Maar toen had ik meer physieke
kracht dan nu.
Ik moet maar gewoon verder gaan, misschien niet meer zo heel ver weg, en niet
meer zo vaak… Maar ik hoop zo nu en dan nog te mogen blijven spreken over
het eeuwige leven dat God ons wil schenken. Het perspectief van het
koningschap van God waarom wij bidden wenkt in de verte en komt steeds
dichterbij.
Er is steeds meer om God voor te danken. Gezegend Gij die ons het leven en de
hoop hebt willen geven! Ons geloof zal ons redden als we maar op
weg gaan en onze pelgrimstocht volhouden.
Amen.
Orgelspel
/ Jeu d’orgue
Psalm 23 : allen / tous
Il vient guérir, il vient bénir mon âme et l’affermir
pour me guider sur son chemin, mon Dieu saisit ma main.
Mijn ziel herstelt Hij weer, Hij doet mij op Zijn wegen gaan,
de paden der gerechtigheid, ter ere van Zijn Naam.
Marchant au long du sombre val craindrai-je encor le mal ?
Toujours il reste près de moi mon sûr appui, mon Roi.
Ja, ga ik door een dal des doods, ik vrees geen kwaad, want Gij
zijt altijd bij mij en Uw stok, Uw staf vertroosten mij.
Pour moi la table il a dressé, face à qui me fait front !
Ma coupe est pleine à déborder car il oindra mon front.
Terwijl de vijand toe moet zien, bereidt Gij mij de dis.
Gij zalft mijn hoofd, mijn beker vult Gij vol met lafenis.
Bonheur et grâce, o Dieu d’amour, me garderont toujours ;
j’habiterai, suprême honneur, dans ta maison, Seigneur !
In goedheid en in liefde werd ik levenslang geleid,
en wonen zal ik in Gods huis tot in der eeuwigheid.
Collecte voor de Protestanten in Spanje, en voor onze vrienden in
Roemenië. (Pour des Protestants en Espagne et pour nos ami(e)s en Roumanie.)
Gebed
over de Gaven
Prière et intercessions
Lieve God, wilt U alstublieft zegenen wat we hier bijelkaar hebben
gebracht, zodat het is tot
eer van Uw Naam,
en zodat het Uw gemeente wereldwijd ten goede komt.
Laat het een offer zijn, dat onze dankbaarheid en liefde uitdrukt,
door Jezus Christus, onze Heer. Amen.
Dieu
Bon, Veuille bénir ce que nous avons recueilli afin que partout ton
église puisse s’en servir et ton Nom soit glorifié. Que cette offrande
exprime notre gratitude et notre amour. Par Jésus-Christ, notre Seigneur. Amen
Voorbeden ingeleid
door het koor: (introduites par la chorale)
U bezingen wij, U prijzen wij, U danken wij. Tot U bidden wij, onze God.
Nous te chantons, te louons, nous te rendons grâce. Nous te prions, notre
Dieu.
Notre Dieu, notre Père,
Nous te remercions pour ce jour de joie vécu avec Ton, sa famille et ses amis.
Nous te louons de pouvoir partager nos joies et nos peines dans la communauté
des hommes, des femmes et des enfants qui se rassemblent dans ce temple pour se
rencontrer, se ressourcer autour de ta Parole.
Nous te prions pour cette communauté wallonne où Ton et Gea partagent
leur temps, leur énergie,
leur foi. Soutiens-les de ta force, de ta joie, ainsi que les
responsables, les membres, les amis de la communauté.
Seigneur, notre Dieu, nous venons d’apprendre le décès inopiné de la mère
de notre ami Jean-Christophe. Dans la foi et dans l’espérance nous la
remettons à ta miséricorde et à ta grâce. Aie compassion de toute la famille,
et de Jean Christophe, et reste avec lui dans cette affliction.
Sois auprès des malades, des isolés, des souffrants, de quelque nom que
s’appellent leurs souffrances. Nous te présentons les absents qui auraient
voulu se joindre à nous mais sont trop faibles pour se déplacer.
Veuille bénir toutes les personnes présentes dans ce temple.
Amen.
God onze Vader, Wij danken U voor deze vreugdevolle dag die we met Ton, zijn
familie en zijn vrienden mogen beleven. Wij loven U dat we onze vreugden en ons
verdriet mogen delen in de gemeenschap van mannen, vrouwen en kinderen die
bijeenkomen in deze kerk om elkaar te ontmoeten, en te herbronnen, rond Uw
Woord. Wij bidden U voor deze Waalse gemeente waar Ton en Gea hun tijd, energie
en geloof mee delen. Steun hen met uw kracht, uw vreugde, evenals degenen die
verantwoordelijkheid dragen, de leden, de vrienden van de gemeente.
Heer God, wij hebben zojuist vernomen dat de moeder van onze vriend Jean
Christophe onverwacht is overleden. In geloof en hoop bevelen wij haar aan in Uw
ontferming en genade. Heb medelijden met heel haar familie en met Jean
Christophe en blijf bij hem in deze beproeving.
Wees bij de zieken, bij hen die alleen staan, bij hen die lijden, hoe ze hun
leed ook mogen noemen. Wij stellen voor Uw ogen hen die hier bij ons hadden
willen zijn, maar die te zwak zijn om zich te verplaatsen. Wil allen die hier in
deze kerk bijeen zijn zegenen. Amen.
