Mis aan de Grot

 Vrijdag 17 mei 2019



OPENINGSLIED       Dit is de dag

Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken verheugd dat wij leven.
Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht,
heeft Hij ons licht aangeheven.

Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden.
Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen.
En zo voortaan eren Gods heilige Naam.
En Hem in waarheid aanbidden.

BEGROETING

SCHULDBELIJDENIS

V.:       Broeders en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren
wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren.

A.:       Ik belijd voor de almachtige God en voor u allen, dat ik
            gezondigd heb in woord en gedachte, in doen en laten,
door mijn schuld, door mijn schuld, door mijn grote
schuld. Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd
maagd, alle engelen en heiligen en u, broeders en
zusters, voor mij te bidden tot de Heer, onze God.

V.:       Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze
            zonden vergeven en ons geleiden naar het eeuwig
            leven.  Amen.    

LIED
   Kyrie eleison



GEBED

God, Gij zijt de oorsprong van onze vrijheid en van ons heil. Verhoor ons vurig gebed: laat allen die Gij hebt verlost door het bloed van uw Zoon, leven door U en zich in U verheugen over hun eeuwig behoud. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U leeft en heerst in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.

Allen gaan zitten
EERSTE LEZING      Hand. 13, 26-33
In die dagen, toen Paulus te Antiochië in Pisidië gekomen was, zei hij in de synagoge: Mannen, broeders, zonen uit Abrahams geslacht en godvrezenden onder u: tot ons is dit woord van verlossing gezonden. Want doordat de inwoners van Jeruzalem en hun overheden Jezus niet erkend hebben maar veroordeeld, deden zij de uitspraken van de profeten in vervulling gaan, die elke sabbat worden voorgelezen. Ofschoon ze geen enkele rechtsgrond konden vinden voor de doodstraf, hebben ze van Pilatus geëist dat Hij ter dood gebracht werd. Toen ze alles hadden voltrokken wat over Hem geschreven staat, namen ze Hem van het kruishout en legden Hem in een graf. Maar God wekte Hem uit de doden op en gedurende vele dagen verscheen Hij aan hen die Hem van Galilea naar Jeruzalem hadden vergezeld. Dezen zijn nu getuigen van Hem voor het volk. Wij dan verkondigen u de blijde boodschap, dat God de belofte aan de vaderen gedaan, voor ons, hun kinderen, vervuld heeft door Jezus te doen verrijzen, zoals ook geschreven staat in de tweede psalm: Gij zijt mijn Zoon, Ik heb U heden verwekt.



LIED:  Psalm 103

Vz.                  Barmhartige Heer, genadige God.
Allen:  Barmhartige Heer, genadige God.

Ja, wat de hemel is voor de aarde,
dat is zijn liefde voor hen die geloven.

Zover als het oosten van het westen vandaan is,
zover van ons af werpt Hij al onze zonden.

Hij kent ons toch. Hij is niet vergeten
dat wij gemaakt zijn uit het stof van de aarde.

Mensen, hun dagen zijn als het gras,
zij bloeien als bloemen in het open veld.
Dan waait de wind en zij zijn verdwenen.

Maar duren zal de liefde van God
voor allen die zijn verbond bewaren,
zijn woord behartigen en het volbrengen.

Allen gaan staan
EVANGELIE: Johannes 14, 1-6

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: "Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben. Gij weet waar Ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend."
Tomas zei tot Hem: "Heer, wij weten niet waar Gij heengaat: hoe moeten wij dan de weg kennen?" Jezus antwoordde hem: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij."
HOMILIE

VOORBEDE

KLAARMAKEN VAN DE ALTAARTAFEL

Er is geen collecte.

GEBED OVER DE GAVEN

Wees barmhartig, Heer, en neem de offerande aan van uw volk. Wij bidden U: laat ons, onder uw bescherming, niet de genade verliezen die wij ontvangen hebben, en in het bezit komen van de eeuwige gaven. Door Christus, onze Heer. Amen.

Allen gaan staan

PREFATIE


Vg.:     De Heer zal bij u zijn.
Allen:   De Heer zal u bewaren.
Vg.:     Verheft uw hart.
Allen:   Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Vg:      Brengen wij dank aan de Heer, onze God.
Allen:   Hij is onze dankbaarheid waardig.

Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doe aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal door Jezus Christus onze Heer.
Die met ons onbestendig lot begaan, is vlees geworden, geboren uit de maagd; die, aan het kruis gestorven, ons gered heeft van de dood die eeuwig duren zou; die opgestaan voorgoed, ons doet voortleven tot in eeuwigheid. Daarom, met alle engelen, machten en krachten, met allen die staan voor uw troon, loven en aanbidden wij U en zingen U toe met de woorden:

LIED: Sanctus

EUCHARISTISCH GEBED

Vg.:                 Gij zijt waarlijk heilig, onze Heer, de bron van alle heiligheid. Heilig dan deze gaven, met de dauw van uw heilige Geest, dat zij voor ons worden tot Lichaam en Bloed van Jezus Christus onze Heer.

                        Toen Hij werd overgeleverd en vrijwillig zijn lijden op zich nam, nam Hij het brood, sprak de dankzegging uit, brak het en gaf het aan zijn leerlingen met deze woor­den: 'Neemt en eet hiervan gij allen, want dit is mijn Li­chaam, dat voor u gegeven wordt’.

                        Zo nam Hij na de maaltijd ook de kelk, sprak opnieuw de dankzegging uit, en gaf hem aan zijn leerlingen met deze woorden: 'Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende Verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken'.

                        Verkondigen wij het mysterie van het geloof.

Allen:               Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.

Vg.:                             Zijn dood en verrijzenis indachtig, God, bieden      wij U aan het levensbrood en de kelk van het heil. Wij danken U omdat Gij ons waardig keurt om voor uw aangezicht te staan en uw heilige dienst te verrichten.

                        Zo delen wij in het Lichaam en Bloed van Christus en wij smeken U dat wij door de heilige Geest worden vergaderd tot één enige kudde.

                        Denk toch, Heer, aan uw kerk, verspreid over
                        de hele wereld, dat haar liefde volkomen wordt,
één heilig volk met Franciscus, onze Paus
, de
bisschop van Lourdes, Nicolas, met alle
bisschoppen en met allen die uw heilig
dienstwerk verrichten.


Gedenk ook onze broeders en zusters die reeds ontsla­pen zijn in de hoop der verrijzenis, ja, alle gestorve­nen dra­gen wij op aan uw zorg. Neem hen aan en laat hen ver­schijnen in het licht van uw gelaat.

                        Wij vragen U, ontferm U over ons allen, opdat wij tezamen met Maria, de Moeder van Christus, met de heilige Jozef, haar bruidegom, met de apostelen, de heilige Bernadette, en met alle heiligen, die hier eens leefden in uw welbehagen,
                        waardig bevonden worden het eeuwig leven deelachtig te zijn en U loven en eren. Door Jezus Christus, uw Zoon.

                        Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid.

Allen:               Amen

ONZE VADER

V.:       Aangespoord door een gebod van de Heer en door zijn
            goddelijk woord onderricht durven wij zeggen:

A.:       Onze Vader, die in de hemel zijt;
Uw naam worde geheiligd;
Uw rijk kome;
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven     aan onze schuldenaren

en breng ons niet in beproeving maar verlos ons van
het kwade.


V.:       Verlos ons Heer van alle kwaad, geef genadig vrede in
onze dagen, dat wij gesteund door uw barmhartigheid, altijd vrij mogen zijn van zonde
en beveiligd tegen alle angst en onrust,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de komst van onze Verlosser Jezus Christus.


A.:       Want van U is het koninkrijk en de kracht en de
heerlijkheid in eeuwigheid.

GEBED OM VREDE

V.:       Heer Jezus Christus, Gij hebt aan uw apostelen gezegd:
            ‘Vrede laat Ik u; mijn vrede geef Ik u’, let niet op onze
            zonden maar op het geloof van uw kerk; vervul uw
            belofte: geef vrede in uw naam en maak ons één. Gij,
die leeft in eeuwigheid.
A.:       Amen

V.:       De vrede des Heren zij altijd met u.
A.:       En met uw geest

D.:       Wenst elkaar de vrede

LIED:  Agnus Dei

COMMUNIE

Tijdens de communie speelt het koperkwintet van de ‘Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers’.

SLOTGEBED

Heer, blijf allen die Gij gered hebt met uw liefde omringen. Wij bidden U: laat hen die verlost zijn door het lijden en sterven van uw Zoon, een bron van vreugde vinden in zijn verrijzenis. Door Christus onze Heer. Amen.

