Moederlief….

In de Evangeliën komt de moeder van de Heer maar zelden voor, afgezien van het Kerstverhaal, en waar Jezus in de tempel achterblijft om te ‘lernen’.
Als Jezus rondtrekt en het Goede Nieuws verkondigt, is ze vooral in de context van de familie aanwezig, een familie die Jezus het liefst naar huis haalt, om Hem te laten zwijgen.

In het Lijdensverhaal speelt zij bij Marcus geen rol. Wel worden er andere vrouwen bij name genoemd.
Mattheüs noemt de vrouw van Pilatus (Mt 27:19) en in 55-56 verschillende vrouwen, maar Maria, de moeder van de Heer is er niet bij.
Lucas noemt geen vrouwen.
Maar dan Johannes! Johannes is altijd al een buitenbeentje.
Zijn evangelie is rijpe de vrucht van veel nadenken, van veel theologie. Hij vertelt niet de geschiedenis, maar het wezen van het geschiede.
Maria is aanwezig bij de bruiloft in Kana. Ze oefent druk uit op Jezus, die vindt dat ze op Zijn tijd vooruit loopt.

Zij is ook nadrukkelijk aanwezig bij het einde van Zijn missie hier op aarde.
Daar krijgt zij een nieuwe plek, een nieuwe functie.
Als Immanuel afstand neemt van deze wereld, en zich opmaakt om terug te gaan naar Zijn Koninkrijk, moet Hij de bloedband doorsnijden die Hem met deze wereld verbond.

Johannes
schrijft in hoofdstuk 19: 25 Εστήκεισαν δ παρ τ σταυρ το ησο μήτηρ ατο κα δελφ τς μητρς ατο, Μαρία το Κλωπ κα Μαρία Μαγδαληνή.
26
ησος ον δν τν μητέρα κα τν μαθητν παρεσττα ν γάπα λέγει τ μητρί· Γύναι, δε υός σου· 27 ετα λέγει τ μαθητ· δε μήτηρ σου. κα π’ κείνης τς ρας λαβεν μαθητς ατν ες τ δια.
(Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘
Zie uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Zie je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. NBV)

Jezus ontmoedert haar, en geeft haar een eer dierbare en trouwe vriend als zoon. Hij geeft de vriend iemand om voor te zorgen, en dat is de beste troost in gemis.
Zo eert Hij Zijn aardse moeder, door van haar afstand te doen, en haar toe te vertrouwen aan Zijn geliefde vriend.
Er wordt voor haar gezorgd, een ander is nu de oudste zoon. Johannes neemt de plaats in van Jezus, en hij neemt Maria bij zich in huis. Er waren volwassen kinderen in haar gezin, maar van nu af aan is haar plaats bij Johannes in huis.

Jezus was voor een tijd haar Kind, haar Zoon. Ze mocht Hem baren, voeden, opvoeden. Nu moet ze Hem loslaten zoals Hij haar loslaat.

Zij is weer een gewone mensenmoeder.
Zij is niet (meer)
μήτηρ Θεου. Niet meer: Moeder Gods. Een term die overigens pas na de 10de eeuw in de liturgie verdwaald schijnt te zijn. Tot die tijd was zij ook in de beeldtaal een zetel voor het Goddelijk Kind, dat de Heerser der wereld is.
Daarna wordt zij groter en Hij kleiner en kinderlijker, tot we in de vorige eeuw zelfs een schilderij zien van Maria die het kind Jezus tuchtigt.
Ook is er al sinds de Middeleeuwen in de R.K.Kerk een neiging - die in de vorige eeuw steeds sterker werd - om haar te promoveren tot mede-verlosseres, en om haar daarmee op één lijn te zetten met haar Zoon.
Op 26 maart 2021 heeft Paus Franciscus ferm een streep door die theologische dwaling gezet. Voor dit moment.
Natuurlijk blijft ze heel bijzonder voor veel mensen, maar een mede-verlosseres is zij niet.
Heilig, ja, mét alle heiligen die ons zijn voorgegaan.
Niets verhindert ons te vragen: Heilige Maria, moeder van Jezus, bid voor ons. Dat mogen we ook aan onze eigen (vaders en) moeders vragen, en aan allen die ons op de weg naar Christus hebben gezet. Mogen zij allen gezegend zijn!

Wij mogen alle mensen die een groot verlies hebben geleden in de armen sluiten, en koesteren als een dierbaar geschenk van Godzelf.

Maria blijft met andere vrouwen in de kring van hen die Jezus zullen missen, en dan in de kring van hen die na de Opstanding God loven en danken. Daar is haar plaats, ook met Pinksteren zal zij er mét de andere vrouwen zijn geweest. Daarna verdwijnt zij uit ons blikveld…