naar homepage terug naar Pieterskerk 

 Wie zich bezit vergadert, vergadert smart, aldus de Prediker. De eeuwen door hebben zij, die de  verantwoordelijkheid hadden voor dit fraaie gebouw, hem dit na kunnen zeggen! Allerlei rampen hebben het getroffen, zoals brand, stormschade, oorlog, ruzies... Maar wie het gebouw, dat na de grote restauratie die in 1974 werd afgesloten, bekijkt, heeft daar weinig idee van. Sereen alsof de eeuwen er aan voorbij gegaan zijn, staat het daar en wijst de voorbijganger op Hem die het vergankelijk leven geeft. Toch is het ook nu voor de Waalse gemeente een grote opgave het gebouw goed te onderhouden, ondanks alle subsidies en hulp van Overheid en Monumentenzorg; een gave én een opgave!

In 1674 werd Utrecht getroffen door een tornado, die verschrikkelijk huishield in de stad. Ook de Pieterskerk stortte voor een groot deel in. De torens waren verwoest, het dak was voor het merendeel ingestort... Rijp voor de sloop, meende het stadsbestuur, dat nog veel meer dingen aan het hoofd had, want ook de huizen van de burgerij waren voor een goed deel door de ontstane branden in puin en as verkeerd...

Saftleven tekende de kerk, zoals die er kort na de ramp bijstond:

U kijkt zomaar tegen de binnenkant aan van de kerk. Het dak van het schip (het lange gedeelte) is verdwenen, dat van het dwarsschip staat nog overeind. De torens brokkelen gevaarlijk af, en we weten dat ook binnen het schip verscheidene pilaren zijn gesneuveld...

Hoe de situatie aan de binnenkant was, heeft Saenredam in 1636 nog vastgelegd. U ziet hier bovenaan nog de schildering die in de tekening van Saftleven links is blootgelegd, in het verlengde van de boom links. De viering en het koor waren afgesloten, (die werden apart gebruikt), een situatie die nog in 1922 bestond. Toen was daar zelfs de preekstoel gesitueerd, met daarboven het orgel!

In de oorspronkelijke opzet bevond het orgel zich, zoals Saenredam ons laat zien, aan de westkant, boven de in- en uitgang, tussen de twee torens. Men kon toen nog ruim om de kerk heen lopen, een heel verschil met tegenwoordig! Overigens liep men niet alleen om de kerk heen, waar het kerkhof was, men liep gewoonlijk ook rustig door de kerken heen, als een soort overdekte openbare ruimte. Nu was dat met een kapittelkerk al wat minder, omdat die in een eigen omheinde ruimte lag, maar de kanunniken leefden niet afgescheiden van de wereld. Ze handelden en bezaten goederen, zodat er vele contacten waren met de rest van de burgerij. Deze tekeningen van Saenredam tonen de kerk niet meer in vol bedrijf als in vroeger eeuwen. We mogen aannemen dat er toen langs de kanten vele kleine altaren stonden, aangezien het opdragen van de mis voor de priesters tot de dagelijkse plichten hoorde. 

Het orgel heeft van de Tornado van 1674, het 'Utregts tempeest' veel te lijden gehad, en het is dan ook vervangen, tegen de tijd dat de kerk weer echt als kerk ging fungeren. 

Een van de meest karakteristieke kenmerken van de Pieterskerk is de crypte! Daar zijn de resten gevonden van bisschop Bernulfus zelf. Zijn sarcofaag staat nu in het midden (zie foto), zijn kelk, pateen en ring bevinden zich in het Catharijneconvent, maar van de brave man zelf is niets overgebleven dan wat stof, dat men niet heeft kunnen vasthouden. Hij zou dat wellicht ook niet anders hebben gewild! De crypte moet het eerste gedeelte zijn geweest van de kerk dat werd gebouwd. De stijl is nog degelijk Romaans. Het hoogkoor, dat bovenop de crypte is gebouwd, had oorspronkelijk dezelfde stijl, die ook in de Noorderkapel nog te herkennen is, maar werd later, met de Dekenkapel verbouwd tot een licht en stralend gothisch middelpunt van de eredienst. Om het hoogkoor te bereiken moet men eerst de vier treden van het laagkoor, midden onder de viering, betreden, en vervolgens een echte trap met acht treden, die wordt geflankeerd door vier stenen, twee aan twee, die terug gevonden zijn bij de laatste grote restauratie, en die mogelijk bij de beeldenstorm zijn verborgen in het zand onder de kerk. 

De twee linker stenen tonen ons de kruisiging, met daarbij de Joden, herkenbaar aan de muts, en daarnaast Pilatus op zijn rechterstoel. De leeuwenpoten van zijn troon verwijzen naar de macht van Rome. De twee rechter stenen tonen de engel bij het open graf, en de drie vrouwen met hun zalfpotten, die de Heer willen balsemen, al is het wat laat, maar nu horen dat Hij is opgestaan. De plaatsing van de stenen is zo heel zinvol. Wanneer de gemeente opgaat naar het hoogkoor om daar het avondmaal te vieren, gaat ze tussen dood en leven door naar de ontmoeting met Hem die de dood overwon en het leven gaf. 

Voor het gebruik van de kerk: klik hier

 

bijgewerkt 08-04-2007  

 naar boven