ZENDING EN ZEGEN



LIED:  Te Lourd’ op de bergen

Te Lourd’ op de bergen verscheen in een grot,
vol glans en vol luister de Moeder van God.
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

Zij riep Bernadette, een nederig kind,
‘Wie zijt Gij’ vroeg ’t meisje, die U daar bevindt?’
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!

‘Ik ben de onbevlekte en zuivere maagd:
gans vrij van de zonde heb ik God behaagd.’
Ave, ave, ave Maria! Ave, ave, ave Maria!


Kruisweg Lourdes 2019

Woord van Welkom

Openingsgebed

Eerste Statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld
L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          De hogepriesters hitsten de menigte op, dat Pilatus liever de moordenaar Barabbas moest vrijlaten. Daarop zei Pilatus hun: “Wat wilt u dan dat ik doe met hem die u de koning van de Joden noemt?” Zij schreeuwden weer: “Kruisig hem!” Pilatus zei tegen hen: “Wat voor kwaad heeft hij dan eigenlijk gedaan?” Maar zij schreeuwden nog harder: “Kruisig hem!” Omdat Pilatus het volk tevreden wilde stellen, liet hij Barabbas vrij, en Jezus liet hij geselen en leverde hij over om gekruisigd te worden.

L2          Op de brigade waar je werkt, nemen ze het niet zo nauw met de nachtdiensten. Jij snapt er niks van. Hoe kunnen ze zo slordig omgaan met hun verantwoordelijkheid? Voorzichtig spreek je mensen aan op hun gedrag, maar ze doen of ze je niet horen. Schaamteloos komen mensen op dienst met slaapzakken en kussens. Dat kan toch niet? Je merkt dat collega’s je sinds die opmerkingen uit de weg gaan, je links laten liggen. Alsof jij degene bent, die iets verkeerd doet. De commandant voelt ook nattigheid en spreekt jou er op aan. “Wat gebeurt er daar bij jullie? Wat wordt er voor kwaad gedaan?” Je kunt niet anders dan eerlijk antwoorden. Eindelijk is er iemand die naar je luistert. De commandant geeft de brigade een milde berisping: want “wat voor kwaad is er gedaan?”. Maar jouw positie wordt onhoudbaar: ‘verrader’ wordt er gesist en ‘matennaaier’. Deze woorden ken je wel. Militairen gebruiken het vaker naar collega’s van de marechaussee. Maar nu hoor je het uit jouw eigen groep! Dezelfde commandant regelt een overplaatsing voor je naar een andere plek. Want de collega’s willen van jou af. Je ligt er wakker van. Ook zonder nachtdienst. Het woord ‘verrader’ blijft aan je kleven ook op de nieuwe brigade. Terwijl je mensen alleen maar wilde wakker schudden.

L3          De vijand is niet altijd ‘de ander’, die aan de andere kant van de streep staat. De vijand kan ook je naaste zijn. Iemand waarvan je denkt dat hij is zoals jij. Soms komt de dreiging van binnenuit. Zo wordt Jezus veroordeeld door zijn eigen mensen. Niet de Romeinen vinden Jezus bedreigend, maar het volk waar Jezus zelf deel van uitmaakt!
Het kan heel moeilijk zijn om je eigen groep aan te spreken op wat ze niet goed doen. Vaak houden we liever onze mond. Om zelf niet uit de groep te worden verstoten. We weten wat er gebeurt als je opstaat tegen de groep. In plaats van dat er naar jou geluisterd wordt, word je afgedankt. Alsof jíj de verrader bent. Terwijl je toch het beste voor hebt met iedereen. Je wil alleen waarschuwen. Jouw team beter maken. Wakker schudden.


Tweede Statie: Jezus neemt het kruis op

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Ze namen dus Jezus over. Hij droeg zelf het kruis en ging de stad uit, naar het zogeheten schedelveld, in het Hebreeuws Golgotha.
Nog geen week geleden hield je een triomfantelijke intocht in Jeruzalem. De mensen stonden langs de kant van de weg toen je langs liep. Ze zwaaiden met palmbladeren en riepen je toe: “Gezegend de koning, die komt in de naam des Heren. Vrede in de hemel in eer voor jou in de hemel.” En nu, nu je begonnen bent aan je laatste gang, staan ze er weer. Je bent sensatie geworden en je wordt bespuwd en uitgejouwd.

L2          Eén van mijn taken in het vrouwenkamp was helpen sjouwen bij het foerageren. Zwaar werk en we kregen om niets slaag van de Jap. Ik had het geluk dat ik mijn oudste zoon heel af en toe kon zien, hij zat soms op de vrachtauto om de zware zakken te lossen. Het laatste halfjaar werd ook mijn jongste zoon bij me weggehaald. Hij was bijna tien, dat hielden ze heel precies bij. Het was zo’n schat van een jongen en heel knap om te zien. Dat hij weg moest, was voor mij de druppel die de emmer deed overlopen.
Hij kwam bij de oude heren terecht en zo klein als hij was, moest hij al helpen in de ziekenbarak. De heren waren erg op hem gesteld. Af en toe gaven ze hem wat geld. Maar als ze stierven, moest hij ze afleggen.
Stel je voor, een kind van tien jaar. En het waren geen normale lijken, maar lichamen opgezwollen van vocht. Dat heeft hij maanden moeten doen, een kind dat zijn leven nog moet beginnen.

L3          Soms kan een situatie van de ene op de andere dag veranderen. Zo heb je je zoon nog bij je. In een kamp, dat is waar. Maar hij is nog bij je. De volgende dag moet je ook van hem afscheid nemen. Uitziend naar toevallige ontmoetingen, net als je eerste zoon die al eerder van je was gescheiden. Maar je kunt trots zijn op de jongens. Hoe ze hun kruis opnemen. Ze zijn sterker dan je dacht. En gelukkig zijn er ook altijd weer mensen die je goedgezind zijn, een helpende hand reiken. Niet iedereen blijft aan de kant staan. Om te juichen of uit te jouwen. Lijden en verdriet horen net zo bij het leven als voorspoed en vreugde. Dat geldt voor iedereen. Maar wat betekent dit voor ons? Wanneer het noodlot ons in de kladden grijpt? En kunnen wij in de lijdende mens onze naaste zien? Durven wij meer te zijn dan toeschouwer? Kunnen wij Christus ontmoeten in die naaste wanneer wij ons zijn lot aantrekken.

Derde Statie: Jezus valt onder het kruis

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Verzwakt door het bloedverlies als gevolg van de geseling, struikel je onder het gewicht van je kruis. Maar meer nog dan het bloedverlies, zuigt de haat van de menigte rondom je al je kracht uit je weg.
De enige weg die voor je ligt is het vooruitzicht van een afschuwelijke dood. Toch sta je weer op. Je kunt nu niet opgeven, je taak is nog niet volbracht.

L2          Het voertuig voor ons werd getroffen door een bermbom. Ik was er snel bij. Een van de getroffen jongens was er verschrikkelijk aan toe. Hij zat onder de bloedspatten door de kleine scherfjes in zijn huid. Geen ademhaling, geen hartslag. Onder het reanimeren realiseer ik me dat hij het niet kan overleven. ‘Een reanimatie die voortkomt uit een trauma, slaagt nooit’. Het is een zin die ik letterlijk heb onthouden uit mijn medicijnstudie. Ik zie het onder mijn ogen gebeuren, maar de opdracht geven om te stoppen komt niet in me op. Tegen beter weten in prik ik nog een infuus. Hij reageert nergens op. We leggen hem op een draagbaar. Hij is ingeladen in de ziekenauto voordat ik er erg in heb. ‘Hij moet nog wel geïntubeerd worden’, schiet er door mijn hoofd. Zijn infuus sneuvelt bij het inladen. ‘De kans dat een traumatische reanimatie slaagt, is nihil’, repeteert het in mijn hoofd. Dat kan wel wezen, maar we gaan niet rijden voordat die buis in zijn luchtpijp zit. In de veilige omgeving van die operatiekamer tijdens mijn stage anesthesiologie al een dingetje, maar een peulenschil vergeleken bij dit stoffige, hete en chaotische oorlogstafereel. ‘De kans dat een traumatische reanimatie slaagt is nihil’: deze woorden van de anesthesioloog dreunen maar door mijn hoofd. En toch wil het niet opgeven. Ik geef de ziekenauto pas het vertreksein als ik met veel moeite de buis heb geplaatst.