Grote God, dank U dat U zo dicht bij ons wilt zijn, in alle dingen van ons
leven. Ook als we dat zelf niet zo zien. Wij danken U dat we het in Ton telkens
mochten merken, dat U er bij bent, en dat dit geloof hem over drempels en door
dalen heen heeft gedragen. Wij bidden U voor alle mensen die in ziekte of
teleurstellingen die ervaring niet hebben. Dat U er toch voor hen, voor ons
allemaal, wilt blijven in tijden van tegenspoed en nood, en dat ze er iets van
mogen zien. Al is het maar soms. Voor allen die zieken en eenzame mensen, mensen
aan de rand van het bestaan, een sprankje licht, een beetje hulp willen brengen
bidden wij U: dat U ze vasthoudt en steunt en zo de moed geeft om door te zetten
als het moeilijk is.
Amen!
Grand Dieu, nous te remercions de ton assistance en tout ce qui concerne
notre vie quotidienne. Même si nous ne nous en apercevons pas. Nous avons vu
chez Ton, que tu l’accompagnes et que la foi est son soutien dans la détresse
et dans la joie. Nous te prions pour ceux qui n’ont pas fait cette expérience.
Reste quand-même avec eux et avec nous tous dans leurs moments difficiles, afin
qu’ils entrevoient du moins une lueur. Pour tous qui essayent de mettre un peu
d’espoir dans la vie d’autrui nous te prions : Seigneur, donne-leur la
force de persévérer.
Voor allen die te lijden hebben onder willekeur en geweld willen we U bidden.
Mensen dichtbij en verweg. Voor mensen die hun angst en nood, hun verdriet en
pijn niet meer onder woorden kunnen brengen vragen wij U: laat de Geest van Uw
Liefde voor hen de woorden spreken en de zangen zingen, om hen en ons gezond te
maken, naar lichaam en ziel.
Amen!
Nous te prions pour ceux qui sont victimes de violence et à la merci de
leurs ennemis, soit dans un pays lointain, soit tout près de nous. Pour nos
amis qui ne trouvent plus les mots pour exprimer leur détresse et leur angoisse,
qui ont le cœur gros, qui souffrent en secret, nous te prions :Que
l’Esprit de ton Amour parle et chante en leur faveur afin qu’ils retrouvent
avec nous leur joie de vivre
Voor de kerk willen wij U bidden. Dat het geloof dat U in ons hebt, dat de
liefde die U voor ieder mens voelt, daar mag worden verkondigd en waar gemaakt
in doen en laten. Wij bidden U voor de kerken waar wij ons mee verbonden weten,
dichtbij en verweg, tot in Roemenië, Rusland, Rwanda en Burundi en natuurlijk
Spanje toe, allemaal mensen die Uw lof zingen, en leven uit Uw genade. Spreek
telkens weer door Uw Woord, door de liederen die wij zingen, door de inspiratie
die wij opdoen uit de onderlinge verbondenheid, zodat ons leven geheiligd mag
wezen door Uw Naam, door Uw aanwezigheid, en door de Geest die Uw lieve Zoon ons
zond, Hem, die ons leerde bidden:
Nous te prions pour les églises. Que ta confiance en nous et ton amour d’un
chacun parmi nous soient prêchés et pratiqués.
Nous te prions pour les croyants en Roumanie, en Rwanda et Burundi, et en
Espagne, avec qui nous nous sentons unis, ils chantent tous ta louange, ils
vivent de ta grâce. Parle-nous sans cesse en ta Parole, fais-nous chanter des
hymnes de louange, fais-nous vivre la fraternité, qui inspire, et sanctifie nos
vies par ton Nom, par ta présence, par ton Esprit, que ton Fils bien-aimé nous
a envoyé, Lui qui nous a enseigné à prier :
Onze vader / Notre Père. Gezongen door het koor. Wie het kent mag mee
zingen. Chanté par la chorale. On peut chanter avec eux.
Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw
Naam worde geheiligd. Uw Rijk kome Uw
wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze
schulden, Zoals wij ook aan anderen
hun schuld vergeven. En leid ons niet in verzoeking Maar verlos ons van het
kwade. Want van U is het Rijk, de kracht en de Heerlijkheid. In eeuwigheid.
Amen.
Allen (Tous): Zolang
wij ademhalen. (tekst: Sytze de Vries)
Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht,
het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht.
Door ademnood bevangen of in verdriet verstild:
het lied van Uw verlangen heeft mij aan ’t licht getild!
Ons lied wordt steeds gedragen door vleugels van de hoop.
Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt.
Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest.
in ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest.
(C’est
Dieu qui nous donne le chant, le chant qui nous porte dans la nuit de tristesse,
qui nous mène dans l’Esprit Saint à l’avenir éternel et luisant de Dieu.)
Zegen
Bénédiction (debout
staande)
Moge God
de Vader de Ruimte zijn waarin u leeft,
Moge God de Zoon de Weg zijn die u gaat,
Moge de Geest het Licht zijn dat u naar de waarheid voert.
Que Dieu le Père soit votre Espace
Vital,
Que Dieu le Fils soit le chemin que vous allez,
Que Dieu l’Esprit soit la lumière qui vous donne accès à la vérité.
En dan is er tijd voor handen schudden, een sapje, drankje, hapje etc....