L3          Vallen kun je op veel manieren. Vallen onder een verleiding. Vallen onder het verpletterend gewicht van een boodschap van slecht nieuws: een ongeneeslijke ziekte heeft zich geopenbaard, je vrouw is er met je beste vriend vandoor, je zoon heeft zijn studie opgegeven, je dochter is opgenomen in de psychiatrie.
De vrouwelijke arts uit het bovenstaande verhaal valt onder de idealen die ze tijdens haar opleiding heeft meegekregen, de artseneed die vraagt dat ze tot het uiterste haar best moet doen voor een patiënt. Ze weet het, deze militair wil ze niet opgeven. Tot het laatst toe, tegen beter weten in, blijft ze hoop houden. Omdat ze niet anders kan. Omdat opgeven betekent hem aan de dood verliezen. Stoppen is geen optie ook al weet ze wel dat het niet meer kan. De grens is bereikt, maar wat is ze bang voor wat er achter die grens zit...

Vierde Statie: Jezus ontmoet zijn moeder

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Uit de evangelische verhalen wordt duidelijk dat Maria, je moeder, je heeft gevolgd op je tocht door Palestina. Ze was erbij toen je de Goede Boodschap verkondigde van een God die als een Vader voor de mens is. En ook nu volgt ze je, staat ze tussen het joelende publiek. Met een gebroken hart blijft ze bij je op je laatste gang, op weg naar je einde. Ze loopt niet weg voor je keuzes. Ze wil bij je blijven, ook al breekt het haar hart. Jij kunt niet anders dan je weg te gaan tot het einde toe.
En zij kan ook niet anders dan met je mee lopen. Tot het einde toe. Met een bloedend hart.

L2          Vorig jaar is mijn oudste zoon met leeftijdsontslag gegaan uit het Korps Mariniers. Ik heb nog een zoon bij defensie, hij zit bij de landmacht. Hij gaat voorlopig nog niet met ontslag. Hij heeft voor een nieuwe regeling gekozen, waardoor hij nog een paar jaar langer mag dienen. Ik ben blij voor hem, hij is een echte militair die geniet van zijn werk. Maar wat schrok ik toen hij het vertelde. Mijn oudste zoon is zeven keer op uitzending geweest. En deze vijf keer. Twaalf keer heb ik dus een zoon in een oorlogsgebied gehad. Cambodja, Bosnië, Afghanistan, Somalië. Ik had nog nooit van deze landen gehoord en nu staan ze op mijn netvlies gebrand. Het zijn namen die me nog altijd doen huiveren.
Mijn zonen weten het niet hoor, maar wat ben ik bang geweest, al die twaalf keren. Wat heb ik een hoop kaarsjes gebrand bij het Mariabeeld in de kerk. ‘Ik heb de oorlog als jong meisje overleefd, neem nu alsjeblieft niet mijn zonen van me af’. Tegen mijn zoon heb ik maar gezegd dat ik trots op hem ben en dat ik blij ben dat hij langer kan blijven. En dat ik hem altijd zal steunen. Maar diep in mijn hart……..[1]


L3          Altijd zijn het de moeders die achterblijven. Ze hebben het leven gegeven, met liefde gevoed, de eerste wankele stapjes begeleid, getroost als er gevallen werd, wakker gelegen bij de eerste avond uit. Onvoorwaardelijke liefde. En de zorg die blijft. Tot het einde toe.

Vijfde Statie: Simon van Cyrene helpt Jezus zijn kruis te dragen

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Toen ze hem wegvoerden, hielden ze een zekere Simon uit Cyrene aan, die van zijn akker kwam; hem lieten ze het kruis achter Jezus aan dragen.
             
Er daagt hulp op, uit een onverwachte hoek. Een boer, die van zijn land komt, moet van de soldaten je kruis helpen dragen. Je aanvaardt het, bent blij met de krachtige schouders die je last van je overnemen. Maar hoeveel liever was het je geweest, als iemand spontaan naar voren was gekomen om je te helpen. Toch kijk je hem dankbaar aan. Voor hem is het ook niet leuk, samen met jou deze vernedering te moeten ondergaan, ook al mag hij het kruis straks wegleggen.

L2          Hagen, de Duitse industriestad waar ik als dwangarbeider was tewerkgesteld, werd geregeld gebombardeerd door de geallieerden. Aan het einde van de oorlog lieten de Amerikanen een bommentapijt vallen. In één keer werd een heel stuk van de stad opgeblazen. Het is een wonder dat ik er levend ben uitgekomen.
Stel je zo’n straat voor als de Kalverstraat in Amsterdam, met aan weerskanten huizen van drie, vier, vijf verdiepingen hoog. En alles is vuur, grote tongen likken omhoog, je voelt die hitte, en die enorme zuiging, een vuurstorm. En daaruit moet je zien weg te komen. Er kwam iemand naast me lopen die me de weg wees, dat is het wonderlijke. We hebben niet met elkaar gepraat, ik heb die persoon nooit meer gezien, maar hij wees me de weg uit de vuurstorm. Misschien heb ik het me allemaal maar verbeeld, ik weet het niet. Nee, ik ben er wel zeker van, er was iemand die me de weg wees, alleen was ik er nooit uitgekomen.

L3          Op het moment dat je geen uitweg ziet, het niet meer alleen kan, daagt er hulp. Soms uit onverwachte hoek. Iemand die je de weg wijst uit de vuurstorm. Iemand die je weer op het spoor zet. Je last helpt dragen. Deze ‘reddende engelen’ kunnen we overal om ons heen zien. Militairen, oplettende burgers, mantelzorgers… Mensen die niet aan de kant blijven staan kijken. Maar een stap naar voren doen. 

Zesde Statie: Veronica droogt het gezicht van Jezus af

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Voorwaar ik zeg u: “Al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders hebt gij voor mij gedaan”. De naam van Veronica zoeken we tevergeefs in het evangelie, maar de traditie heeft haar op je laatste weg geplaatst.
Tussen alle haat en het geschreeuw van de omstanders, bood ze je even ondersteuning. Ze wiste het zweet en bloed van je gezicht. Even menselijk contact, een aanraking. Op de onmenselijke weg van het lijden gaf ze je je leven terug. Was je even toevertrouwd aan de zorg van haar handen. Maar hoe moeilijk moet het voor Veronica zijn geweest, alleen maar je gezicht te kunnen afvegen. Ze had zoveel meer willen doen om je leed te verzachten.

L2          In het mortuarium in Kandahar werd het lichaam van een Amerikaanse militair binnengebracht. Hij had bij een vuurgevecht met de Taliban een kogel in het hoofd gekregen. Zijn gezicht was onbeschadigd maar de achterkant van zijn hoofd was helemaal weg. Toen we hem op de tafel hebben gelegd zat ik onder bloed en vocht. Terug in Nederland heeft het beeld me nooit meer los gelaten. Een paar jaar later heb ik zijn weduwe in Amerika op kunnen zoeken. Daar in haar huisje, vol met herinneringen aan haar man heb ik haar verteld hoe smerig ik me heb gevoeld door het bloed van haar partner. Over hoe ik me maar bleef wassen en dat het me maar niet lukte het eraf te  wassen. Ik was belast met het bloed van haar levenspartner en dus stond ik hier.
‘If you don’t want it give it to me. I want his blood’. Wat moest ik doen, wat voelde ik me onhandig. Het had iets onnozels zoals we daar stonden. Ik legde mijn handen in die van haar. ‘Take it’, zei ik maar, omdat ik niets beters wist te verzinnen.
Ze wreef met allebei haar handen over die van mij en het kippenvel trok door mijn lijf. We huilden. Meer kan ik er niet van maken.[2]

L3          Soms is het niet genoeg. Soms zou je zo veel meer willen doen. Zou je de tijd terug willen draaien. Het verdriet over willen nemen, het op je eigen schouders willen laden. En als dat niet kan, je het lijden niet echt kunt oplossen, is er de verleiding je hoofd af te wenden. Dan maar weer te gaan: je kunt immers toch niks doen. Maar hoe belangrijk is het om niets meer te doen dan er maar gewoon te zijn. En schutterend en aarzelend de ander bij de hand te nemen. Je zorgzame hand uitsteken zodat iemand zich even gedragen kan voelen.

Zevende Statie: Jezus valt voor de tweede maal

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Ondanks de hulp van Simon, val je weer. De soldaten schoppen je vloekend overeind. Je moet doorgaan, want zij willen op tijd klaar zijn met hun taak, zodat ze kunnen genieten van een welverdiende rust na gedane arbeid.

L2          De woorden van de vrouw van een Indië veteraan: “Ik zou verdrietig moeten zijn dat mijn man dement aan het worden is. En dat ben ik ook wel, natuurlijk. Maar aan de andere kant zie ik ook dat er zoveel herinneringen bij hem aan het wegvallen zijn.
Herinneringen waar hij zo onder geleden heeft. Weet u, de laatste maanden heeft hij geen nachtmerries meer gehad. We zijn begin jaren ‘50 met elkaar getrouwd. En ik kan niet voor de geest halen dat hij ooit één rustige nacht heeft gehad. Hij kon zo geplaagd worden in zijn slaap door de beelden uit Indië. Hij kon zo in paniek zijn door zijn dromen, zo letterlijk om zich heen slaan, dat ik vaak maar niets anders wist dan maar op hem te gaan liggen om hem te bedaren. Hij is dement aan het worden. En ja dat is verdrietig. Maar wat geniet ik dat ik nu eindelijk in de nacht gewoon tegen hem aan kan liggen.”

L3          Veel veteranen verlangen naar rust in hun hoofd en kalmte in hun lijf. Dingen die ze hebben meegemaakt blijven door hun gedachten spoken. Vooral ’s nachts neemt het hen in beslag. Zwetend worden ze wakker, bang om te gaan slapen. Het gevoel van onveiligheid belemmert hen zich te ontspannen en zich over te geven aan een droomloze slaap. Met slaapmedicatie verdoven ze hun lichaam naar een kunstmatige ontspanning, verlamming van de verkrampte en mooie ledematen. Met alcohol wordt de malende … gedachte…stroom … even .. ver… traag .. d.

Achtste Statie: Jezus ontmoet de wenende vrouwen

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Een grote massa mensen volgde hem; er waren vrouwen bij, die om hem rouwden en treurden.
 Jezus draaide zich om en zei tegen hen: “Vrouwen van Jeruzalem, huil niet om mij, huil liever om uzelf en uw kinderen. Want er komen dagen dat men zal zeggen: ‘Gelukkig de onvruchtbaren, de schoot die niet heeft gebaard en de borsten die niet hebben gezoogd.’ Dan zal men zeggen tot de bergen: ‘Val op ons’, en tot de heuvels: ‘Bedek ons.’ Want als ze dit doen met het groene hout, wat moet er dan gebeuren met het dorre?”

L2          De woorden van Majoor Maria Donk, militair gender adviseur vanuit de VN in Libanon: “De VN-resolutie erkent de belangrijke rol van vrouwen bij het voorkomen en oplossen van een conflict, dus daarmee de opbouw van vrede. Lidstaten worden opgeroepen om vrouwen te betrekken bij alle processen rondom conflictpreventie, vredesopbouw en vredeshandhaving. Zij moeten een plaats krijgen aan de onderhandelingstafel. De VN streeft naar 16% vrouwelijke blauwhelmen (dat is nu 4,5%). Als vrouwelijke militairen zijn wij makkelijker benaderbaar voor de lokale vrouwen. De mannen praten met de mannen en wij met de vrouwen. Dan helpt zo’n Nederlands vlaggetje op mijn mouw”. Met de laatste opmerking verwijst majoor Maria Donk naar het positieve contact tussen de UNFIL militairen met de Libanese bevolking.[3]

L3          Vrouwen lopen in een conflict dubbel gevaar. Fysiek minder sterk en kwetsbaar voor seksueel geweld. Wanneer mannen sneuvelen, blijven zij, met de kinderen, achter. Moederziel alleen. Na de rouw om het verlies van hun man komt het verdriet en de zorg om hun kinderen en henzelf.
Maar behalve slachtoffers kunnen vrouwen belangrijk werk doen in conflictsituaties. Gelukkig  is er steeds meer oog voor de zachte krachten van vrouwen in het conflictgebied waar zij een verbindende rol kunnen hebben. Binnen de gemeenschap kunnen zij veel invloed uitoefenen. Daarnaast zijn vrouwen voor militaire operaties een belangrijke bron van informatie. Ook om die reden zijn vrouwen binnen de krijgsmacht onmisbaar.
Hun inzet zien we ook in situaties van wederopbouw. Zoals nu in Syrië waar weinig mannen over zijn die het opbouwwerk kunnen doen. De vrouwen nemen het gereedschap op om hun land weer op te bouwen. Als bouwvakker, elektricien of bakker.

Negende Statie: Jezus valt voor de derde maal

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Je bent aan het eind van je krachten. Alles is uit je geperst. Aan het eind van de steile weg zie je de plek opdoemen, waar ze dadelijk jouw kruis oprichten. Het wordt je zwart voor de ogen en je gaat neer. Nooit meer opstaan, alles vergeten, dat is het enige wat je verlangd. Maar nee, ik heb het aan mijn Vader beloofd, ik sta weer op. Nog 100 meter, het kan, moet lukken.             
Niet voor mezelf, maar voor de mensen, die mijn broeders en zusters zijn.

L2          Bij het sociaal-medisch ochtendoverleg hoor ik dat één van onze soldaten is opgenomen in de role 2. Hij heeft een grote ontstoken steenpuist op zijn achterwerk die chirurgisch behandeld moet worden. Als ik hem opzoek, loop ik door het ziekenzaaltje waar twee locals zijn opgenomen. Ik passeer een jongeman die door een longtop is geschoten. Hij vecht om adem, hij vecht voor zijn leven. Daarnaast ligt een vrouw die net is binnengebracht. Ze is met accuzuur overgoten, haar gezicht lijkt gesmolten. Het is de manier waarop hier ruzie tussen twee vrouwen soms beslecht wordt. Onze soldaat, keurig afgescheiden van de locals, ligt op zijn buik. Ik ben echt begaan met hem. Hij is wat koortsig en heeft duidelijk pijn. Fijn dat ik wat voor hem kan betekenen. Terug in mijn tent word ik overvallen door een plotseling onbehagelijk gevoel. De jongeman met zijn schotwond en de met zuur overgoten vrouw hebben me gewoon niet geraakt. Pas bij de soldaat met zijn steenpuist voelde ik compassie. Daar sta je dan met je prachtige ideeën, dat ieder mens schepsel van God is; dat ieder mens een naaste is. Na vijf maanden in deze uitzending is dat gewoon niet meer waar. Mijn leven is op zijn kop aan het raken. Ik ben mezelf aan het verliezen, tot in mijn diepste vezels![4]

L3          Jezus heeft zijn kruis gedragen voor ons. Zijn lijden kon ons verlossen. Hij is de weg gegaan.
Niet vrijwillig; niet omdat hij het lijden heeft opgezocht. Het kruis zocht hem. En hij heeft zich er niet voor verstopt. Hij deed dit niet voor hemzelf maar voor ons die hij broeders en zuster noemt. Het stelt ons de vraag: ‘Wie noemen wij broeder of zuster?’ Alleen de mensen uit onze eigen familieband, onze kring van buren en vrienden. Of kunnen we ons hart groter maken en mensen toelaten die verder van ons af staan? Nieuwkomers uit andere culturen en landen. Mensen met een ander geloof of politieke voorkeur? Kunnen ook wij voor hen een kruis dragen; iets doen waar we zelf niet beter van worden? Omdat Jezus ons dit heeft voorgedaan. Ik sta op voor mijn broeders. Ik sta voor mijn zusters. Niet voor mezelf maar voor de mensen. Dan staan we daadwerkelijk in het spoor van Jezus. 

Tiende Statie: Jezus wordt van zijn kleren beroofd

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
             

L1          Nadat ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren onder elkaar door er om te dobbelen.
Het Rijk Gods is niet alleen een hemels rijk, maar eentje dat door mensen in het hier en nu verwezenlijkt kan worden. Dat is misschien wel de kern van je boodschap. Door ogenschijnlijk kleine levensregels, zoals ‘de naakten kleden’. En dat nemen ze nu van je af. Naakt laten ze je aan het kruis hangen. Om je kleren wordt gedobbeld. Het Rijk Gods ten einde?

L2          Op 23 juli was Rico op een verkeerd tijdstip op een verkeerde plaats en werd een kogel van een vreselijk domme collega hem noodlottig en het enige wat je dan wilt is zo snel mogelijk naar je zoon, maar dat was op dat moment onmogelijk. Niets is meer zoals het was en zal ook nooit meer zo worden. Het doet vreselijk veel pijn dat je niets voor je kind hebt kunnen doen en dat je er niet voor hem was op het moment dat hij je nodig had. En al heeft hij daar maar slechts 46 dagen zijn werk kunnen doen, ik durf te zeggen dat hij zijn steentje heeft bijgedragen aan een klein stukje vrede op deze aarde. De geur aan de kleding van Rico, toen dit allemaal terug kwam uit Cambodja, ruik ik nog. Vaak heb ik gedacht om naar Cambodja te gaan, omdat ik die geur wil proeven en voelen wat hij gevoeld heeft en naar de plek om te voelen waar zijn hart is gestopt met het leven voor de mariniers.

L3          Kleding lijkt misschien maar een simpel omhulsel, om ons naakte lichaam te bedekken, om ons warm te houden. Maar kleding betekent meer; zeker in het leger. De uitstraling van het uniform verandert iemand; hij wordt van burger militair. Het afnemen van iemands kleding is een ultieme vorm van verlies en staat voor machteloosheid. Iemand zijn identiteit, wie hij is, wordt afgepeld.

Elfde Statie: Jezus wordt aan het kruis genageld

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Er werden ook nog twee misdadigers weggevoerd om samen met hem ter dood te worden gebracht. Toen ze op het zogenaamde Schedelveld kwamen, sloegen ze hem daar aan het kruis, en ook die twee misdadigers, de een rechts en de ander links van hem. Jezus sprak: “Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.”
             
Daar, hangend aan je kruis, volbreng je het onmogelijke: je vergeeft je beulen. Hier wordt onze gewone-mensen-moraal van het gezond verstand en het ‘oog om oog, tand om tand,’ eens en voorgoed gekruisigd. Voortaan kan niemand meer zeggen, dat vergeven niet kan, omdat dit toch echt te erg was. Jij hebt het voorgedaan, we hoeven jou slechts na te volgen door ons kruis op te nemen. Want jouw last is licht en jouw kruis is zacht. Niet voor jou, maar voor ons, als wij in jou geloven. Help ons, Heer!

L2          Op vrijdagochtend, vlak voordat hij de poort van de kazerne binnen zal gaan om de blauwe baret in ontvangst te nemen, overlijdt op het Opleidings- en Trainings Centrum van de Koninklijke Marechaussee een cursist: Kelvin. Na een week in het veld,  lopen de  marechaussees in opleiding achter het trompetterkorps door een erehaag de poort binnen, waarna ze worden gehuldigd. Maar Kelvin zal niet worden gehuldigd. Vlak voor het einde valt hij om. Het lijkt onschuldig, maar Kelvin zal overlijden aan hittestuwing.
              Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Vele onderzoeken later volgt de conclusie van het veiligheidsrapport; defensie aanvaardt aansprakelijkheid. Een schok voor de verantwoordelijke kaderleden: ‘Wordt daarmee de vinger naar hen als schuldigen gewezen?’ Want waar een slachtoffer is, is ook een dader; zo redeneert de marechaussee. De kaderleden hebben het gevoel dat ze worden veroordeeld. Is hun schuldgevoel al een kruis dat ze moeten dragen?
Er volgt een briefing en een groepsgesprek met de betrokken collega’s. Maar de uitleg van de generaal, de arts en de onderzoekscommissie kunnen hun last niet verlichten. Eén marechaussee, ex-leerling, kan het wel; hij neemt het woord om de aanwezigen toe te spreken en zegt:  “Ik heb mezelf ook vaak afgevraagd of ik iets had moeten doen. Kelvin was mijn buddy…! Maar niemand heeft dit kunnen voorkomen. Ook jullie als kader niet. Wij zijn allemaal juist heel dankbaar voor wat jullie ons hebben geleerd. Wat er met Kelvin is gebeurd. Daar kan niemand wat aan doen.”

L3          Als ik zou zeggen dat hier woorden van vergeving worden uitgesproken, zou het weer naar schuld wijzen. Maar ik kan wel zeggen dat hier een last werd verlicht, een kruis werd zacht gemaakt. Eindelijk is er weer toenadering tussen de kaderleden en hun voormalige leerlingen. Er wordt op schouders geslagen en hier en daar een onhandige knuffel. Geen verwijten, geen schuldige. Wel een groep mensen die een kameraad is verloren. Want we wisten het niet. Niemand wist wat er met Kelvin aan de hand was op het moment dat hij in elkaar zakt.


Twaalfde Statie: Jezus sterft aan het kruis

L            Wij aanbidden U en loven U, onze Heer, Jezus Christus
A           Omdat Gij door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1          Vanaf het zesde uur viel er een duisternis over het hele land, tot aan het negende uur toe. Omstreeks het negende uur  riep Jezus met luider stem uit: ‘Eli, Eli, lemach sabaktani’. Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten’. Enkelen uit de omstanders die het hoorden, zeiden:  ‘Hij roept om Elia’. Onmiddellijk daarop ging een van hen een spons halen, drenkte die in zure wijn, stak ze op een rietstok en bood hem te drinken. Maar de anderen zeiden: ‘Laat dat. Wij willen eens zien of Elia hem komt redden’. Jezus slaakte andermaal een luide kreet en gaf de geest.

~ Stilte ~

L2          Sterven hoort net zo bij ieders levensverhaal als geboren worden. Maar wat is die dood in werkelijkheid soms meedogenloos hard. Voor leerlingen van Jezus en zijn moeder, stopte hun leven toen Jezus met een luide kreet de geest gaf.
De dood is de scherprechter in het leven die helaas niet alleen een genadig gezicht heeft. Hij is ook rauw, verterend en laat mensen met lege handen staan. Hij slaat toekomst aan diggelen.


Dertiende Statie: Jezus wordt van het kruis afgenomen

L1          Op afstand stonden daar ook veel vrouwen te kijken. Ze waren Jezus gevolgd uit Galilea en hadden hem onderhouden. Daar waren ook Maria van Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Jozef en de moeder van de zonen van Zebedeus bij. Toen het avond geworden was, kwam een rijk man uit Arimatea, die Jozef heette; ook hij was leerling van Jezus geworden. Hij vervoegde zich bij Pilatus om het lichaam van Jezus te vragen. Pilatus gaf toen bevel het af te staan.

L2          Tijdens een dag voor het thuisfront van uitgezonden militairen van verschillende missies vraag ik de partners en ouders of hun militair wel eens spreekt over de missie. Ik laat hen kiezen van ‘Helemaal nooit’ tot ‘juist tot vervelends toe’. Uit de antwoorden blijkt dat de meeste militairen nauwelijks spreken over de missie; ze houden hun thuisfront op afstand van het werk. Samengevat in de gevleugelde uitspraak: ‘What happens in the army, stays in the army’.
Een vrouw zegt: ‘Ik wil helemaal niet weten waarmee hij zich bezighoudt. Dan zou ik me alleen maar meer zorgen maken’. Een ander vult aan: ‘Als mijn man op uitzending is, kijk ik zelfs geen nieuws’. Deze vrouwen houden zelf afstand van de missie om het voor henzelf draaglijker te maken. Een derde vrouw zegt dat haar partner wel spreekt over de missie, die hem zo heeft veranderd. Maar, vult zij aan, ik ken hem ook pas een paar jaar. Met zijn vorige vrouw sprak hij ook niet. Blijkbaar is ook hier de afstand in tijd nodig om het gesprek te voeren.
Een vierde partner legt uit hoe zij zelf als militair zwijgzaam was, maar nu van haar militaire partner wel meer openheid verlangt. Als militair weet zij hoe zij haar vriendin moet benaderen.

L3          Vaak wordt gesproken over de missie thuis. Militairen realiseren zich zelf ook dat zij niet de enige zijn die een zware missie hebben te voltooien, dat geldt ook voor het thuisfront. Moeders die alleen de zorg moeten dragen voor slapeloze baby’s of onwillige pubers die met een van de ouders van huis willen profiteren van meer vrijheid. Niet altijd heeft de werkgever of de omgeving aandacht voor de situatie van het thuisfront van de uitgezonden militair. En dan zijn er nog de zorgen over hoe het met de militair gaat. Komt hij of zij wel veilig en gezond weer thuis? De missie is voor het thuisfront soms moeilijk in te schatten. Zij verblijven letterlijk op afstand. Maar soms houdt de militair ze ook op afstand door weinig te vertellen over het werk, de spanning of de verveling.
Wordt het daarmee makkelijker of moeilijker voor de militair en zijn thuisfront…?
Afstand houden en nabij zijn. Openheid bieden maar niet opdringerig zijn. Samenleven met een, soms beschadigde veteraan, vraagt veel van het thuisfront.


Veertiende Statie: Jezus wordt in het graf gelegd
V. wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.
 Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost
L1          Ook Nicodemus, die indertijd ’s nachts naar Jezus toe was gekomen, was daar en had een mengsel meegebracht van mirre en aloë, ongeveer honderd litra’s. Ze bonden het lichaam van Jezus in linnen doeken, samen met de kruiden, zoals gebruikelijk is bij een Joodse begrafenis. Op de plaats waar hij gekruisigd was lag een tuin, en in die tuin een nieuw graf, waarin nog nooit iemand was bijgezet. Omdat het Joodse voorbereidingsdag was en het graf dichtbij lag, legden ze Jezus daarin neer.
L2          Mijn man was erstig ziek. Een slopende ziekte, zo heet dat dat dan. Van de trotse man in uniform bleef maar weinig over. Ik vond het zo erg voor hem dat hij zo veel afviel. In het begin viel dat nog niet eens zo op. Zijn buikje verdween, hij paste weer in zijn oude uniform! Maar later zou hij er wel twee keer in hebben gepast. uiterlijk was hij nog maar een schim van de man die was geweest. Gelukkig kon meestal de pijn wel goed bestreden worden. En hebben we veel met elkaar kunnen praten. Het is een tijd waar ik nog steeds met veel liefde aan terug kan denken. We hebben ook heel bewust samen de uitvaart voorbereid. We hebben alles samen doorgesproken, de teksten uitgekozen, met de aalmoezenier van zijn onderdeel gesproken. En we hebben de liederen uitgezocht: liedjes waar we samen gek op waren. ‘Dancing queen’ van Abba, die op de radio was toen we elkaar voor het eerste gezoend hebben. Bijzonder hè, dat je dat nog kunt herinneren. We hebben het die laatste maanden weer vaak gedraaid. De uitvaart is uiteindelijk een hele bijzondere dag geworden.
Intens verdrietig maar het was ook een feest om nog even heel dichtbij hem te zijn geweest. En onder ‘Dancing Queen’ wist ik niet meer of ik moest huilen of glimlachen….
L3          ‘Aan ons eind en nieuw beginnen’. Deze mooie zin komt voor in een lied van Huub Oosterhuis. Diep in ons geloof staat dit vertrouwen ge-etst: de dood heeft niet het laatste woord. In de diepte van hun rouw doen de leerling alles om hun Jezus, op zo verbijsterende wijze terechtgesteld, een passende rustplaats te geven. Overspoeld door verdriet geeft aan elk gebaar een ongekende tederheid. Zo doen wij dat nog, met onze geliefden. Hen een passende rustplaats geven. En wij… we huilen en lachen… soms tegelijkertijd. ‘Aan ons eind en nieuw beginnen’.



Vijftiende statie: De vrouwen waken bij het graf                 
(alleen kleine kruisweg)

L1.
         Wij aanbidden en loven U, Heer Jezus Christus,
A.          Omdat U door uw heilig kruis de wereld hebt verlost

L1.        
Na de sensatie rond de veroordeling en de kruisiging van Jezus, na zijn overlijden en de daaropvolgende kruisafname en graflegging, is het stil geworden. Op de sabbat neemt iedereen de voorgeschreven rust in acht. Het Evangelie schrijft niets over wat er op deze Stille Zaterdag gebeurde. Het lijkt wel, of de tijd is stilgezet. Huiverend voor het mysterie van de dood, blijven de levenden treurend achter. Maar de vrouwen, die hem vanuit Jeruzalem gevolgd zijn, waken en wachten.              
Hun liefde en verlangen gaan met hun geliefde Jezus mee, tot in zijn afdaling in de onderwereld. Van de weg terug, die hen naar boven en naar het leven voert, hebben zij nog geen weet. Hemel en aarde houden de adem in, alles slaapt, alles wacht.

L2          Ik heb een goede en lieve vriendin. Maar soms is ze een beetje traag of onoplettend. Wanneer we vroeger afspraken, zat ik soms wel een half uur of meer op haar te wachten. Zou ze komen? En wanneer dan? Zou ze me misschien vergeten zijn? Ik kon me opgelaten voelen wanneer ik dan alleen in bijvoorbeeld een cafeetje om me heen zat te kijken. Iedereen zag dat ik wachtte op iemand die niet kwam opdagen. Voor mijn gevoel duurde dat wachten dan uren. ‘Zal ik maar weer naar huis’ gaan dacht ik dan boos en teleurgesteld. Maar ze kwam altijd! Gul lachend kreeg ik dan een kus en een knuffel en dan was ik de irritatie van het wachten weer meteen vergeten. En had haar het te laat komen voor de 100e keer al weer vergeven. Nu is het wachten heel anders; ik kan haar bellen waar ze is, appen hoe laat ze komt en meestal stuurt ze me dan een foto dat ze onderweg is. Een selfie met getuite lippen als voorschot op de zoen die ik krijg. Daar heb ik er nu al heel wat van. Het is ook zo een lieve vriendin.

L3          Stille Zaterdag is de dag van het ultieme wachten. Wachten op wat komen gaat. Gaat er wat gebeuren, of niet en wanneer dan…? Wij weten dat Stille Zaterdag de dag voor Pasen is. Het wachten wordt beloond. Maar de vrouwen die bij het graf van Jezus waakten, wisten dat niet.
Zij wisten alleen dat de sabbat een rustdag is, dus zij moesten wachten hoe dan ook. Ik stel me voor dat deze vrouwen op hun handen moesten zitten. Zij wilden naar het graf om het lichaam van Jezus te verzorgen. Maar de sabbat schreef rust voor, dus wachtte zij af. Soms is het goed om ergens een dagje rust voor in te bouwen. Iets even te laten betijen. Niet meteen te reageren of in actie te komen. Maar wij laten ons deze rust nog maar nauwelijks voorschrijven. Internet en de mobiele telefoon bieden weinig gelegenheid nog echt te wachten, geduld te oefenen, elkaar aan te kijken in de bus of eens een praatje te maken met een mede-wachtende. We gijzelen elkaar in eindeloze groepsapps waarin snelle en gevatte reacties worden verwacht. We willen Foto’s delen die laten zien dat we een groots en meeslepend leven hebben. We staan en zijn nog maar weinig stil.
De vrouwen doen ons dit voor: wachten, waken en te verlangen. Net als mijn vriendin. Want laten we niet vergeten dat je tijdens wachten, waken en verlangen getuigen kunt zijn van grootse gebeurtenissen, je eigen gedachten of andere verrassingen.


Vijftiende/ zestiende statie: Christus is verrezen!
(Grote kruisweg vijftiende statie, kleine kruisweg zestiende statie.)
V.  Christus is verrezen, halleluja!
A. Laten wij de Heer danken en prijzen, halleluja!
L1          Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala, Maria van Jakobus, en Salome kruiden om hem te gaan zalven. In alle vroegte op de eerste dag van de week gingen ze na zonsopgang naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: “Wie zal voor ons de steen bij de ingang van het graf wegrollen?” Toen ze opkeken, zagen ze dat de steen weggerold was; hij was overigens buitengewoon groot. Toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een jongeman zitten met een wit kleed om, en ze schrokken hevig. Maar hij zei hun: “Schrik niet. U zoekt Jezus van Nazaret, die gekruisigd is. Hij is tot leven gewekt, hij is niet hier. Kijk, hier is de plaats waar ze hem neergelegd hebben. Maar ga aan zijn leerlingen en aan Petrus zeggen: “Hij gaat u voor naar Galilea. Daar zult u hem zien, zoals hij gezegd heeft.” [Marc. 16, 1-7]
L2          Het wonder van de verrijzenis van Jezus Christus uit de dood is de kern van ons geloof. Hoe mooi dit op het eerste gezicht ook klinkt: Opstaan uit de dood en weer leven. Zo moeilijk is het als je er wat langer bij stilstaat zoals wij nu hier doen bij deze statie. De gedachte wringt wel bij mij. Want voor sommigen klinkt juist de dood als een verlossing en is juist het leven het kruis dat we moeten dragen, met alle dieptepunten en pijnmomenten die daarbij komen. We hebben daar net allerlei voorbeelden van gehoord. In ons eigen leven kunnen we die moeilijke momenten misschien ook wel zonder moeite herkennen. Het geloof in de opstanding uit de dood is echter radicaal. Hoe donker onze ervaringen in het leven ook zijn, uiteindelijk is er altijd het licht van de verrijzenis. Je zult weer rechtop staan. Het geloof spoort ons ook aan om in onze eigen levens na te gaan waar het licht wél scheen. Wie is de Simon van Cyrene in jouw leven die je plots te hulp schoot? Wie zorgde er voor jou toen je het steeds weer niet zag zitten? Wie rechtte jouw rug? Hoe donker de kruisweg voor Jezus ook was, hij had een taak te volbrengen op aarde. Daarbij kreeg Hij de hulp die Hij nodig had. Is dat in ons leven niet ook zo? Moeder Theresa zei eens in haar leven: “Ik weet dat God me niet meer te dragen geeft dan ik aankan, ik wou alleen dat Hij niet zoveel vertrouwen in me had…”
Laten we samen bidden om kracht van God en hulp van elkaar om in ons eigen leven de verrijzenis te herkennen en om voor elkaar ook een teken te mogen zijn van bevrijding en verlossing. Dat we er voor elkaar mogen zijn. Amen.

Zeventiende statie: Op weg naar Emmaus

(Alleen kleine kruisweg)

Het is bijzonder dat de kleine Kruisweg van Lourdes het Emmausverhaal heeft toegevoegd als laatste statie in het lijdensverhaal van Jezus. Maar als je er over nadenkt, maakt deze statie het verhaal pas compleet. Omdat het verhaal niet ophoudt met de opstanding van Jezus maar pas begint! De blijde boodschap gaat leven wanneer wij haar de wereld inzenden.
Bijvoorbeeld zoals wij hier vandaag elkaar het verhaal vertellen en er bij meeleven tijdens deze kruisweg. Waarbij we tegelijkertijd hebben meegeleefd met de lasten die militairen, veteranen en hun thuisfront soms levenslang moeten dragen.
Jezus heeft ons het ultieme lijden voorgeleefd, dit kan ons tot steun en troost zijn omdat ieders leven lijden kent. Wij hebben allemaal te maken met tegenslag, verlies, ziekte of verdriet. Dit kan zwaar zijn, maar we geloven dat we het niet alleen hoeven dragen. Ook daarvoor zijn we in Lourdes, om ons te laven aan het heilzame water van Jezus’ moeder Maria.
Gesterkt door het besef in het spoor van Jezus te staan, gaan wij door op onze eigen weg. Terwijl we breken en delen van het levend brood dat Jezus zelf is geworden, proviand voor onderweg, het teken dat Jezus leeft.
Levend brood en levend water op ons pad naar de vrede.



[1] Anne Doldersum, In de voetsporen van Rico. Het dagboek van een moeder over het verlies van haar zoon, 2013  

[2] Frans Kurstjens, Mijn groene pak. Een boek over moral injury. Dato, 2018.

[3] Interview met Maria, gender adviseur in Al Naqoura Zuid-Libanon. In: Dubbel vier, jaargang 20 nr. 1 - 2019

[4] Uit het dagboek van een geestelijk verzorger


Mis in de Saint Joseph

‘Ik en de Vader zijn één’

Zaterdag 18 mei 2019
Voor de viering speelt het koperkwintet van de ‘Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers’.

OPENINGSLIED:      De vreugde voert ons naar dit huis



Dit huis van hout en steen, dat lang,
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt,
van wie zijn voorgegaan.
 
Zal dit een huis, een plaats zijn waar,
de hemel open gaat,
waar Gij ons met Uw eng’len troost,
waar Gij U vinden laat.
 
Onthul ons dan Uw aangezicht,
Uw naam, die met ons gaat
en heilig ons hier met Uw licht,
Uw voorbedachte raad.
 

Dit huis slijt met ons aan de tijd,
maar blijven zal de kracht,
die wie hier schuilen verder leidt,
tot alles is volbracht.

BEGROETING

V:        In de Naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.
A:        Amen.
V:        Vrede zij u.
A:        En met uw Geest.

SCHULDBELIJDENIS

V:        Broeders en zusters, belijden wij onze zonden, bekeren wij ons tot God om de heilige Eucharistie goed te kunnen vieren.

V:        Heer, die de rouwmoedigen troost, ontferm U over ons.
A:        Heer, ontferm U over ons.
V:        Christus, die gekomen zijt voor de zondaars,
            ontferm U over ons.
A:        Christus, ontferm U over ons.
V:        Heer, die onze voorspreker zijt aan de rechterhand van de Vader, ontferm U over ons.
A:        Heer, ontferm U over ons.

V:        Moge de almachtige God zich over ons ontfermen, onze zonden vergeven en ons geleiden tot het eeuwige leven.
A:        Amen.

LIED   Kyrie eleison


GEBED

Almachtige eeuwige God, breng voortdurend het paasmysterie in ons tot voltooiing. Door het doopsel hebt Gij ons willen vernieuwen; laat ons onder uw bescherming vele vruchten voortbrengen en tot de vreugde komen van het eeuwig leven. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U en de heilige Geest, leeft in de eeuwen der eeuwen. Amen.
EERSTE LEZING      Hand. 13, 44-52
De volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om naar het woord van God te luisteren. Bij het zien van die grote menigte werden de Joden zeer afgunstig en beantwoordden de uiteenzetting van Paulus met beschimpingen. Toen verklaarden Paulus en Barnabas in alle vrijmoedigheid: Tot u moest wel het eerst het woord van God gesproken worden, maar omdat gij het afwijst en uzelf het eeuwige leven niet waardig keurt, daarom richten wij ons voortaan tot de heidenen. Want aldus luidt de opdracht van de Heer tot ons: Ik heb u geplaatst als een licht voor de heidenen, opdat gij tot redding zou strekken tot aan het uiteinde van de aarde. Toen de heidenen dit hoorden, waren zij verheugd en verheerlijkten het woord van God, en allen die tot het eeuwig leven waren voorbestemd, namen het geloof aan. Het woord des Heren verbreidde zich door heel die streek, maar de Joden hitsten de godvrezende vrouwen op die uit de toonaangevende kringen kwamen en ook de voornaamste burgers uit de stad; zij veroorzaakten een vervolging tegen Paulus en Barnabas en verjoegen hen uit hun gebied. Dezen schudden het stof van hun voeten, ten teken dat zij met hen gebroken hadden en gingen naar Ikonium. De leerlingen echter waren vervuld van vreugde en van de heilige Geest.


LIED
   Psalm 67 (Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer)

Refr.:   Heel de aarde jubelt en juicht voor de Heer, alleluia,
            alleluia.

Ja, heel de aarde moet God wel prijzen,
loven zijn machtig beleid,
omdat Hij steeds op wondere wijze
alles bestuurt in gerechtigheid. refr.

Ja, God is goed, schenkt ons zijn zegen;
toont ons zijn aanschijn van licht.
Hij gaat ons voor op alle wegen,
heeft uit de zonde ons opgericht. refr.

Hij is de God, die ons verblijdde,
die onze nood heeft verstaan;
die ons een hemels Paasmaal bereidde
en zonder vrees door de wereld laat gaan. refr.

Laat alle volken uw almacht vrezen,
aller lof zij U gewijd,
laat, Heer, uw naam bezongen wezen
in aller eeuwen eeuwigheid. refr.

Allen gaan staan
EVANGELIE             
Joh. 14, 7-14
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: Als gij Mij zoudt kennen, zoudt gij ook mijn Vader kennen. Nu reeds kent gij Hem en ziet gij Hem.” Hierop zei Filippus: “Heer, toon ons de Vader; dat is ons genoeg.”  En Jezus weer: “Ik ben al zo lang bij u en gij kent Mij nog niet, Filippus? Wie Mij ziet, ziet de Vader. Hoe kunt ge dan zeggen: Toon ons de Vader?
Gelooft ge niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik u zeg, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar het is de Vader die, blijvend in Mij, zijn werk verricht. Gelooft Mij: Ik ben in de Vader en de Vader is in Mij. Of gelooft het anders omwille van de werken. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie in Mij gelooft, zal ook zelf de werken doen die Ik doe. Ja, grotere dan die zal hij doen, omdat Ik naar de Vader ga. En wat gij ook zult vragen in mijn Naam, Ik zal het doen, opdat de Vader moge verheerlijkt worden in de Zoon. Als gij Mij iets zult vragen in mijn Naam, zal Ik het doen.

HOMILIE

VORMSEL

Geloofsbelijdenis

Ik geloof in God de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvan­gen is van de Heilige Geest, gebo­ren uit de maagd Maria, die geleden heeft onder Pontius Pila­tus, is gekruisigd, gestorven en begra­ven, die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden, die opgestegen is ten hemel, zit aan de rechter­hand van God de almachtige Vader, van daar zal Hij komen oordelen, de leven­den en de doden. Ik geloof in de heili­ge katholieke kerk, de gemeenschap van de heiligen, de verge­ving van de zonden, de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven. Amen.

Handoplegging

Voorganger:
Laat ons bidden, dat onze God en Vader de Heilige Geest uitstort  over hen die door het doopsel tot het ware leven zijn herboren en zijn kinderen zijn geworden.

Moge deze Geest hen bevestigen
door zijn rijke gaven
en zalven tot gelijkvormigheid
met Jezus Christus, de Zoon van God.

De voorganger strekt de handen uit.

Almachtige God,
Vader van onze Heer Jezus Christus,
Gij hebt uw dienaar herboren doen worden
uit het water en de Heilige Geest
en bevrijd uit de macht van de zonde.
Wij bidden U:

zend over hem de Heilige Geest, de Trooster,
schenk hem de geest van wijsheid en verstand.

Allen:   Amen.

de geest van inzicht en sterkte.

Allen:   Amen.

de geest van kennis,
van ontzag en liefde voor uw Naam.
Door Christus onze Heer.

Allen:   Amen.

Zalving met het chrisma

VOORBEDEN

COLLECTE

Tijdens de collecte speelt het koperkwintet van de ‘Regiments Fanfare Garde Grenadiers en Jagers’. De collecte is voor het heiligdom.

GEBED OVER DE GAVEN

Heer, wij bidden U: heilig in uw goedheid deze gaven, aanvaard ze als een geestelijk offer en maak ons tot een blijvende offergave voor U. Door Christus onze Heer. Amen.

Allen gaan staan

PREFATIE

V:        De Heer zij met u.
Allen:  En met uw geest.
V:        Verheft uw hart.
Allen:  Wij zijn met ons hart bij de Heer.
V:        Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Allen:  Hij is onze dankbaarheid waardig.

Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doe aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal door Jezus Christus onze Heer.
Die met ons onbestendig lot begaan, is vlees geworden, geboren uit de maagd; die, aan het kruis gestorven, ons gered heeft van de dood die eeuwig duren zou; die opgestaan voorgoed, ons doet voortleven tot in eeuwigheid. Daarom, met alle engelen, machten en krachten, met allen die staan voor uw troon, loven en aanbidden wij U en zingen U toe met de woorden:

LIED: Sanctus


EUCHARISTISCH GEBED

God onze Vader, wij danken U met heel ons hart, want Gij hebt ons tot leven geroepen, Gij hebt ons bestemd voor het geluk in Jezus, uw Zoon, onze Heer.

In Hem zien wij uw goedheid en uw wil om ons allen te redden. Hij is het verlossende woord, uw helpende hand. Nooit willen wij vergeten hoe Hij een werd met ons in lijden en dood. Onze last maakte Hij tot de zijne, zijn trouw werd de onze. Blijvend zijn wij U dank verschuldigd om Hem.

God onze Vader, wij vragen U: zend over dit brood en deze wijn de kracht van uw heilige Geest; dat zij voor ons het Lichaam en Bloed worden van uw veelgeliefde Zoon, Jezus Christus.

Toen het paasfeest op handen was kwam zijn uur. Hij had de zijnen in de wereld bemind; nu gaf Hij hun een bewijs van zijn liefde tot het uiterste toe. In het bewust zijn dat Hij van U was uitgegaan en naar U terugkeerde heeft Hij het brood in zijn handen genomen, en zijn ogen opgeslagen naar U, God, zijn almachtige Vader, de zegen uitgesproken, het brood gebroken en aan zijn leerlingen gegeven met de woorden: Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn Lichaam, dat voor u gegeven wordt.

Zo nam Hij ook, toen zij gegeten hadden, de beker in zijn handen, Hij sprak de zegen en het dankgebed, reikte hem over aan zijn leerlingen en zei: Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken. Verkondigen wij het mysterie van het geloof.

Allen:  Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.

Trouw aan dit woord, Vader, gedenken wij Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer: zijn overgave in lijden en dood, de overwinning van zijn verrijzenis en de glorie van zijn hemelvaart; wij bieden U deze gaven aan, het levende brood en de heilzame beker, terwijl wij vol vertrouwen uitzien naar zijn komst in heerlijkheid.

Zend nu, Vader, de trooster en helper in ons midden, uw heilige Geest. Wek de gezindheid van Jezus Christus in ons hart. Sterk ons vertrouwen, verruim onze liefde. Raak ons met het vuur van uw Geest en breng ons elkaar nabij.

Vrijmoedig in deze Geest bidden wij U, Vader, voor uw heilige kerk. Bescherm haar en leid haar; geef haar vrede en eenheid over de hele wereld. Geef wijsheid en kracht aan paus Franciscus, aan de bisschop van Lourdes Nicolas en aan allen die Gij als herders in uw kerk hebt aangesteld.

Gedenk in uw goedheid ook degenen die een bijzondere plaats innemen in ons hart en vergeet niet hen, die door de dood van ons zijn heengegaan.

Samen met heel uw volk, met de maagd Maria, de moeder van de Heer, met de heilige Jozef, haar bruidegom, met de apostelen, martelaren, de heilige Bernadette en al uw heiligen; samen ook met allen ter wereld die op U hun vertrouwen hebben gesteld, vragen wij om uw barmhartigheid, erkennen wij uw grootheid en brengen wij U onze dank door Jezus, uw Zoon, onze Heer.


Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen.

ONZE VADER

V.:       Aangespoord door een gebod van de Heer en door zijn
            goddelijk woord onderricht durven wij zeggen:

A.:       Onze Vader, die in de hemel zijt;
Uw naam worde geheiligd; Uw rijk kome;
Uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven     aan onze schuldenaren
en breng ons niet in beproeving
maar verlos ons van het kwade.


V.:       Verlos ons Heer van alle kwaad, geef genadig vrede in
onze dagen, dat wij gesteund door uw barmhartigheid, altijd vrij mogen zijn van zonde
en beveiligd tegen alle angst en onrust,
terwijl wij uitzien naar de zalige vervulling van onze hoop, de komst van onze Verlosser Jezus Christus.

A.:       Want van U is het koninkrijk en de kracht en de
heerlijkheid in eeuwigheid.

GEBED OM VREDE

V:        Heer Jezus Christus, Gij hebt aan Uw apostelen
            gezegd: “Vrede laat ik u, mijn vrede geef ik u”.
            Let niet op onze zonden, maar op het geloof van
            uw kerk. Vervul uw belofte; geef vrede in uw
            Naam en maak ons één, Gij die leeft in eeuwigheid.
V:        De vrede des Heren zij altijd met U.
Allen:              En met uw geest.
Diaken:           Wenst elkaar de vrede

LIED:  Agnus Dei

UITNODIGING TOT DE COMMUNIE

V:        Zalig zij, die genodigd zijn aan de maaltijd
            van de Heer. Zie, dit is het Lam Gods,
            dat wegneemt de zonden der wereld.

Allen: Heer, ik ben niet waardig dat Gij tot mij komt,
            maar spreek en ik zal gezond worden.

COMMUNIE

LIED   Wij groeten U o Koningin

Wij groeten u, o Koningin, o Maria,
U moeder vol van teed’re min, o Maria:

Refrein:           Groet haar, o Cherubijn, prijs haar, o Serafijn,
                        Prijst met ons uw Koningin:
                        Salve, salve, salve Regina.

O moeder van barmhartigheid, o Maria,
En troost in alle bitterheid, o Maria.

Ons leven, zoetheid, hoop en vreugd, o Maria.
Leid Gij ons op de weg der deugd, o Maria.



SLOTGEBED

Heer, wij hebben uw heilige gaven ontvangen.
Nederig vragen wij U: moge deze gedachtenisviering van uw Zoon, in gehoorzaamheid aan zijn opdracht, de liefde in ons versterken.
Door Christus onze Heer. Amen.

MEDEDELINGEN

LIED
:   Lied van de wegzending          

Refrein:
Wij hebben voor u gebeden dat uw geloof niet bezwijkt.
En gij op uw beurt, tot inkeer gekomen,
versterk uw broeders, versterk uw zusters.
Wij hebben voor u gebeden dat uw geloof niet bezwijkt.

Gaat uit over alle landen - tot zover als de wereld reikt.
Verkondigt het Evangelie
dat het alles wat leeft bereikt.           Refrein.

En zegt: wie in Hem geloven - zijn gered voor het Koninkrijk.
De wonderen, blijde tekens
zijn dan binnen uw handbereik.       Refrein.

Verdrijf in Zijn Naam de duivels
dat het kwaad uit de wereld wijkt.
Legt handen op aan wie lijden,
dat het heil tot de hemel reikt.          Refrein.


ZENDING EN ZEGEN



WILHELMUS


Wilhelmus van Nassouwe,
ben ik van Duitsen bloed.
Den Vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een prinse van Oranje
ben ik vrij onverveerd,
Den koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zo wil ik bouwen
verlaat mij nimmermeer!
Dat ik toch vroom mag blijven
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.